Luister eerlijk naar Palestijnse christenen
Het is positief dat Bas Belder en Esther Grisnich geregeld aandacht vragen voor Palestijnse christenen, een doorgaans vergeten groep (RD 10-5). Het door hen geschetste beeld doet echter geen recht aan de complexe realiteit waarin deze christenen leven en zou hun positie zelfs schade kunnen berokkenen.
Het geschetste beeld van het incident in het Palestijnse dorp Jifna wekt de indruk dat de christenen daar groot onrecht is aangedaan, omdat het incident „met slechts een vormelijk gesprek” zou zijn afgedaan. Een ”sulha”, een traditionele verzoeningsontmoeting, is echter meer dan slechts een vormelijk gesprek.
In een samenleving gebaseerd op schaamte en respect is een publieke spijtbetuiging door gemeenschapsleiders een beeldbepalende stap. Dit is wat op 29 april in Jifna heeft plaatsgevonden onder het toeziend oog van driehonderd aanwezigen en verschillende media. Daarnaast werd een niet onaanzienlijk bedrag aan schadevergoeding betaald aan de getroffen families. Volgens Amjad Awwad, de burgemeester van Jifna, „zijn de rechten van de inwoners van Jifna hersteld”.
Het kan niet worden ontkend dat de christenen vanwege hun minderheidspositie (minder dan 1 procent van de bevolking) binnen de tribale (door macht bepaalde) geschilbeslissing vaak bij voorbaat een zwakkere positie hebben. Dat geldt echter niet alleen voor de christenen, maar evenzeer voor vele moslims van gewone komaf. „Dit soort incidenten gebeuren regelmatig, maar als er alleen moslims bij betrokken zijn, schrijven de media er niet over”, stelt een van onze Palestijns christelijke vrienden. Het valt te betwijfelen of Belder en Grisnich het incident vanuit deze context hebben geïnterpreteerd.
Vijanden?
Vervolgens stellen de auteurs dat christenen en moslims publiekelijk vrienden zijn, maar elkaar eigenlijk haten. De relaties tussen christenen en moslims staan inderdaad onder druk, maar dit beeld is scherp overtrokken. Na zelf twaalf maanden veldonderzoek gedaan te hebben in een naburig en soortgelijk dorp als Jifna, stellen wij dat christenen en moslims als twee aparte gemeenschappen op redelijke voet naast elkaar leven. Binnen de huiskamers hoor je „moslims zijn anders”, maar niet: „moslims zijn onze vijanden”. Menig moslim veroordeelde via de sociale media de aanval op Jifna en riep op tot het beschermen van de christelijke minderheid.
In vergelijking met buurlanden is de verhouding tussen moslims en christenen in de Palestijnse gebieden bovendien beter. Alle Palestijnen lijden namelijk onder een gemeenschappelijke tegenstander: het Israëlische militaire bewind. Meerdere studies van het onderzoeksinstituut Diyar stellen vast dat de Israëlische bezetting, en het daarmee samenhangende gebrek aan economisch perspectief, voor christenen de voornaamste reden vormt om te emigreren. Een conclusie die wij op basis van eigen onderzoek onderschrijven. Emigratie wordt dus niet in de eerste plaats veroorzaakt door discriminatie van moslimzijde, zoals Belder en Grisnich stellen. Het is onbegrijpelijk dat zij over de positie van Palestijnse christenen schrijven zonder de Israëlische bezetting ook maar één keer te noemen. Ook zonder over het Israëlisch-Palestijnse conflict een standpunt in te nemen, kunnen we de ingrijpende negatieve gevolgen van het Israëlische beleid op het alledaagse leven van een Palestijnse christen niet negeren.
Vrede en verzoening
Wij raden de auteurs aan zich in te spannen voor liefdevolle verhoudingen tussen christenen en moslims en een oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict, in plaats van de spanningen aan te wakkeren. Palestijnse kerkleiders vanuit de breedte van de kerk, zoals Michel Sabbah, Munib Younan en Atallah Hanna, benadrukken al sinds de jaren tachtig dat christenen een voortrekkersrol moeten nemen in het zoeken naar vrede en verzoening, die recht doet aan alle inwoners van het Heilige Land.
Het is spijtig te lezen dat de auteurs denken dat ze de situatie beter onder ogen zien dan de Palestijnse christenen zelf. Het Palestijns christelijke belang is niet gediend met het gooien van olie op het sektarische vuur en het in gevaar brengen van een lange geschiedenis van coëxistentie. Wij willen hen aansporen om christen-moslim-relaties niet enkel door een religieuze bril te bezien, maar kennis te nemen van alle facetten van de Palestijnse context, en geen eigen conclusies te projecteren op de Palestijnse christenen. Een van onze respondenten zei: „Wij Palestijnse christenen worden graag gebruikt om allerlei politieke standpunten te dienen, maar er wordt zelden echt naar ons geluisterd.”
Kortom, de fragiele situatie van onze Palestijnse geloofsgenoten vraagt om een voorzichtige en behoedzame aanpak, zonder eenzijdige conclusies. Dit kan niet zonder eerst open en eerlijk op zoek te gaan naar het veelzijdige verhaal van de Palestijnse christenen.
Elizabeth Marteijn promoveert op Palestijns christendom aan de Faculteit Theologie van de Universiteit van Edinburgh. Maurits Bakker is jurist en onafhankelijk onderzoeker naar christendom in het Midden-Oosten.