Kerk & religie

„Laat uw gastvrijheid overvloedig zijn”

Doe de deuren wijd open. Wees vriendelijk en heet mensen welkom. Gastvrij zijn hoeft niet moeilijk te zijn. Het kost geen geld. „Zoek de mensen op. Nodig hen uit. En breng alvast een appeltaart bij iemand die eenzaam is.”

Jan van ’t Hul
26 June 2019 21:37Gewijzigd op 16 November 2020 16:23
Ds. W.J. van den Brink. beeld RD, Henk Visscher
Ds. W.J. van den Brink. beeld RD, Henk Visscher

Ds. J. van ’t Spijker uit Hoogeveen, predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken, is docent missiologie en evangelistiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Van 1998 tot 2004 deed hij toerustingswerk op het zendingsveld in Mozambique.

Een gastvrije gemeente zijn is niet iets voor een groepje enthousiastelingen, zegt hij, in de huiskamer van zijn woning in een Hoogeveense nieuwbouwwijk. „Het moet het beleid van de gemeente en van de kerkenraad zijn om gastvrij te zijn. De kerk heeft genoeg te bieden aan hen die buiten zijn: openheid, geborgenheid, aandacht, zorg, liefde. Doe de deuren dus open. Schenk koffie in. Voer eens een gesprek met iemand die alleen is. Deel iets van je eigen leven met mensen uit de straat, uit de buurt. Loop eens rond in de omgeving van de kerk. Wie wonen daar? Waar leven die mensen van? Wat zouden ze nodig hebben en wat kan de kerk voor hen betekenen? De antwoorden op zulke vragen vind je niet als je in je eigen veilige consistoriekamer blijft zitten.”

Vanuit zijn eigen situatie als christelijk gereformeerd predikant, zegt ds. Van ’t Spijker: „De kerk heeft een plaats in de wereld om ons heen. Dat besef komt de laatste jaren stevig bij ons binnen. Met iets van verwondering constateer ik dat er een denkproces op gang is gekomen over de plek van de kerk in de samenleving. De kerk heeft een verantwoordelijkheid voor mensen die van het heil in Christus niets meer weten.”

Royaal uitdragen

De kerk heeft een plaats in de uitwerking van het heilsplan van God, zegt ds. Van ’t Spijker. „De wereld is met de rug naar God toe gaan staan. De samenleving heeft God achter zich gelaten. De ontkerkelijking is groot. De secularisatie gaat voort. We leven in een postchristelijke samenleving. De meeste mensen staan niet meer open voor het geloof, terwijl het geloof in God toch echt heilzaam is voor alle mensen. En dát moet de kerk gaan vertellen. Laten we de deuren weer opendoen, om de rijkdom van het christelijk geloof royaal uit te dragen.”

De kerk is het lichaam van Christus. En Christus is het Hoofd van de gemeente. „De gemeente heeft zich dus te voegen naar datgene wat haar Hoofd haar ingeeft. Christus wijst de weg. Hij maakt de dienst uit, geeft de koers aan. En de koers is deze: Hij is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. De bediening der verzoening is aan de kerk toebetrouwd, maar de kerk, die haar Heiland wil volgen en navolgen, mag die dienst der verzoening niet voor zichzelf houden.”

Deuren en vensters

De deuren moeten dus open. De vensters ook. „Wie de gestalte van Christus wil vertonen, zal open zijn naar de wereld, want dat was Christus ook. Hij zocht de mensen op, gaf ruimte aan hun gedachten, doorbrak alle taboes. De kerk mag dus ook laten zien wat het betekent om te leven uit de redding die God geeft, mag laten zien wat het zeggen wil om van genade te leven. Dát is de werkelijkheid. Dat is een woord voor de wereld. Het eeuwige leven begint niet als ik na het sterven bij God mijn ogen mag opendoen, maar dat begint hier, in dit leven, want dít is het eeuwige leven, dat zij U kennen. Hier. Nu al.”

De kerk heeft een hoge opdracht naar hen die buiten zijn, stelt ds. Van ’t Spijker vast. „Van de Vroege Kerk lezen we in Handelingen 2 dat zij genade had bij heel het volk. De eerste christenen stonden in de gunst van het volk, stonden goed aangeschreven in de wereld om hen heen. Dat is voor ons nog steeds een les. Wat zien anderen aan ons? Daarbij blijft het ook waar dat onze hoogste gastvrijheid onvolkomen blijft. Wij realiseren het Koninkrijk niet. Wij krijgen dat niet klaar.”

Hoe krijgt gastvrijheid in de gemeente vorm?

„Laat anderen zien dat we elkaar zoeken, liefhebben, dat we het goede voor de ander zoeken, ook al is het tastend en zoekend. We weten allemaal hoe belangrijk aandacht voor iemand is. Als we zo de gestalte van Christus mogen vertonen, dan is dat niet mijn verdienste. Zoiets kan ik nooit op mijn eigen conto schrijven, want het is vrucht van het werk van Gods Geest. Wees vriendelijk in de supermarkt. Groet de ander op straat. Doe de kerkdeur zondagmorgen wijd open. Bid voor iemand die kanker heeft. Loop eens binnen bij een asielzoekerscentrum. En neem als groet een appeltaart mee, geen preek, maar een appeltaart.”

