Chipsector in schijnwerpers op Wall Street
De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met kleine uitslagen de handel uit gegaan. Vooral chipbedrijven stonden in de belangstelling, na beter dan verwachte cijfers van geheugenchipproducent Micron Technology. Het sentiment werd verder mede bepaald door optimisme over een handelsdeal tussen de Verenigde Staten en China.
De Dow-Jonesindex sloot de sessie nagenoeg vlak op 26.536,82 punten. De brede S&P 500 zakte 0,1 procent tot 2913,78 punten en de technologiebeurs Nasdaq ging 0,3 procent vooruit tot 7909,97 punten.
De Amerikaanse minister van Financiën Steven Mnuchin is „hoopvol” gestemd dat een handelsdeal kan worden gesloten. Later deze week ontmoeten president Donald Trump en zijn Chinese collega Xi Jinping elkaar op de G20-top in Japan.
Micron won dik 13 procent. Beleggers reageerden vooral op de opmerking over „vroege tekenen van herstel” op de markt. In het kielzog van Micron wonnen branchegenoten Intel, Advanced Micro Devices (AMD), NXP Semiconductor, Texas Instruments, Nvidia en Qualcomm tot 5,1 procent.
Broadcom stond ook in de belangstelling. De Europese Commissie stelt een onderzoek in naar machtsmisbruik door de chipmaker. Broadcom heeft mogelijk zijn afnemers door clausules in contracten verboden zaken te doen met concurrenten. Het aandeel won 1,8 procent. Facebook en Google verloren tot 0,7 procent na opmerkingen van Trump dat hij de techreuzen mogelijk aanklaagt.
Boeing steeg 1,5 procent. De eerste vluchten met de gewraakte Boeing 737 MAX zullen mogelijk tegen het einde van de zomer plaatsvinden. Verder voert het bedrijf onderhandelingen met maatschappijen over een compensatie voor geleden schade vanwege het verplicht aan de grond houden van de toestellen.
Levensmiddelenconcern General Mills, bekend van merken als Cheerios, Bugles en Häagen-Dazs, leverde 4,5 procent in na cijfers. Ook technologieconcern BlackBerry opende de boeken en dat speelde bijna 9 procent kwijt. Resultaten van pakketbezorger FedEx (plus 2,5 procent) werden wel goed ontvangen.
De euro was 1,1367 dollar waard, tegen 1,1385 dollar bij het slot in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 2,4 procent tot 59,24 dollar. Brentolie kostte 1,8 procent meer op 66,26 dollar per vat.