Ik zal u leren hoe u met vrucht Gods Woord kunt lezen. U moet dit doen met een heilige voorbereiding, met een nederig hart. U moet met een schuldige eerbied tot Gods Woord tot dit onderzoek toetreden.Wij moeten bedenken dat het de Koning van hemel en aarde is die door Zijn gezanten tot ons gaat spreken, om Zijn heilige wil te openbaren en om ons de weg te wijzen die naar boven is. Wij moeten verder bedenken dat Hij dat alles doet uit vrije genade, terwijl Hij duizenden laat wandelen in het goeddunken van hun boze hart, buiten het licht van het Evangelie.

Wat dunkt u, vrienden, moet dit ons niet tot nederigheid aansporen? O, wij moeten dat Woord zo hoog achten. Buiten de openbaring van dat Woord om gaan wij voor eeuwig verloren en is er geen behoud. Daarom wordt dit Woord genoemd het Woord des levens, een Woord der verzoening. Daarom moet men onder het lezen het leven en de zaligheid daarin zoeken.

Tot het rechte onderzoeken van de goddelijke waarheden wordt ook een gedurige werkzaamheid vereist. Men moet zonder ophouden daarin bezig zijn en vele uurtjes met grote begeerte daartoe afzonderen. David zegt daarover in Psalm 27: „Eén ding heb ik van de Heere begeerd, dat zal ik zoeken…”

Wilhelmus Themmen, predikant te Nijkerk (Nuttige zamenspraken van een Heylsoekende Leeraar, 1736)