Strijd tegen dichtgroeien van kleinste Waddeneiland
Schiermonnikoog groeit dicht door de hoge stikstofuitstoot. Zeven boeren, Natuurmonumenten en overheden sloten een eilanddeal om het probleem te tackelen. Wat is daar een jaar later van terechtgekomen?
Schiermonnikoog heeft met 940 inwoners en 750 koeien de hoogste ‘koeiendichtheid’ van Nederland. En daardoor ook de hoogste stikstofuitstoot van Nederland. Gevolg: berken, wilgen, braamstruiken en grassen rukken op, open vlaktes verdwijnen. Over tien à vijftien jaar is Schiermonnikoog één groot bos, als de mens niet ingrijpt.
Jan Willem Zwart van Natuurmonumenten zit op zijn hurken in open plek in het bos bij de Reddingsweg. Her en der trekt hij jonge berken uit de grond. „Zulke boompjes schieten overal uit de grond.” De coördinator beheer wijt de wildgroei aan de vele meststoffen die vanuit de lucht op de natuur neerdalen. Ammoniak komt vrij uit stallen en bij het uitrijden van mest. In de lucht wordt dat omgezet in vloeibare stikstof die op het hele eiland neerregent.
Ook van vaste wal
Die stikstof komt niet alleen van de boeren op het eiland, maar ook vanaf de vaste wal, zegt Jan Pieter Dijkstra, lid van de werkgroep beheer van het Nationaal Park Schiermonnikoog. „We hebben hier op het eiland vaak te maken met een zuidwestelijke wind, die dus ook stikstof uit Friesland meeneemt.”
Waar je ook bent op het eiland, het dichtgroeien van de natuur is overal te zien. Op een hoge duintop op West-Schiermonnikoog wijst de geboren en getogen Schiermonnikoger naar een duinvallei: „Dit is een aantal jaren geleden helemaal geplagd, maar het groeit nu weer helemaal dicht. Zelfs nog dichter dan voorheen.”
Plaggen is duur en bovendien geen goede oplossing. Beter is het om het probleem bij de bron aan te pakken, zo dacht de provincie Friesland. In het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) kwam de provincie met een pakket maatregelen voor de boeren op het eiland. Een van de zeven boeren moest verhuizen naar de vaste wal en 32 van de 275 hectare landbouwgrond moest natuur worden.
Eigen oplossing
De zeven eilandboeren vonden dit niet zo’n goed idee. Ze verenigden zich en kwamen met de vraag of ze zelf niet voor een oplossing mochten zorgen. Toen die toestemming kwam, namen de boeren Jan Willem Erisman, directeur van het Louis Bolk Instituut, in de arm. Dit instituut onderzoekt en bevordert duurzame landbouw, voeding en gezondheid.
Erisman vond al gauw uit dat biologisch boeren niet echt een oplossing was voor Schiermonnikoog. Het leveren van biologische melk is aan strenge voorwaarden gebonden, bijvoorbeeld dat 70 procent van het ruwvoer van eigen land moet komen. Aangezien de eerste twee snedes gras op Schiermonnikoog bijna geheel door ganzen worden opgegeten, is dit voor de eilandboeren onmogelijk.
De enige manier om de stikstofdepositie te verminderen, bleek het inkrimpen van de veestapel te zijn. Ruim een derde van de in totaal 750 koeien op het eiland moet het veld ruimen.
Om dat verlies aan inkomsten te compenseren gaat Schiermonnikoog gebruikmaken van zijn bijzondere positie: unique sellingpoint in marketingtermen. Boer Ludie van der Bijl (48): „Schiermonnikoog is een nationaal park in een werelderfgoed. Dat is uniek, maar wij doen er niets mee. Sterker nog, in de enige supermarkt op het eiland verkopen we Terschellinger kaas, terwijl we zelf al onze melk naar de vaste wal brengen.”
Eigen zuivelfabriek
Het idee was geboren om de jaarlijkse 3,5 miljoen liter melk in een eigen zuivelfabriek te verwerken tot een echt Schiermonnikoogs streekproduct, bijvoorbeeld kaas. De meer dan 300.000 toeristen die elk jaar het eiland bezoeken, zullen daar zeker belangstelling voor hebben. En ook buiten het eiland kan zo’n uniek product in de markt worden gezet.
Natuurmonumenten zou de boeren daarbij gaan helpen. Het vorig jaar gesloten pact tussen de boeren, Natuurmonumenten en de overheden wordt in de volksmond de eilanddeal genoemd. De ministers Schouten en Van Nieuwenhuizen waren op 19 mei vorig jaar op Schiermonnikoog om de deal te bekrachtigen.
Weinig veranderd
Nu, iets meer dan een jaar verder, blijkt er nog weinig daadwerkelijk veranderd te zijn op het eiland. Het aantal koeien is nog niet verminderd, er is nog geen zicht op een eigen zuivelfabriek en helemaal niet op eigen Schierkaas.
Zo’n Schierkaas klinkt mooi, maar is niet zomaar rendabel, legt Van der Bijl uit: „Zeker in het begin zullen we nooit al onze melk zelf kunnen verwerken tot kaas. Dus moeten we melk kunnen blijven leveren aan FrieslandCampina. Dat is een zekerheid die we niet kwijt willen.”
Met 35 procent minder koeien komt er ook 35 procent minder melk van het eiland. Dus willen de boeren dat FrieslandCampina een paar cent meer betaalt voor een liter Schiermonnikoogse melk. Het zuivelconcern zegt op zijn beurt dat het de eilandboeren niet kan voortrekken op de rest van Nederland.
Van der Bijl: „Wij geloven in het nieuwe concept. Het is beter voor de natuur en biedt ons overlevingskansen. Maar dan moeten organisaties om ons heen, waaronder FrieslandCampina en de Rabobank, meebewegen. Iedereen zegt dat het duurzamer moet, maar als er iets geregeld moet worden, blijkt de bureaucratie taaier dan gedacht.”
Lichtpuntje
Toch is er een lichtpuntje. Begin deze maand heeft het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina een besluit genomen over Schiermonnikoog. Woordvoerder Jan-Willem ter Avest: „Het bestuur heeft ingestemd om mee te werken aan het opstellen van een goede businesscase voor de zuivelverwerking op het eiland, zodat de zeven melkveehouders hun eigen afzet op het eiland kunnen realiseren.”
Dat betekent ook dat de coöperatie van de zeven boeren op het eiland voor praktische zaken een beroep kan doen op de deskundigheid die bij FrieslandCampina aanwezig is. Ter Avest: „Hierbij kun je denken aan coöperatieve zaken, duurzaamheidsprestaties en expertise over productie, recepturen en afzet. Daarnaast wordt verkend in hoeverre FrieslandCampina en dochter Zijerveld een rol kunnen spelen in de vermarkting van de producten die in de toekomst afkomstig zijn van melkveehouders op Schiermonnikoog.” Kaashandelshuis Zijerveld heeft veel ervaring met het verkopen van speciaalkazen.
Positief
Van der Bijl is voorzichtig positief over het besluit van het FrieslandCampinabestuur. Hij wijst erop dat slechts een deel van de Schierkazen op het eiland verkocht kan worden. „De rest moet echt naar de vaste wal.”
De coöperatie heeft in april al iemand aangesteld die de businesscase gaat uitwerken. Een eigen Schierkaas komt zo stapje voor stapje dichterbij. Pas als die een succes wordt, kunnen ook de andere plannen uit de eilanddeal worden uitgevoerd.
Ook Zwart is positief: „We zijn echt wel stappen aan het zetten. Het plan over kringlooplandbouw dat minister Schouten maandag presenteerde –”Anders denken en meer samenwerken”– is misschien wel op Schiermonnikoog ontstaan.”
serie Boer en natuur
Boeren zijn vaak negatief in het nieuws als het om natuur gaat. Toch zijn er tal van positieve initiatieven. Deel 1.