Kerk & religie

Glazig kijken bij Dordtse Leerregels

Onbekend en onbemind. Daarmee is veel over de Dordtse Leerregels gezegd. Ook meelevende kerkleden pakken liever de catechismus of het doopformulier. De vraag is of er iets kan worden gedaan om de leerregels onder de aandacht te houden. Koptische christenen in hun oranje overalls herkennen zich vermoedelijk echter heel goed in het stuk over de volharding.

René Heij
4 June 2019 19:39Gewijzigd op 28 February 2023 14:01
De herdenking van 400 jaar Dordtse synode begon in november vorig jaar. Verschillende kerken uit de gereformeerde gezindte organiseerden toen een herdenking in de Grote Kerk van Dordrecht. beeld Dirk Hol
De herdenking van 400 jaar Dordtse synode begon in november vorig jaar. Verschillende kerken uit de gereformeerde gezindte organiseerden toen een herdenking in de Grote Kerk van Dordrecht. beeld Dirk Hol

De aandacht voor de Dordtse Leerregels (DL) is paradoxaal. Enerzijds ervaren kerkgangers de inhoud ervan als moeilijk. Anderzijds kunnen publicaties over de DL op belangstelling rekenen.

Dat is de ervaring van ds. A. Moerkerken, emeritus predikant binnen de Gereformeerde Gemeenten. Hij schreef een boek over wat hij „een ondergewaardeerd belijdenisgeschrift” noemt. „Ik heb het idee dat de woorden van de leerregels gemakkelijk leiden tot ergernis, omdat de inhoud ervan zo ver afstaat van de prediking en de geloofsbeleving in deze tijd, waarin mensen dogmatische verschillen nauwelijks nog relevant achten.”

Ds. Moerkerken kijkt met gemengde gevoelens terug op de herdenking van 400 jaar Dordtse synode. „De interkerkelijke bijeenkomst in de Grote Kerk van Dordrecht, in november, vond ik waardevol en mooi. Er waren ook andere bijeenkomsten, waarbij sprake was van veel kritische distantie. Als jke er zo ver van af staat, kun je beter geen aandacht aan Dordt besteden.”

Om de DL dichter bij gemeenteleden te brengen, gaf ds. Moerkerken in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw in Nieuw-Beijerland en Gouda lidmatencatechisatie over het belijdenisgeschrift. „Die bijeenkomsten heb ik opgenomen, niet wetende dat de inhoud ervan en de vragen die toen gesteld werden, nog eens als basis zouden gaan dienen voor deze publicatie.”

Om over te preken zijn de leerregels niet geschikt, aldus ds. Moerkerken. „Dat gaat ook in tegen de Dordtse Kerkorde (DKO), die stelt dat de Heidelbergse Catechismus tijdens leerdiensten aan de orde moet komen.” Op catechisatie zou ds. Moerkerken het liefst het vragenboekje van Hellenbroek als leidraad hanteren. „Dat is een dogmatiekje in handformaat. Al moeten de leerregels, net als de Nederlandse Geloofsbelijdenis, wel bekend blijven in de gemeente. Als je catechisanten of gemeenteleden vraagt of ze die geschriften willen opzoeken en de helft zit je glazig aan te kijken omdat ze niet weten waar ze die kunnen vinden, is dat een kwalijke zaak.”

Het remonstrantisme is volgens ds. Moerkerken „enorm” binnengedrongen in de gereformeerde gezindte. „Neem nu de manier waarop in preken wordt gesproken over „wij” en „ons”. De genade wordt makkelijk algemeen gesteld. Er is een gebrek aan separatie in de prediking. Ook onder ons wordt over de Heere Jezus gesproken zonder enige notie van schuld. Als de schuld niet wordt gepreekt, wordt die ook niet beleefd. Laten we daarom het goud koesteren dat ons in de DL gegeven is.”

Loftrompet

C. Dubbeld, ouderling in de gereformeerde gemeente in Nederland te Gouda (Gerbrandyweg), gaf enige maanden geleden een boek uit over de DL. Het is hem opgevallen dat in de herdenking van 400 jaar Dordtse synode binnen de gereformeerde gezindte de „loftrompet” eenstemmig is gestoken over de DL. „Terwijl die juist gaan over thema’s als verkiezing, beperkte verzoening, prediking en wedergeboorte, waarop in de negentiende en twintigste eeuw de kerkelijke wegen meer dan eens uiteen zijn gegaan.”

Wat Dubbeld betreft is de herdenking van ‘Dordt’ in 2019 het startpunt van bredere aandacht voor de DL. „Dit is een geijkt kerkelijk document. Als je dat ondertekent, onderwerp je jezelf daaraan. Het mooiste is als ieder het eigen belijden zou spiegelen aan de inhoud van DL. De thema’s zijn ook niet de gemakkelijkste. Denk slechts aan Gods soevereiniteit. Het gaat over eeuwig binnen én over eeuwig buiten. Dan zie je de donkere zijde van de uitverkiezing. Calvijn noemde dat een ”decretum horribile”.”

