NS betaalt tegemoetkoming om WO II
De Nederlandse Spoorwegen gaan bijna 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog overlevenden van concentratiekampen en directe nabestaanden van Holocaustslachtoffers die tijdens de oorlog met Nederlandse treinen zijn vervoerd, financieel tegemoetkomen. President-directeur Roger van Boxtel maakte dat besluit woensdag bekend tijdens een bijeenkomst in het Spoormuseum in Utrecht.
Een onafhankelijke commissie onder leiding van Job Cohen heeft advies aan de NS uitgebracht over een financiële tegemoetkoming. Het spoorbedrijf neemt dit advies in zijn geheel over. De NS betaalt ongeveer vijfhonderd overlevenden 15.000 euro en nabestaanden en weduwen 7500 of 5000 euro.
De schadevergoeding is bestemd voor Joden, Sinti en Roma die tijdens de oorlog zijn vervoerd naar de landsgrenzen en doorgangskampen.
Van Boxtel roemde de snelheid en zorgvuldigheid van de commissie en zei dat de omgang met het oorlogsverleden ingewikkeld is en blijft. „Dit transport vond plaats om hen als bevolkingsgroep uit te roeien”, zei de president-directeur. „De vergoeding neemt het persoonlijk leed nooit weg.”
Van Boxtel denkt dat de NS een bedrag van tientallen miljoenen euro’s zal uitkeren. „We gaan ons best doen om vanaf 1 augustus met de uitvoering daarvan te beginnen”, zei Cohen. De commissie adviseert ook diepgaand onderzoek naar de rol die de NS heeft gespeeld tijdens de oorlog.
Het initiatief kwam op gang door de inzet van journalist en fysiotherapeut Salo Muller (83), wiens Joodse ouders door de NS in Nederland werden getransporteerd en uiteindelijk door de nazi’s werden vermoord in Auschwitz. Muller zei tevreden te zijn met de uitkomsten. „Ik ben blij dat deze directie van de NS inziet hoe belangrijk het is.”