Teruggeven stemrecht aan Rusland in Raad van Europa is tegen Nederlands belang
In Rusland ging dinsdag de vlag uit. De Russische delegatie heeft namelijk het stemrecht teruggekregen in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa. Vanuit Moskou gezien is dat een overwinning.
De Raad van Europa (RvE) is een samenwerkingsverband in Europa. Deze organisatie wordt vaak verward met de Europese Unie, maar de RvE (met 47 lidstaten) is op zijn best een voorloper van de EU (met 28 lidstaten). Al zeventig jaar, vanaf 1949, is de organisatie bezig om democratie en mensenrechten te bevorderen. De Parlementaire Vergadering is een van de instellingen van de RvE. De lidstaten sturen nationale parlementsleden naar de Parlementaire Vergadering.
Vanuit Nederland gaan zeven leden uit de Eerste en Tweede Kamer regelmatig naar de bijeenkomsten in Straatsburg. Rusland heeft achttien afgevaardigden.
Na de inlijving van het Oekraïense schiereiland de Krim, in 2014, werd Rusland geschorst als lid. De parlementsleden werd het stemrecht ontnomen. Dat betekende onder meer dat Moskou geen invloed meer had op de benoeming van rechters in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Terwijl 20 procent van alle zaken voor dat hof in Straatsburg door Russen wordt aangedragen.
De bezetting van de Krim, vijf jaar geleden, was overduidelijk een schending van alles waar de Raad van Europa voor staat. Als grenzen immers niet meer vastliggen, zijn ook veel andere zaken niet veilig meer. De schorsing van Rusland was daarom een begrijpelijke reactie.
Het probleem van sancties is dat ze makkelijker in te stellen zijn dan af te schaffen. Het opleggen van straffen wordt gezien als ferm en moedig, het opheffen van sancties geldt al snel als laf verraad. Dat laatste is wat de Oekraïense delegatie afgelopen nacht in Straatsburg riep. En dat is te begrijpen. Oekraïne is nog steeds in oorlog met Rusland.
Een belangrijk argument dat de parlementsleden vannacht overtuigde, is dat het terughalen van Rusland ook de burgers uit dat land weer toegang geeft tot het Europees Hof. Bij dat hof kunnen Russische burgers klagen over onrecht dat ze ervaren van hun eigen staat. Dit geeft een zekere bescherming aan mensen die leven in het autoritair bestuurde Rusland.
Dit is zonder meer een belangrijke overweging. Maar dit had men ook in 2014 al kunnen bedenken.
Nederland heeft rond Rusland nog een heel specifiek belang, namelijk de 193 landgenoten die in 2014 omkwamen door de aanslag op de MH17. De medewerking van Rusland aan het onderzoek is beperkt. De nabestaanden van deze ramp mogen erop rekenen dat hun vertegenwoordigers zich tot het uiterste toe inzetten om Rusland onder druk te zetten.
Vanuit dat gezichtspunt is het vreemd dat slechts twee van de zeven Nederlandse parlementsleden tegen de terugkeer van Rusland stemden. Het zou meer indruk hebben gemaakt als dat er zeven waren geweest.