Redevoeringen van Paulus belicht door de bril van Lukas in Handelingen
Paulus richt zich in het boek Handelingen tot Joden én niet-Joden (Grieken). Hij past zijn rede aan om deze groepen specifiek te bereiken, aldus dr. Frans van Vliet. Zodat ze beiden de ware God zouden kennen.
Als promovendus onderzocht dr. Van Vliet de cruciale rol van Lukas in het beschrijven van het bereiken van verschillend publiek. In zijn dissertatie ”Met Lucas luisteren naar Paulus. Onderzoek naar de communicatie van het Evangelie in Handelingen 13 en 17”, waarop hij maandag in Amsterdam promoveerde, laat dr. Van Vliet zien hoe fundamenteel de rol van Lukas is geweest in het beschrijven van de verschillende toespraken van Paulus wanneer hij in hoofdstuk 13 van Handelingen de Joden in de synagoge in Antiochië aanspreekt en in hoofdstuk 17 de Grieken op de Areopagus.
Dr. Van Vliet (1942) diende na een 30-jarige loopbaan als leraar wiskunde de hervormde gemeenten van Kamperland en Zaamslag. Hij is nu emeritus predikant in Zaamslag.
Dr. Van Vliet: „Ik bestudeer Paulus in zijn optreden als communicator van het Evangelie vanuit het perspectief van Lukas, die doorgaans als auteur van het boek Handelingen wordt gezien. Uit de opbouw van Handelingen blijkt dat Lukas rekening houdt met het publiek waarvoor hij schrijft. Mijn onderzoek geeft dus een ander beeld van Paulus zoals deze in zijn eigen brieven naar voren komt. Als Paulus brieven schrijft, gaat hij in op wat speelt bij mensen tot wie hij zich richt.”
Lukas heeft allereerst de lezer van de toenmalige christelijke gemeenschap voor ogen, aldus dr. Van Vliet. „Het gaat hem om de lezer aan te spreken om de ware God te dienen: Jezus is de door God Opgewekte uit de dood en er is een rechtvaardig oordeel door Hem.”
Dat geldt zowel Joden als voor Grieken. Dr. Van Vliet: „Paulus doelt op een kentering in het leven van zijn hoorders, een bekering en omkeer. Paulus gebruikt daarvoor verschillende termen. Lukas laat aan de hand van de beide redevoeringen van Paulus zien hoe deze zich aan zijn verschillende gehoor aanpast. Hoorders zijn mensen die in een bepaalde context leven en daarin worden aangesproken. Dat maakt oog hebben voor de rol van Lukas zo belangrijk: hij weet te communiceren om zijn boodschap bij de mensen te krijgen. Hij wil mensen overtuigen en laat daarin zijn betrokkenheid bij de lezer zien.”
Woord van God
Dr. Van Vliet stelt dat men in de omgang met de Bijbel niet voorbij kan gaan aan het unieke van de Bijbel als het Woord van God. „De Bijbel laat zich kennen als het Woord van God, waarin Hij naar mensen toekomt. Het is wel menselijke taal: het Woord van God spreekt geen onbegrijpelijke taal.”
Het is het eigen gezag waardoor de Bijbel zich onderscheidt van een ‘gewone’ tekst. „Dat gezag dringt zich bij het lezen op. Dit betreft de inhoud, de boodschap, het verhaal van de Schrift. Het gezag ligt bij de tekst, niet bij de lezer. Deze tekst stelt vragen aan de lezer, aan die van toen én die van nu. Zijn we ons er van bewust: Wie ben ik als lezer? Welke ‘leesbril’ heb ik op? Wat heeft de tekst ons vandaag te zeggen? De opdracht voor de kerk is om haar eigen tijd te verstaan en in te gaan op de vragen van deze tijd. Lukas en Paulus deden in hun tijd niets anders.”
Voor dr. Van Vliet is oog hebben voor de communicatie van het Evangelie in deze tijd enorm belangrijk. „Hoe komt de boodschap over, welke mogelijkheden gebruik je? Paulus weet die uitstekend te benutten, zo laat Lukas zien. Daarom is de benadering van de hoorder essentieel voor de boodschap, zonder af te doen aan de inhoud. Het gaat erom dat het Woord gehoord en gehóórzaamd wordt.”