Kerk & religie

Charles Bridges deelde zijn enorme kennis met velen

Welke boeken neem je mee? Als de Schotse predikant M’Cheyne in 1839 voor een zendingsreis naar het Heilige Land gaat, denkt hij behalve aan zijn Bijbel in de grondtalen, ook aan het pastorale handboek van Charles Bridges. „Om ons steeds te bepalen bij het werk van onze bediening.”

Anton Stam
31 May 2019 14:11Gewijzigd op 16 November 2020 16:10
Foto van de familie Torlesse, met in het midden Harriet, de bejaarde weduwe van Charles Bridges; recht onder haar hun zoon Edward.  beeld Wikipedia
Foto van de familie Torlesse, met in het midden Harriet, de bejaarde weduwe van Charles Bridges; recht onder haar hun zoon Edward.  beeld Wikipedia

Het belang van dat handboek is nadien vele malen onderstreept. Niet alleen door de tientallen herdrukken (al dan niet ingekort), maar ook door de mening van collega-predikanten, zoals Spurgeon: „Dit boek is zijn gewicht in goud waard.”

In zijn pastorale handboek –de officiële naam is: ”The Christian Ministry”– haalt Bridges (1794-1869) een beginnend predikant aan die klaagt slechts zo weinig in Gods Koninkrijk te kunnen doen, maar er vervolgens aan toevoegt: „Nu God mij niet roept tot een veelomvattende openbare bediening, heb ik wel des te meer tijd voor studie, gebed en lofprijzing.”

Die woorden zou je met enige variatie ook kunnen toepassen op Charles Bridges. Doorgaans had hij kleine parochies. Al in zijn eerste gemeente voltooit hij een meditatieve vers-voor-versverklaring van Psalm 119, luttele jaren later gevolgd door zijn doorwrochte pastorale handboek. In die periode –hij zou ruim een kwarteeuw in Old Newton staan– verschijnen ook 48 Schriftstudies en een commentaar op Spreuken; op veler verzoek verschijnen de eerste negen hoofdstukken daarvan later apart als ”Gids voor jonge mensen”. Tussendoor vindt hij nog tijd voor een uitvoerige biografie over de jonggestorven, begaafde christin Mary Jane Graham (1803-1830). De verklaring van het boek Prediker schrijft hij in zijn laatste gemeente.

Verwijzingen

In alle boeken van Bridges valt op hoe grondig hij zich voorbereidt en hoe belezen hij is. Het regent citaten van theologen uit een zeer breed spectrum. Van Alleine tot Zwingli, van Thomas Shepard tot Thomas Scott, en van de piëtist Félix Neff tot wat de grote Franse rooms-katholieke kanselredenaars te berde brachten over preektechniek en zielzorg. Opvallend is ook zijn aandacht voor de betrouwbare anglicaanse geestelijken uit de tijd voordat de evangelicals actief waren. Later zou zijn ruim twintig jaar jongere collega en geestverwant John C. Ryle deze mensen ook regelmatig citeren. Met Ryle ontstaat trouwens een hechte geestelijke band in de tijd dat ze allebei in het graafschap Suffolk staan.

Boven alle citaten uit schittert de grote hoeveelheid verwijzingen naar de Bijbel. Té veel? In zijn commentaar op Spreuken zegt Bridges over dat verwijt: „Wat ik daarmee allereerst beoog, is licht te laten vallen op de onbevattelijke rijkdom van dit heilig grondgebied.” Een scherp onderscheidende diagnose en een evenwichtige, Bijbels gefundeerde therapie kenmerken zijn boeken.

Bijvoorbeeld als hij schrijft over mensen die zonder roeping predikant werden en daar later berouw over kregen; over het verschil tussen kennisverwerving en kennisverwerking; over de heilige vreugde in het ambt; of over het omgaan met geestelijk ontwakende jongeren: de handen opleggen –laten overzomeren en overwinteren– of krachtig maar liefdevol sturen? Hij is er diep van overtuigd dat het bij al het ambtelijke werk gaat om onsterfelijke zielen op weg naar de eeuwigheid.

Lezen in Bridges werkt verslavend. Wel is zijn Engels, vooral in het pastorale handboek, wat minder toegankelijk dan dat van Ryle. Misschien dat er daarom zo weinig van hem in het Nederlands vertaald is? De catalogus van de Koninklijke Bibliotheek vermeldt alleen het boekje waarin uitgeverij De Banier in 2010 elf meditaties over Psalm 119 bundelde. Voor de Britten is het taalgebruik kennelijk niet echt een probleem geweest, want bijna alle boeken van Bridges zijn reeds tijdens zijn leven vele malen herdrukt.

Persoonlijk

Van Bridges bestaat geen biografie. Hij was getrouwd met Harriet Torlesse en ze kregen drie zoons en twee dochters. In zijn postuum gepubliceerde correspondentie en in zijn boeken klinkt af en toe wel iets over zijn persoonlijk leven door. Zoals in de meditatie ”Uitstel levensgevaarlijk”, over Ps. 119:60: „O, had ik zelf maar eerder van harte Gods wegen gezocht; hoe veel méér kennis, ervaring en troost zou ik verkregen hebben! Wat zou ik meer tot eer van God geleefd hebben! Tot hoe veel meer zegen zou ik geweest zijn voor mijn medezondaars!” En bij Spreuken 3:11: „Kastijding is even onmisbaar als ons dagelijks brood. Gods kinderen zijn nog steeds kinderen van Adam; met de wil, de trots, de onafhankelijkheidsdrang en de eigenzinnigheid van Adam.”

Zijn einde was vrede. Dat weten we uit de herinneringen van Handley Moule (1841-1920), de latere anglicaanse bisschop van Durham. Hij had Bridges vaak aangehoord in de pastorie van zijn vader. Want vader Moule maakte, evenals Bridges, deel uit van de Dorset Clerical Meeting, een van de vele kringen van evangelicale voorgangers die toen in Engeland op geregelde tijden bij elkaar kwamen voor onderlinge studie, stichting en bemoediging. Handley Moule bezocht de bedlegerige Bridges in de herfst van 1868, enkele maanden voor zijn overlijden. Bridges sprak eerst alleen maar onsamenhangend. „Totdat de Naam van Christus viel. Toen was hij opeens helemaal helder.”

Levensloop

Charles Bridges wordt op 24 maart 1794 geboren in Northampton, dat zo’n 100 kilometer ten noordwesten van Londen ligt. Hij gaat studeren in Cambridge, waar hij zijn opleiding in 1818 voltooit. Een jaar eerder, in 1817, was hij al begonnen te werken als hulpprediker in drie opeenvolgende plaatsen.

In 1821 treedt Bridges in het huwelijk met Harriet Torlesse. Twee jaar daarna wordt hij predikant in Old Newton, Suffolk, in het oosten van Engeland.

Op de jaarvergadering van de zendingsorganisatie Church Missionary Society (CMS) in 1847 houdt Bridges de gelegenheidslezing.

Na ruim een kwarteeuw als predikant verbonden te zijn geweest aan Old Newton, vertrekt hij in 1849 naar het zuidwesten van Engeland. Daar dient hij de gemeente van Weymouth, in de regio Dorset. Rond het jaar 1857 wordt Bridges predikant in Hinton, dat eveneens in Dorset ligt. Dat is hij gebleven tot aan zijn overlijden, op 2 april 1869.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer