Kabinet krijgt geld maar niet aan het rollen
Het kabinet slaagt er maar moeilijk in om de extra miljarden die het heeft uitgetrokken ook uit te geven. Dat komt doordat investeringen nu eenmaal tijd kosten en doordat het door de krappe arbeidsmarkt niet meevalt extra leraren, agenten, ouderenverzorgers, cipiers en commando’s te vinden, zegt de Algemene Rekenkamer.
De Rekenkamer, die toeziet op de uitgaven van het Rijk, bracht woensdag verslag uit aan de Tweede Kamer over wat er in 2018 van alle kabinetsplannen is terechtgekomen. Op deze Verantwoordingsdag, ook wel ‘gehaktdag’ genoemd, komen alle ministeries met hun jaarverslagen.
Het Rijk laat in zijn bedrijfsvoering steeds meer steken vallen, klaagt Rekenkamer-president Arno Visser. Hij kon de boekhouding nog net goedkeuren, maar „voor het eerst in lange tijd naderen we de kritische grens”. Als 1 procent van de uitgaven niet volgens de regels verloopt, kan de Rekenkamer die goedkeuring niet langer geven. Het kabinet moet Tweede en Eerste Kamer onder meer tijdiger informeren over nieuwe maatregelen, anders gaat het volgend jaar wel mis.
Waar een miljard euro op de plank bleef liggen, kampten andere overheidsdiensten juist met achterstallig onderhoud. Onderhoud aan bruggen en sluizen moest bijvoorbeeld worden uitgesteld omdat het geld op was, terwijl er tegelijkertijd ruim een half miljard voor infrastructuur is doorgeschoven naar volgend en daaropvolgend jaar.
De Rekenkamer drukt het kabinet op het hart meer aandacht te besteden aan de ICT, die in „zorgelijke staat” verkeert. Van de 47 keer dat het vorig jaar misging in de bedrijfsvoering van de overheid, ging het 19 keer om ICT of de beveiliging van digitale informatie. Van alle ministeries boeken alleen die van Volksgezondheid, Sociale Zaken en Economische Zaken op dat laatste punt genoeg vooruitgang.
Het Rijk kijkt volgens de Rekenkamer nu vooral naar nieuwe ICT en vergeet de bestaande systemen. Maar met dat laatste is veel meer geld gemoeid, waarschuwt de toezichthouder.