Dubbeld vindt het „eigenlijk ontstellend” dat de leerregels een ondergeschoven kindje lijken te zijn bij veel mensen. „Ze zijn zo lezenswaardig. In de leerregels hoor je de kerk van de Reformatie in de Nederlanden spreken. Een jonge kerk in oorlogstijd.”

„De leerregels zijn ook een uiterst evenwichtig geschrift,” aldus Dubbeld. „De synode was bepaald geen koekoek eenzang. Er was sprake van een brede afvaardiging met verscheidene ligging. Toch hebben alle afgevaardigden de DL eensgezind ondertekend. Vergeet daarbij niet: men sprak op Bijbelse gronden. Kijk maar naar de handelingen van de synode; daarin staan pagina’s vol Bijbelteksten. Het zou mooi zijn als er een nieuwe uitgave van de leerregels komt waarbij ook verwijzingen naar Bijbelteksten zijn opgenomen. Bovendien: de DL zijn een door en door Schriftuurlijk-bevindelijk geschrift. Hier klopt het hart van de kerk.”

Dubbeld herkent de ervaring van ds. Moerkerken, dat de leer van de algemene verzoening binnen de gereformeerde gezindte opgeld doet. „Ik heb ruim 42 jaar in het reformatorisch onderwijs gewerkt en heb meer dan eens de opmerking horen maken dat Jezus voor alle mensen is gestorven.” Wat dat betreft ziet Dubbeld niet alleen mogelijkheden om aandacht te besteden aan de DL in kerken –bijvoorbeeld op catechisatie of door het lezen van een gedeelte van de leerregels in de eredienst– maar ook in het (voortgezet) onderwijs. „Ook zonder herdenking of viering kan het nuttig zijn om een studiedag over de leerregels te beleggen. Het reformatorisch onderwijs heeft een enorm lerarenkorps. Al denk ik dat op zo’n dag de diversiteit aan opvattingen voor de nodige spanningen kan zorgen.”

Formulieren

Niet alleen het voortgezet, maar ook het academisch onderwijs kan werk maken van de erfenis van de Dordtse synode. Prof. dr. W. H. Th. Moehn, bijzonder hoogleraar geschiedenis gereformeerd protestantisme vanwege de Gereformeerde Bond aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam, vindt dat de leerregels zelf aandacht verdienen in het universitair onderwijs. „Afgelopen jaar heb ik voor het eerst een cursus over de DL aan studenten gegeven. Ondanks dat meerdere collega’s zich afvroegen of dat wel verstandig was, kreeg ik van de studenten enthousiaste reacties. Het is belangrijk dat zij hun mannetje staan als het gaat om de fundamenten van de gereformeerde theologie.”

Daarmee bedoelt prof. Moehn dat toekomstige predikanten elementen als verkiezing, verzoening en de gave van de volharding in hun preken onder de aandacht brengen. „De studenten die aangeven dat ze de Heidelbergse Catechismus integraal willen gaan behandelen in leerdiensten, vormen een minderheid. Terwijl het behandelen van dat leerboek je ook als predikant bewaart voor stokpaardjes en voorkeuren.”

De DL zijn volgens prof. Moehn niet geschikt om integraal behandeld te worden in een leerdienst. „Daardoor zijn ze ook wat onderbelicht. In de Heidelbergse Catechismus gaat het heel duidelijk over thema’s die dicht bij de gelovigen staan. Ook klinkt meermalen de vraag welk nut de gelovige heeft bij een bepaald leerstuk. Bij de Nederlandse Geloofsbelijdenis is die verbinding al moeilijker te leggen. De leerregels gaan over een specifiek deel van de geloofsleer, dus dat moet ook in proportie worden behandeld. Maar de thema’s uit de Dordtse Leerregels kunnen wel in de preek behandeld worden. Er zijn meerdere preekschetsen beschikbaar die daar handreikingen voor bieden.”

Prof. Moehn noemt een voorbeeld uit de praktijk, waarin een actuele gebeurtenis gekoppeld wordt aan een thema uit de DL. „De leerregels spreken duidelijk over volharding. Als je dan kijkt naar het beeld van vervolgde koptische christenen in oranje overalls, de kerk onder het kruis. Dan zie je dat God Zich op het uur U niet onbetuigd laat. Dat hebben de Dordtse vaderen, die ook in oorlogstijd samenkwamen, al beleden.”

Ds. Van Rooijen verricht historisch onderzoek

Ds. R. P. van Rooijen verdiept zich in de formulieren en gebeden die de Dordtse synode liet opstellen. Onlangs werd bekend dat er een promotieonderzoek aan verschillende universiteiten komt, waarbij dat onderwerp centraal staat. „Het is fijn dat er belangstelling is voor het ontstaan en de doorwerking van het formulierboek.”

