De uitspraak is het eerste gevolg van een in mei aangenomen nationale wet tegen „hatelijk en beledigend taalgebruik.” De aangeklaagde predikant, ds. Ake Green, zou eind vorig jaar in een preek gezegd hebben dat homoseksualiteit een „abnormale, afschuwelijke kankerverwekkende tumor in het lichaam van de samenleving” is. Hij noemde homoseksuelen „perverse mensen, wier seksuele drijfveer de duivel heeft gebruikt als zijn krachtigste wapen tegen God.”

Tijdens het proces liet openbaar aanklager Kjell Yngvesson een bandopname afdraaien waarop de preek te beluisteren viel. Volgens de Zweedse kerkelijke periodiek Kyrkans Tidning legitimeerde de aanklager de arrestatie met de volgende woorden: „Men mag welke religie dan ook aanhangen, maar deze preek is een aanval op alle fronten tegen homoseksuelen. Het bijeenverzamelen van bijbelteksten, zoals ds. Green gedaan heeft, maakt zijn preek tot een hatelijke rede.”

Ter verdediging voerde de predikant aan dat hij slechts de bijbelse visie op homoseksualiteit duidelijk wilde maken, niet om welk gevoel van afkeuring dan ook uit te spreken. De advocaat van ds. Green wees op de tegenstrijdigheid tussen godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting aan de ene kant en de rechten van homoseksuelen om beschermd te worden tegen discriminatie aan de andere kant. Een veroordelend vonnis zou volgens de advocaat het recht van predikanten aantasten om openlijk te preken over hun geloofsopvattingen. Ds. Green gaat naar verwachting in hoger beroep.

Soren Andersson, voorzitter van een Zweedse federatie van lesbiennes, homo’s, bi- en transseksuelen, zegt in een reactie dat godsdienstvrijheid nooit een reden mag zijn om mensen te beledigen. „Daarom kan ik het vonnis niet zien als een daad van inmenging in de vrijheid van religie.”

De directeur van de commissie voor godsdienstvrijheid van de World Evangelical Fellowship (WEF), Johan Candelin uit Helsinki, noemde recent de nieuwe Zweedse wet in strijd met de VN-verklaring voor de mensenrechten. De wet zou Zweden op hetzelfde niveau als China plaatsen. „Ook daar bepaalt de staat welke theologie toelaatbaar is.”