De drijfveren van Asscher
Wie is Lodewijk Asscher, de leider van de gedecimeerde PvdA-fractie in de Tweede Kamer? Zijn onlangs verschenen boek ”Opstaan in het Lloyd Hotel” maakt veel duidelijk van zijn achtergronden en drijfveren. Hij groeide op in een intellectueel milieu. Zijn vader was advocaat, zijn moeder hoogleraar in Nijmegen.
Zijn overgrootvader was Abraham Asscher, die in de Tweede Wereldoorlog als voorzitter van de Joodse Raad de bezetter zeer ter wille was. Dit in de ijdele hoop daarmee wat voor zijn mede-Joden te kunnen betekenen. Zijn achterkleinzoon komt er anno 2019 niet onderuit ook dat deel van de familiegeschiedenis aan te stippen.
Hoewel zelf niet-religieus, was Abraham Asscher voor de oorlog voorzitter van de Kerkenraad van de Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge. Dat kon kennelijk. Lodewijks vader trouwde met een van huis uit rooms-katholieke vrouw. De godsdienst en ook de Joodse identiteit spelen in het leven van de huidige PvdA-leider een marginale rol, al staat hij er niet vijandig tegenover.
Aanvankelijk verliep zijn politieke carrière voorspoedig. Op jeugdige leeftijd werd hij wethouder in Amsterdam en vervolgens vicepremier in het tweede kabinet-Rutte. Hij won de strijd met Diederik Samsom om het lijstaanvoerderschap. Maar vervolgens kwam bij de verkiezingen van 2017 de grote klap. Zijn partij viel terug van 38 naar 9 zetels. Daarmee kwam de PvdA, vanouds een van de grote partijen, zo niet de grootste partij, qua omvang in de buurt van de ChristenUnie terecht.
Hoe is dat gekomen en hoe vinden we weer de weg omhoog, is dan ook het thema van Asschers jongste boek. Zo vraagt hij zich af of de eigen kiezers niet beter hadden moeten worden voorbereid op de samenwerking met de VVD in het tweede kabinet-Rutte. Vanouds was dat toch de erfvijand!
Werden de in het regeerakkoord gesloten compromissen niet te veel verdedigd als het eigen standpunt? En was de PvdA al in een eerder stadium niet veel te veel meegegaan in het liberale denken dat de markt beter is dan de staat? Daardoor was de band met de gewone man verloren gegaan.
Voortdurend haalt Asscher in zijn boek gesprekken en ontmoetingen aan met mensen in het land die hun klachten en problemen op tafel leggen en soms ook alternatieven laten zien. De bedoeling van de schrijver is natuurlijk om aan te tonen dat hij wel degelijk in gesprek is met de man of vrouw in de straat. Niets is tegenwoordig erger dan wanneer je tot de Haagse elite behoort.
Voor een gelukkig leven vindt Asscher drie dingen van groot belang. Dat is de persoonlijke vrijheid, het samenwerken met anderen en het ertoe doen. Daar zou de overheid zich voor moeten inzetten.
Het eerste punt maakt Asscher kritisch ten opzichte van orthodoxe religies. Hij is ook kritisch naar streng christelijke scholen. Positief is in ieder geval dat hij destijds als wethouder van Amsterdam de strijd aanbond met de omvangrijke prostitutie. Ook dat moet gezegd worden.
Boekgegevens
Opstaan in het Lloyd Hotel, Lodewijk Asscher; uitg. Podium; 235 blz.; € 22,50