Een welkomstwoord in de hal

Ds. W. J. van den Brink, predikant van de hersteld hervormde gemeenten te Elst (Utr.) en Scherpenzeel, vindt dat de kerk die een boodschap wil uitdragen, gastvrijheid hoog in het vaandel moet hebben staan. „Ik leer dat van de apostel Paulus. In z’n eentje staat hij op de Areopagus. Daar spreekt hij de mensen aan, vriendelijk en uitnodigend, en verkondigt hij hun een onbekende God, met als doel dat de mensen in Athene deze Heere zouden zoeken en vinden. Hij heeft hun behoud op het oog.”

Ruim vijftig maal per jaar gaat ds. Van den Brink voor in Scherpenzeel, vijftig maal in Elst. „Omdat ik in Scherpenzeel woon, ontmoet ik de mensen daar vaker dan in Elst. Dat betekent dat ik extra inspanning wil leveren om ook de gemeenteleden in Elst te ontmoeten. Dat doe ik door voorafgaand aan elke dienst de mensen in de hal van de kerk op te wachten. Iedere bezoeker zie ik even, iedereen geef ik een hand, iedereen spreek ik even. Dat geeft ruimte om ook even te vragen: „Dag meneer, hoe gaat ’t met u?” „Dag mevrouw, wanneer wordt u weer in het ziekenhuis verwacht?” Sommige mensen denken dat ik de koster ben, maar dat geeft helemaal niets. Ik hoor in elk geval wat de mensen bezighoudt. Natuurlijk kun je niet alles in de hal bespreken, maar je ontmoet de ander toch wel even. En soms geven die korte gesprekken weer spontaan stof voor de voorbede in de dienst.”

Op het punt van gastvrijheid heeft de kerk nog wel een slag te maken, vindt ds. Van den Brink. „Het is mijn diepste verlangen om oog te hebben voor de ander, ook voor de gast en de vreemdeling die zomaar eens even binnenloopt. Er moet ontmoeting zijn, dat geeft een band met de mensen. Zo deed Paulus het op de Areopagus ook. Hij keek niet de andere kant op omdat de cultuur van de Atheners de zijne niet was.”

Veel kerken hebben hoge drempels, zegt ds. Van Brink. „Onze kerkdiensten zijn weinig uitnodigend voor iemand van buiten. Dat heeft met onze traditie te maken, met onze cultuur, met onze kledingstijl. Veel van onze reformatorische gewoonten stoten anderen af. Mensen uit de wereld voelen zich niet zo gauw aangetrokken door ons. Dat zou toch niet zo mogen zijn. Als we het Evangelie van vrije genade willen uitdragen onder de mensen, zal er toch op z’n minst ook iets van contact moeten zijn.”

Ds. Van den Brink wil niet blijven accepteren dat de kerk niet gastvrij is. Veel kerken kennen begroetingscommissies en gastdames. „Ik zou daar geen bezwaar tegen hebben, maar ik sta ook graag zelf even bij de ingang.”

Wat de diepste beweegreden voor gastvrijheid is? „Dan denk ik aan de tekst: „Redt degenen die ter doding wankelen.” Dat is de hoge opdracht van de kerk, mensen redden van het verderf. Onze boodschap is het waard om gehoord te worden.”

„Gastvrijheid is een daad”

„Het succes is om de gelovige stap te zetten om iemand uit te nodigen. Het ja of nee moeten we overlaten aan God” (Michaël Harvey, medeoprichter van Back to Church Sunday, Engels initiatief waarin mensen persoonlijk worden uitgenodigd weer naar de kerk te komen, RD, 22 april 2017).

„Gastvrijheid is de daad of het proces waardoor de identiteit van de vreemdeling wordt veranderd in die van gast” (Joshua Jipp, Amerikaans evangelicaal nieuwtestamenticus, RD, 11 januari 2018).

„Rust vrijwilligers toe voor de omgang met andersdenkenden” (Paula van Cuilenburg, auteur van ”Kerkruimte, venster naar God”, 2006).

„Gastvrijheid begint met groeten, interesse tonen in de ander. En zorg ervoor dat je niet met een sikkeneurig gezicht door de kerk loopt” (Albert Dubois, vrijwilliger van de vrijgemaakt gereformeerde Goede Herderkerk Emmen, in Onderweg, 1 september 2018).

„Laat uw gastvrijheid in deze tijd van vele vluchtelingen, behoeftigen en noodlijdenden overvloedig zijn, en uw goede werken ook. Laat christenen doen wat Christus beveelt, dan kunnen de heidenen hen alleen nog maar tot hun eigen onheil lasteren” (Augustinus, Sermo 81).

„Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd” (Hebreeën 13:2).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer