Even bij de koning kijken: Huis ten Bosch is klaar
De jarenlange opknapbeurt van Paleis Huis ten Bosch is voltooid; het koninklijk gezin vond er een nieuw thuis. Woensdag mocht het volk –via de pers– komen kijken.
De koninklijke vlag wappert op het Haagse paleis; de vergulde kroon op de koepel glanst in de zon. Lakeien zwaaien de hoge deuren open.
Via de rode loper gaat het het bordes op, naar de vestibule. De hardstenen trap is nieuw; de oude bleek niet te renoveren. Zo is bij elk onderdeel van het paleis gewikt en gewogen: wat kan worden opgeknapt; wat moet worden vervangen?
In sommige ruimten lagen de restaurateurs op hun rug, op een stelling: wekenlang krabden ze vuil uit het stucwerk op het plafond, herstelden ze de decoraties en verwijderden ze de zwammen uit de houtconstructie. Het resultaat mag er zijn.
Links van het bordes is de werkkamer van koningin Máxima. Hier en daar een modern element in het klassieke interieur. In de kast foto’s van vroeger, toen Máxima er nog geen idee van had dat ze ooit prinses en koningin zou zijn. En een foto van later, toen haar drie dochters nog klein waren.
Recht ertegenover is de Groene Salon, voortaan DNA-Salon genoemd omdat de wanden nu met baksteentjes zijn bekleed volgens het DNA-patroon van de koninklijke familie. Het kunstwerk loopt gewoon door op de deuren van de werkkamer van koning Willem-Alexander. De boekenkast achter zijn bureau is nog halfleeg.
De vorst heeft uitzicht op de achtertuin. Een dichtgemetseld raam is daarvoor weer opengemaakt, en in de tuin is het zicht verbeterd doordat begroeiing is weggehaald.
Grootscheepse renovatie
Het waren de enige ingrepen niet. Toen in 2014 de voorbereidingen voor de renovatie begonnen, werd gedacht aan het vernieuwen van de technische installaties en het opknappen van de Wassenaarse vleugel, waar het koninklijk gezin zou gaan wonen. In 2015 werd duidelijk dat het monumentale gebouw in slechtere staat verkeerde dan men dacht. Omdat een gefaseerde aanpak duurder zou uitpakken, besloot het kabinet ook de representatieve ruimten –het middenstuk van het paleis– en de Haagse vleugel mee te nemen in de renovatie.
Gemiddeld werkten hier 120 bouwvakkers per dag. Het dak –40.125 leien, 65.000 kilo lood, 27.000 keramische pannen– werd vervangen, de schoorstenen ook. Asbest en houtrot moesten het paleis uit. Een balkon veranderde in een serre. Witte kozijnen werden diepdonkergroen.
Het ging allemaal heel wat kosten –tientallen miljoenen–, maar de regering wees erop dat het meer dan 35 jaar geleden was dat het paleis grondig werd gerenoveerd. Dat was voordat koningin Beatrix met haar gezin van Lage Vuursche naar Den Haag verhuisde.
Een soort chaos
Het Rijksmonument uit de 17e eeuw is één van de drie paleizen die door de staat ter beschikking worden gesteld aan het staatshoofd. Rond het gebouwencomplex zijn overal hoge hekken, overal prikkeldraad, ook boven de sloten. Gewapende marechaussees houden de wacht. Een hoge positie heeft een prijs. Het koninklijk gezin kreeg er wel een waardig onderdak voor terug. De woonvleugel is gemoderniseerd en van een extra trap voorzien.
Nieuw zijn ook de kunstwerken in de Blauwe Salon, waar het koningspaar gasten ontvangt. De kunstenaars Maurice Scheltens en Liesbeth Abbenes lichten ter plekke toe hoe –in nauw overleg met koning en koningin– de geweven wandpanelen tot stand zijn gekomen. „Het is een geweldig werk, er zitten belangrijke historische stukken tussen, met belangrijke verhalen, maar het is ook een soort chaos, een façade, en dus een relativering. Dat past bij onze tijd, denken wij.”
Topstuk blijft de Oranjezaal, achter de vestibule en recht onder de koepel. Hier voerden 26 landen vredesoverleg. Hier speelden Mozart en Beethoven hun muziek. Wie alle schilderstukken –die vooral de luister van het Oranjehuis moesten tonen– tot in detail op zich wil laten inwerken, kan er uren zoet mee zijn en heeft aan het eind een zere nek.
In de bibliotheek staat leesvoer voor jaren. Dikke boeken over verre landen, in het Nederlands en het Engels. Rijen woordenboeken, werk van Shakespeare, boeken over kunst.
Vanuit de vestibule leidt een draaitrap naar de balzaal boven. Vroeger was het een kapel, en dat is nog te zien aan de engelen in het stucwerk op het plafond. Aan de wand hangen portretten van vroegere Oranjes. Zoals Frederik Hendrik en Amalia van Solms, die Huis ten Bosch halverwege de 17e eeuw bouwden als zomerverblijf voor Amalia. De Amalia-van-nu woont er het hele jaar door.
„Dit is een van de mooiste monumenten van Nederland”, verzekert rijksbouwmeester Alkemade. „Het staat er weer stralend bij.”