In zijn onderzoek kwam de predikant van de hersteld hervormde gemeente in het Gelderse Oosterwolde „mooie dingen” tegen. Hij pakt een uitgave van het Nieuwe Testament uit de studeerkamer. „Dit is van mijn moeder geweest. Toen ik het vorig jaar opensloeg, ontdekte ik dat de Dordtse Leerregels niet achterin stonden. Die zijn in later tijd in psalmboekjes toegevoegd, net als de geloofsbelijdenis van Nicea, die aan het eind van het Formulierboek werd afgedrukt, vlak voor de geloofsbelijdenis van Athanasius.”

Ds. Van Rooijen denkt dat ds. H. P. Scholte (1805-1868) en dr. Abraham Kuyper (1837-1920), die de Gereformeerde Kerken in Nederland stichtte, een belangrijke rol hebben gespeeld in de bredere verspreiding van de Dordtse Leerregels. „Ds. H. de Cock, die de Afscheiding begon, had de leerregels waarschijnlijk niet in zijn gebedenboekje staan. Predikanten en kerkgangers onderschreven de leerregels wel, maar ze hadden vaak geen kennis van wat dat geschrift inhield.”

Mevrouw Van Rooijen, die historica is en samen met haar man graag de kerkgeschiedenis bestudeert, beaamt dat. „Al is het niet zo dat er helemaal geen uitgaven van de leerregels op de markt waren. Maar je kon ze moeilijk in handen krijgen.”

In 1883 deed Kuyper de poging om de drie formulieren, die tijdens de Dordtse synode letterlijk bijeengebonden waren, gebundeld uit te geven, legt ds. Van Rooijen uit. „Dat paste in zijn streven naar een geordend kerkelijk leven als geheel.”

Of de inhoud van de leerregels daardoor vandaag de dag breder bekend is? Ds. Van Rooijen:„Ik denk dat veel mensen weten dat de leerregels gaan over verkiezing en verwerping. Misschien ook nog dat er discussie is over artikel 17 uit hoofdstuk 1, over de zaligheid van jonggestorven kinderen. Maar vaak blijft het daarbij.”

Ds. Van Rooijen vindt het op zichzelf positief dat er de laatste maanden op verschillende symposia aandacht is besteed aan de leerregels. „Maar vaak komen daar mensen op af die er toch al mee bezig zijn. De vraag is dan ook hoe je de inhoud de gemeenten in krijgt. Dat is nog niet zo eenvoudig, in een tijd waarin veel mensen wars zijn van dogmatiek.” Toch heeft hij wel een paar suggesties: „Je kunt over de leerregels preken, al zal dat voor veel gemeenteleden pittig zijn. Een bijeenkomst in kringverband leent zich er wellicht meer voor. In mijn vorige gemeente Houten heb ik dat op die manier gedaan.”

Ds. Bakker: Je hoeft niet zelf te presteren

Ds. T. A. Bakker (24) is sinds januari predikant van de hersteld hervormde gemeente in Nieuwe-Tonge, zijn eerste gemeente. „Toen ik als kandidaat rondreisde, heb ik de thema’s van ‘Dordt’ in vijf preken behandeld. Het thema verkiezing heb ik behandeld vanuit Efeze 1:4 en de volharding vanuit Johannes 10:28. In een jaar tijd ben ik zodoende persoonlijk door de leerregels heen gegaan. Toen heb ik herontdekt dat de leerregels Bijbels zijn.”

Op de catechisatie besteedde ds. Bakker ook aandacht aan de Dordtse Leerregels (DL). „Toen het ging over de verkiezing, merkte je dat dat thema weerstand opriep. Jongeren gaven aan dat ze het bizar vonden dat God al heeft gekozen voordat wij mensen er waren. Dat raakte mij. Want ten diepste kan ik dat geheim ook niet begrijpen”, aldus ds. Bakker.

„De catechisanten wilden graag weten waar de verkiezing in de Bijbel staat”, vervolgt de predikant. „Dat is een heel terechte vraag, waar ook eerbied voor het Woord uit spreekt. De weerstand geeft aan dat er geen sprake is van onverschilligheid, maar dat jongeren ook echt met zulke vragen zitten. Dit onderwerp leeft echt wel.”

De predikant zocht Efeze 1:4 op. „Dan blijven sommige vragen voor ons als mensen staan, maar als ze horen wat Gods Woord ervan zegt, als ze horen dat dit echt in de Bijbel staat, merk je soms dat de weerstand verdwijnt.”

Ds. Bakker vindt het nodig dat jongeren kennis blijven houden van de DL. „Laat ik het voorzichtig zeggen: sommige jongeren komen onder invloed van bepaald evangelisch gedachtegoed te staan. Ik merk dat velen er niet goed uitkomen en toch vanuit een bepaalde voorwaardelijkheid gaan denken. „Ja maar dominee, ik heb soms geen zin om Bijbel te lezen en ik vergeet weleens te bidden”, zeggen ze dan. Maar wat denken ze van deze dominee? Dat hij het allemaal wél kan? Nee, het is puur genade. God geeft het geloof. Je hoeft het niet zelf te doen. In deze prestatiemaatschappij komt er van alles op ons af. Dan is het nodig om dat tegenover jongeren te blijven benadrukken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer