„Christen in Japan vreemde eend in de bijt”
Christenen in Japan worden niet vervolgd of achteruit gesteld, maar toch hebben ze het niet gemakkelijk.
Dat zegt de Japanse predikant Yoshitsugu Onishi. Hij was in Nederland voor de internationale conferentie ”Resident Aliens” die van 8 tot 22 mei werd gehouden in het gebouw van Hogeschool Viaa te Zwolle (zie het verslag op pagina 9). Onishi is predikant van de Takarazuka Reformed Church in de stad Takarazuka, in het conglomeraat van de miljoenenstad Osaka.
Tijdens de conferentie legt Onishi uit hoe het is om in Japan christen te zijn. „Christenen vormen in Japan een kleine minderheid, slechts 1 procent van de bevolking. Ze moeten in het nationalistische Japan bovendien altijd opboksen tegen het imago onvaderlandslievend te zijn.”
Dit voorjaar werd in Japan de nieuwe keizer Naruhito ingehuldigd en daarmee begon de nieuwe tijdsperiode: de Reiwa, vertelt Onishi. De keizerverering was in Japan eeuwenlang de staatsgodsdienst en bracht veel christenen in verlegenheid, vertelt Onishi. „Zij deden niet mee aan het goddelijk eerbetoon aan de Japanse keizer. Daarom werd het christendom als on-Japans en staatsvijandig beschouwd.”
Na de Tweede Wereldoorlog verviel de verplichte keizercultus en waren christenen vrij kerken te stichten, maar het eerbetoon aan de keizer wordt nog altijd gezien als onderdeel van de Japanse identiteit. „Japanse christenen zijn minder enthousiast over de keizerverering en kunnen ook niet meegaan in het typisch Japanse nationalisme. Daarom staan zij continu voor het dilemma: waar ligt mijn loyaliteit? Ben ik loyaal aan Christus of aan de natie?”
Onishi wijst op een andere factor waarom christenen in Japan vreemde eenden in de bijt blijven. „Nergens ter wereld bestaat er zo’n homogene cultuur als in Japan. Neem bijvoorbeeld de immigranten die Japan als werkkrachten nodig heeft voor het vervullen van de vacatures. Die arbeidsmigranten worden nooit burgers, maar blijven ‘werkers’ die verplicht zijn naar eigen land terug te keren. De minderheid van 1 miljoen buitenlandse arbeidsmigranten heeft meer impact op de Japanse samenleving dan de minderheid van 1 miljoen Japanse christenen die 100 procent Japans zijn. Voor Japanners is christendom altijd een uitheemse religie gebleven. Christenen worden als vreemden en dus als weinig patriottisch gezien.”
De predikant werd in 1972 in Chiba, een plaats vlak bij Tokyo, geboren als zoon van een hervormde predikant. Als predikantszoon uit een christelijke gezin nam hij een uitzonderingspositie in op school. „Op de basisschool was ik het enige christelijke kind in een klas van veertig. Dat voelde eenzaam. De jongens uit mijn klas voetbalden op zondag. Ik kon niet meedoen, want ik ging naar de kerk en zondagsschool.”
Christenen worden niet vervolgd in Japan, maar als christen moet je wel opgroeien in een door en door niet-christelijke cultuur, constateert Onishi. „Als kind krijg je dan het besef dat die uitzonderingspositie komt omdat je een verkorene bent en dat je alleen door genade en een band met Christus zo’n leven kunt volhouden.”
De predikant, getrouwd en vader van drie dochters, studeerde sociologie aan de universiteit van Tokyo en was voor zijn studie in China en Zuid-Korea. Na zijn roeping tot predikant gaf hij zijn baan als bedrijfsmanager op en studeerde theologie aan het Kobe Reformed Theological Seminary in Kobe. Als predikant kwam Onishi in contact met zendelingen uit Zuid-Afrika. „Zij maakten met hun geestelijk leven en theologische diepgang zo’n indruk op mij dat ik besloot om me in het Oude Testament te verdiepen aan de universiteit van Bloemfontein in Zuid-Afrika.”
Tijdens de conferentie logeerde Onishi bij een christelijk gezin in Zwolle. Hij ervoer dat als leerzaam. „Ik zie hoe druk en gestrest wij Japanners zijn. Japanse christenen hebben ook op zondag een volle agenda met kerkactiviteiten. Ik merk de zegen van het Nederlandse christelijke gezinsleven. Dat is veel ontspannener; men heeft nog tijd voor elkaar.”