De secularisatie van de waarheid
Vier nieuwe boeken trekken de aandacht met nepnieuws, maar slechts één auteur kijkt ook wat verder. De Amerikaanse Michiko Kakutani is de enige die doorvraagt naar oorsprong en doel.
In de roman ”Nacht in de middag” (1940) van de Hongaars-Brits-Joodse alleskunstenaar Arthur Koestler staat een gelovige communist terecht. In zijn eenzame cel, tijdens Stalins Grote Terreur, komt hij tot een indrukwekkend zelfonderzoek. De misdaden die hij uiteindelijk zal bekennen, zijn weliswaar complete verzinsels, maar hij buigt het hoofd voor de grotere waarheid waarvoor ze staan.
Die omkering van leugen en waarheid vormt een kleine geschiedenis van de afgelopen eeuw op zich. Kenmerkend voor letterlijk alle moderne ideologieën is de onderschikking van feiten aan de grotere ‘waarheid’ van de beweging. Voor de nazi’s was alle onwelgevallige journalistiek letterlijk een ”Lügenpresse” waar het wereldwijde Jodendom achter zat. En Koestler liet als eerste zien hoe voor communisten het eigen leven volstrekt ondergeschikt kon zijn aan de waarheid van de partij op haar zegetocht door de geschiedenis. De voornaamste communistische krant heette niet voor niets de Pravda, ”De Waarheid”.
De meest verspreide vorm van nepnieuws in de afgelopen eeuw was dan ook de zogeheten agitprop, de felle propaganda die met alle beschikbare media werd ingezet om de communistische waarheid te verspreiden. Agitatiepropaganda moest de onderdrukte massa’s mobiliseren en aanzetten tot de wereldrevolutie. Dat doel heiligde letterlijk alle middelen – en daarmee werd het kwaad weggeredeneerd, met alle gevolgen sindsdien.
In deze eeuw heeft agitprop namelijk een nieuw gezicht gekregen. Wat nu nepnieuws heet, oogt als een erfgenaam van de totalitaire traditie, maar heeft ook nieuwe trekken. Het betreft niet alleen de propaganda van een volgende revolutionaire beweging, maar is ook iets anders. Nepnieuws dient bepaalde extreem-ideologische agenda’s, maar zegt ook iets over het veranderende wereldbeeld van onze tijd. En juist voor ons als tijdgenoten is niet eenvoudig te doorzien wat er allemaal speelt.
Van de vier hier besproken boeken is er maar één dat expliciet een verband legt tussen het huidige nepnieuws en de totalitaire erfenis. Dat zegt iets over de diversiteit van deze boeken, maar ook over de verwarring die het hele publieke debat kenmerkt. Hoewel alle vier auteurs worden aangeprezen met een verwijzing naar nepnieuws, vraagt alleen Kakutani door naar oorsprong en doel. De andere drie beperken zich tot een vrijblijvende analyse van de functie van liegen (Stangneth), de psychologische kanten ervan (Rassin) en een betoog dat alle schuld bij ”de elite” legt (Groeskamp).
Trollenfabriek
De Amerikaanse Michiko Kakutani was lang de voornaamste boekenrecensent van de New York Times. Die achtergrond is in alles zichtbaar: tientallen titels uit de afgelopen eeuw komen haar betoog kracht bijzetten. Toch ligt haar belangstelling in werkelijkheid bij het actuele, vooral Amerikaanse, nepnieuws. Dat boezemt haar voelbaar angst in en daarmee is haar essay –veruit het bekendste van de vier besproken boeken– een teken aan de wand.
Hier is iemand aan het woord die een wereld ten onder ziet gaan. Kakutani benoemt dat ook zo: een op rede en redelijkheid gegrondveste publieke cultuur vervalt voor haar ogen tot leugen en barbarij. Een lange parade van schrijvers en denkers, van Orwell tot Hannah Arendt, dient haar tot houvast. Zoals Boëtius troost zocht in de filosofie bij de ondergang van het Romeinse Rijk, zo vindt Kakutani die in de letteren: alles van waarde blijkt eens te meer kwetsbaar.
Gelukkig kijkt ze ook concreet naar het verschijnsel. Wie de zaken weer eens netjes op een rij wil hebben, kan in dit boek terecht. Intussen kennen we een aantal hoofdrolspelers immers met naam en toenaam. Zo bestaat er echt een trollenfabriek in Sint-Petersburg met de onschuldige naam Internet Research Agency, waarvandaan echte Russische trollen een indrukwekkende hoeveelheid nepnieuws hebben losgelaten op het Amerikaanse en Britse publiek.
Een ander concreet voorbeeld dat ze beschrijft is Poetinadviseur Vladislav Soerkov, bij ons plotseling in beeld als een van de hoofdverdachten van het neerhalen van de MH17. Deze ”genius van het Poetintijdperk” blijkt het meesterbrein achter de Russische aanval op de democratie in binnen- en buitenland.
Het is ook echt waar dat een Brits bedrijf, Cambridge Analytica, bereid bleek voor goed geld een massieve manipulatie van sociale media te leveren. En van zekere afstand is ook prima waarneembaar –al noemt Kakutani dat niet– dat de landen waarop het media-imperium van de Australiër Murdoch de afgelopen decennia een grote grip heeft gekregen, het Verenigd Koninkrijk en de VS dus, ook het meest vatbaar zijn gebleken voor nepnieuws en manipulatie. Niet toevallig vormden brexit en de Amerikaanse presidentsverkiezingen speerpunten, met mogelijk in beide gevallen –wie zal het effect ooit kunnen meten– doorslaggevend succes.
