Column: Karaktervorming vanuit de kerk
Vorige week was ik uitgenodigd om te spreken op de voorjaarsconventie van Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN). Het thema van de conferentie was: ”Niet zonder ons”. De conferentie draaide om een mooie invalshoek: hoe kan de aanwezigheid van God ons helpen in ons dagelijks leven? God nodigt ons uit om aanwezig te zijn; te zijn mét de ander in plaats van te doen vóór de ander.
Ook Samuel Wells kwam spreken. Het denken van Wells is verwant aan dat van de beroemde Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas. Hij pleit voor een sterk kerkelijke ethiek: geen ethiek die abstract ingaat op allerlei dilemma’s, maar een die begint bij de praktijk van de christelijke gemeente. Christelijke ethiek gaat volgens Wells om karaktervorming vanuit het hart van de kerk: liturgie, aanbidding en dienst aan de armen.
”Niet zonder ons”, verbonden aan de gezondheidszorg, was een prachtig thema om bij stil te staan, gedurende het hemelvaartsweekend. We mogen leven onder een geopende hemel. Bij het nadenken over ”Er zijn in de zorg” mogen we beginnen met God, die zegt: „Ik ben.”
Als we kijken naar de geschiedenis van onze gezondheidszorg hebben het geloof en de kerk daarin eeuwenlang een belangrijke rol gespeeld. Christenen werden aangemoedigd door de Bijbel, waaronder de woorden van Jezus in Mattheüs 25, waar Hij spreekt over het laatste oordeel. Kloosters waren plekken waar ziekenzorg werd geboden. Nu herinnert soms een naam aan de gevel van een ziekenhuis aan de oorsprong; denk aan een ”diaconessenhuis”.
In de afgelopen tientallen jaren zijn de ontwikkelingen snel gegaan. Onze verzorgingsstaat is opgebouwd. De overheid is een grotere rol gaan spelen op het terrein van zorg en welzijn. De medische technologie heeft een enorme vlucht genomen. In veel opzichten betekent dit gezondheidswinst voor mensen, een toegenomen levensverwachting en betere kwaliteit van leven. Een zorgverzekeringswet, waar iedereen aan bijdraagt door het betalen van premie, maakt de zorg voor iedereen bereikbaar. Maar hebben we als kerken niet te veel terrein verloren?
Psychiater Dirk de Wachter ziet een gat en een leegte op het terrein van zingeving. Hij constateert een „obsessie met geluk” in de samenleving. Mensen verstaan niet meer de kunst om ongelukkig te zijn. Maar ongeluk hoort er volgens De Wachter bij en verdriet is geen psychiatrische afwijking. We zouden elkaar veel meer moeten steunen. Dat moeten we niet op een ‘paternalistische’ manier doen, waarbij we vanuit een neerbuigende houding voor mensen gaan zorgen. De ander zouden we als „een geschenk van boven” moeten ontvangen. Ons menszijn ís de verbinding met de ander, zegt hij vanuit de filosofie van Emmanuel Levinas. Levinas gebruikt voor de ”A” van ander een hoofdletter. Als ik denk aan de ”A” van Ander leg ik graag een relatie met het geloof: onze relatie met de Ander gaat over de relatie met God. Vanuit die relatie staan we in relatie met de mensen om ons heen en in onze zorgrelaties.
Het zorgverzekeringsstelsel houd ik graag overeind voor de bekostiging van zorg die door mensen zelf niet is op te brengen. Daar moeten we collectief voor instaan. Maar op het terrein van welzijn zou ik graag een kleinere overheid willen zien en een grote samenleving, met minder ”ik”. De kerk zou een vanzelfsprekend onderdeel van die grote samenleving moeten zijn; niet naar binnen gekeerd, maar met een open blik en geopende deuren naar buiten.
Kortgeleden vierde Stichting Het Passion het twaalfenhalf-jarig jubileum. Al die jaren was er in deze time-outvoorziening voor dak- en thuislozen een luisterend oor van vrijwilligers, die aanwezig zijn en niet oordelen. Tijdens de jubileumdag sprak iemand die verschillende keren als gast in Het Passion was geweest. Uit de kilte van de straat en de liefdeloosheid die zijn leven kenmerkte, kwam hij bij Het Passion voor het eerst in aanraking met warmte en liefde. Dit is van grote betekenis voor hem geweest. Een prachtig voorbeeld van wat er gebeurt in een ontmoeting met de medemens en God.
Reageren? rubriekforum@refdag.nl