Extra onderzoek in zaak dode baby’s
Het gerechtshof in Den Bosch heeft maandag extra onderzoek gelast in de zaak over een Amersfoortse vrouw die in 2002 en 2004 haar pasgeboren baby’s zou hebben gedood. De vrouw werd eerder vrijgesproken omdat zowel het gerechtshof als de rechtbank meende dat niet met zekerheid was vast te stellen of de baby’s levend ter wereld waren gekomen. Daarom kon een strafbare poging tot doodslag op de baby’s niet worden bewezen, was het oordeel.
De Hoge Raad verwees de zaak evenwel terug. De vraag die volgens de hoogste rechter moet worden beantwoord is of het aannemelijk is dat de baby’s dood ter wereld kwamen. Pas als dat het geval is, kan de vrouw opnieuw worden vrijgesproken. Een gynaecoloog moet daarom het dossier extra bestuderen, besloot het hof maandag.
De vrouw stapte in 2014 naar de politie, omdat ze niet meer met haar geheim kon leven. In haar huis werden twee in plastic gewikkelde babylijkjes gevonden, die ze had opgeborgen in een beautycase en een koektrommel. De kinderen werden op het toilet geboren. Na de geboorte liet de vrouw de baby’s in de pot liggen. De vrouw zou tijdens de zwangerschap gewoon hebben gerookt. Bovendien vierde ze om het weekend feest, inclusief gebruik van alcohol, cocaïne en xtc. Volgens één gynaecoloog is de kans dat de baby’s dood werden geboren ‘aannemelijk’, een ander vond het ‘een reële mogelijkheid’.
Behalve het inhoudelijke onderzoek door de gynaecoloog, moet er ook nieuw onderzoek komen naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte vrouw. Zij heeft last van een chronische depressie en verschillende andere psychische problemen. Ze heeft moeite met het vinden van de goede hulp, zei ze maandag bij het hof.
Het is onduidelijk wanneer de zaak verder gaat.