Het gaat inderdaad om de sociale media, maar in het verlengde ervan ook om de tv-wereld, zoals in de vorm van talkshows. Nepnieuws is ook het verhaal van een digitale mediawereld waarin andere wetten gelden. En ongetwijfeld doorgronden we die wetten nog maar half: er is geen ”Murdochcomplot” en zelfs geen bewuste politiek van misleiding nodig om toch tot deze effecten te leiden.
Ook bij Kakutani komen de bedreigingen gelukkig niet enkel van buitenaf. Het aardigste aspect van haar essay is haar zelfonderzoek naar progressief Amerika. Voor haarzelf verontrustend is het verband dat ze vermoedt tussen de huidige leugen en de progressieve tegencultuur. Wat Kakutani ”het nieuwe nihilisme” noemt, voert ze regelrecht terug op postmoderne denkers en kunstenaars die al niet minder een loopje met de waarheid namen.
Bij haar vormen die postmodernisten letterlijk een schakel tussen de totalitaire ideologieën en de nieuwste propaganda. En daarmee steekt haar zelfonderzoek positief af tegen een feitelijk nog altijd postmoderne beschouwing over de functie van de leugen als van de Duitse succesfilosofe Bettina Stangneth (”Leugens lezen”), of de psychologische verwikkelingen van de Rotterdamse psycholoog Eric Rassin.
Neobolsjewieken
Boeiend genoeg afficheert de huidige tegencultuur zichzelf als ”rechts”. De Leidse factchecker Peter Burger constateert al jaren met verbazing dat haast honderd procent van alle hoaxen en nepnieuws uit nieuwrechtse hoek afkomstig is. Vormden ooit Joden en kapitalisten het doelwit, daar zijn het nu moslims en ”de elite”. Maar minstens zo opvallend is de continuïteit: met Goelaghistorica Anne Applebaum ziet Kakutani de gangmakers, van Le Pen tot Trump, als ”neobolsjewieken” en ze getroost zich de nodige moeite om hun typisch leninistische manier van denken bloot te leggen.
Inderdaad valt de naam van de Amerikaanse president het vaakst, maar tegelijk staat hij er ook buiten. De feiten zijn bekend: volgens een monitor van de Washington Post heeft deze sinds zijn aantreden zo’n 11.000 publieke leugens gedebiteerd. Tegelijk is hij atypisch: voor een zogeheten ”bulshitter” bestaat er letterlijk geen verschil tussen waarheid en leugen – waarheid is slechts wat in het eigen narcistische straatje past en dat kan morgen alweer het omgekeerde zijn.
Nepnieuws heeft pas betekenis als het een doel dient. En dan biedt de analyse van het nieuwe leninisme en de droom van de vernietiging van de gevestigde orde houvast. Kennelijk heeft nieuwrechts de fakkel overgenomen van ultralinks en meer dan dat: niet alleen als reactie, maar ook als een directe voortzetting.
Onbedoeld draagt ook het nieuwste boek van de Nederlandse publicist E. J. Groeskamp een steentje bij. Het bevat een tiental essays over ”leugensystemen” die volgens hem de moderne samenleving bepalen. De twee grootste zijn die van de media en de democratie.
Vrijwel elk betoog wordt echter ontsierd door de onderliggende stelling dat een elite die al „duizenden jaren met absolute macht regeert” in dit alles de hand heeft. Het is een eigentijdse variant op de bourgeoisie c.q. het wereldwijde Jodendom, die eerder aan de touwtjes trokken. Het wekt dan ook weinig verbazing dat de auteur eens uitgesproken links was. Nu ontpopt hij zich gaandeweg als een exponent van een aantal nieuwrechtse preoccupaties: niet alleen met die kwalijke elite maar ook met complottheorieën over migranten.
Ook bij hem zijn de feiten ondergeschikt aan een onzichtbare ”waarheid” die alles in een ander perspectief plaatst. Niet zonder betekenis is liefde een van zijn tien leugensystemen: die bestaat dus niet, voortplanting is alles en de rest is bedrog.
Die naturalistische leegte lijkt me kenmerkend voor de nieuwrechtse werkelijkheid waarin alleen de taal van de macht nog bestaat. Niet alleen de totalitaire erfenis van de afgelopen eeuw speelt mee, maar ook een factor die in al deze boeken ongenoemd blijft. Je zou het de secularisatie van de waarheid kunnen noemen.
Als God niet bestaat is alles geoorloofd, wist Dostojevski al. In de afgelopen eeuw is de waarheid iets dergelijks overkomen: als de waarheid niet bestaat, kan plotseling alles waarheid zijn. Wat bleef is immers het verlangen: hoe groot ook de leugen, het liefst dient deze een hogere waarheid. In nepnieuws vallen die lijntjes weer eens samen.
Boekgegevens
Het einde van de waarheid. Over leugens in het tijdperk van Trump, Michiko Kakutani; uitg. Unieboek Spectrum; 224 blz.; € 19,99
Alternatieve feiten. De psychologie van nepnieuws, Eric Rassin; uitg. Scriptum; 159 blz.; € 18,99
Leugens lezen; Bettina Stangneth; uitg. Atlas Contact; 208 blz.; € 22,99
De halve matrix. Essays over leugensystemen; E. J. Groeskamp; uitg. EJG Publications; 108 blz.; € 18,-