Raad van State vernietigt besluit in zaak ‘straatprediker’ Putten
De Raad van State (RvS) heeft in hoger beroep een besluit van de burgemeester van Putten rond een zogenoemde straatprediker uit Zweden vernietigd. De burgemeester dient de proceskosten à 3072 euro te vergoeden.
Dat blijkt uit de uitspraak van de RvS, waarvan de advocaat van de beklaagde, mr. J. Visscher, donderdag melding maakte.
De ‘straatprediker’ werd op zondagmiddag 30 april 2017 door de politie aangehouden „wegens het verstoren van een kerkdienst” van de hersteld hervormde gemeente in Putten, „het verstoren van de openbare orde en het niet tonen van een identiteitsbewijs.” De man ging, aldus het rapport van de politie, „helemaal los.”
De burgemeester van Putten gelastte de Zweed op 4 mei 2017 dat hij „niet meer op een openbare plaats in de gemeente Putten door uitdagend gedrag aanleiding mocht geven tot ongeregeldheden in de nabijheid van een kerk.” De burgemeester verbond hieraan een dwangsom van 2500 euro per keer dat dit wel zou gebeuren, met een maximum van 5000 euro. De Zweed –die in Putten woont– ging hiertegen in beroep bij de rechtbank Gelderland, die in juli 2018 oordeelde dat het besluit van de burgemeester kon standhouden.
De man ging in beroep bij de Raad van State. Deze sprak woensdag uit dat „concrete aanwijzingen voor dreigende ongeregeldheden (zoals bedoeld in de APV, artikel 2:1; red.), behoudens de enkele verwijzing naar „de volksaard van de Puttenaren”” in het politierapport ontbreken. De burgemeester was daarom niet bevoegd de dwangsom op te leggen.
Volgens de advocaat Visscher laat de zaak zien „dat het belangrijk is dat burgemeesters besluiten als oplegging van een last onder dwangsom op grond van de APV goed en zorgvuldig moeten onderbouwen. Het lichtvaardig en onvoldoende onderbouwd opleggen van een dergelijke last wordt (uiteindelijk) afgestraft.”