CU-SGP: Ethiek steeds belangrijker thema in Brussel
De Europese Unie staat op een kruispunt. De Europese federalisten gaan de ene kant uit; de populisten de andere kant. ChristenUnie en SGP zoeken een middenweg. Europarlementskandidaat Peter van Dalen: „Beide opties zijn even gevaarlijk.”
Beide stammen ze uit de „Ridderkerkse school”, grijnst Van Dalen (CU) naar SGP-collega Bert-Jan Ruissen. Ze werkten allebei als medewerker voor toenmalig Europarlementslid en Ridderkerker Leen van der Waal.
Aan de flipover in het CU-partijbureau in Amersfoort hangt daarom een oranje verkiezingsposter van SGP-GPV-RPF uit 1984. „Al 35 jaar vervullen wij met verve een voortrekkersrol tegen een gecentraliseerd Europa”, zegt Ruissen. „De vraag is of we door willen op de lijn van Macron en Juncker, en dus niet naar de mensen luisteren.” Van Dalen: „Andere partijen kijken nu onze kant op, omdat wij een aantrekkelijke boodschap hebben.”
Boven de poster uit 1984 heeft Van Dalen met een viltstift nog even de nadelen van brexit geschreven. „Nu al verliezen de Britten elke week 900 miljoen pond, terwijl ze nog steeds in de EU zitten. Omdat Nederland nog nauwere banden met de rest van de EU heeft, is een nexit voor onze economie volstrekt onverantwoord. De populisten willen een einde aan de open grenzen. Het CBS heeft berekend dat die goedkope beloften maar liefst 9 miljard euro kosten.”
Dat zijn materiële overwegingen.
Ruissen: „Dit is het moment om de EU te hervormen. Dat is beter dan een zinloze nexit nastreven.”
Als Europa uw tussenweg niet volgt, is nexit dan misschien ooit de enige mogelijkheid?
Van Dalen: „Doorslaan naar de flanken is nooit een oplossing. De boodschap die wij al 35 jaar uitdragen, is nog hyperactueel. Eind april nam de Tweede Kamer de motie van SGP’er Bisschop aan die de regering opdraagt afscheid te nemen van de zin in Europese verdragen over de ”steeds hechtere unie”. Vroeger zou zoiets zijn weggestemd.”
Ruissen: „Wij gaan vanuit het parlement volgen of de regering die opdracht uitvoert. De motie bewijst dat het roepen om samenwerking in plaats van een superstaat geen onmogelijke missie is.”
Van Dalen: „Het vraagt een enorme omslag in denken. Frans Timmermans was als vicevoorzitter van de Europese Commissie aangesteld om het mes te zetten in Europese regelingen, maar hij pleit nog steeds voor een EU-leger en -belastingen.”
U pleit voor een Europees vast verdelingsmechanisme van asielzoekers. Hoe verhoudt zich dat met uw pleidooi voor nationale zelfstandigheid?
Van Dalen: „Asiel is een grensoverschrijdend thema. We moeten de komst van asielzoekers niet alleen aan Italië en Malta overlaten. Wij vinden dat lidstaten met elkaar in gesprek moeten over de verdeling van asielzoekers. Ook Nederland heeft beloofd een bepaald aantal asielzoekers op te nemen, maar heeft dat nog niet gedaan. Polen en Hongarije hebben aangegeven dat niet te doen. Dat is de soevereine macht van een staat. Maar afspraak is afspraak.”
Ruissen: „We hebben begrip voor lidstaten die geen asielzoekers willen opnemen. Maar dan moeten ze wel een financiële bijdrage leveren om lidstaten die dat wel doen, te ondersteunen. Zo houd je rekening met diversiteit tussen lidstaten.”
De frictie met Polen en Hongarije gaat over meer dan alleen het asielbeleid. De EU heeft tegen beide landen een procedure gestart om hen het stemrecht te ontnemen, vanwege verschillen over de rechtstaat. Hoe ziet u dit?
Ruissen: „De rechtsstaat is iets om zuinig op te zijn. We moeten die landen daarom aanspreken op schendingen. De artikel 7-procedure is wel een zwaar middel, wat contraproductief kan werken. Als dwangmiddel zou de SGP korten op fondsen.”
Van Dalen: „Natuurlijk zijn Polen en Hongarije soeverein. Maar als ondertekenaar van de verdragen zijn ze deel van een Europese rechtsorde. Dat de Poolse minister van Justitie leden van het hooggerechtshof benoemt, kan natuurlijk echt niet.”
Ruissen: „Rond Polen en Hongarije is er volgens mij te weinig begrip voor de geschiedenis van het communisme in deze landen. Dat moet de EU in gesprekken meenemen. Ook kunnen wij onmogelijk meegaan in het seculiere belerende vingertje over huwelijk en gezin. In het rapport-Sargentini krijgt Hongarije het verwijt dat het vasthoudt aan het traditionele gezin.”
In uw verkiezingsprogramma staat dat de EU een plek is voor „gemeenschappelijke waarden”. Welke waarden zijn dat?
Ruissen: „We moeten terug naar de Bijbelse waarden en normen. Die worden in de EU weggedrukt. De oorspronkelijke verdragsteksten zijn gebaseerd op christelijke waarden, zoals solidariteit. Ook de waarde van gelijkheid wordt genoemd, maar dat wordt nu seculier uitgelegd. Een Bijbels onderscheid tussen man en vrouw of tussen een homohuwelijk en Bijbels huwelijk, geldt nu als ongelijkheid of discriminatie.”
Van Dalen: „Denk bij die waarden ook aan de belastingmoraal. Multinationals als Google en Facebook betalen alleen belasting waar die het laagst is. Wij zeggen: betaal belasting in het land waar je de omzet haalt. Geef de keizer wat des keizers is.”
Welke ethische thema’s verwacht u de aankomende vijf jaar in debat?
Ruissen: „Een paar weken geleden nam ik deel aan een lijsttrekkersdebat. D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld noemde in de eerste minuut huwelijk en gezin. In de vijfde minuut ging het al over abortus. In toenemende mate spreekt het Europees Parlement over ethische thema’s. Het is belangrijk om deel te nemen aan die debatten en op te komen voor waarden in de EU. Vreemd dat het recht op leven niet geldt voor het ongeboren leven. De EU steunt bijvoorbeeld abortus in haar ontwikkelingsprogramma’s, dat willen wij niet.”
Van Dalen: „Toen ik in de jaren 80 als medewerker van Leen van der Waal werkte, kwamen ethische thema’s soms aan de orde. Het parlement was er dan snel klaar mee. Dat is tegenwoordig anders. Elke week is er een motie of amendement waarin D66 of GroenLinks de zogeheten seksuele reproductieve rechten aanprijzen. Dat is een duur woord voor abortus provocatus. De Raad en de Commissie zeggen tot nu toe dat dit een verantwoordelijkheid van de lidstaten is, maar ze staan onder druk om toe te geven. Wij geven tegendruk. Dat vergt voortdurende alertheid.”
U hebt zich jarenlang ingezet voor het EU-beleid rond godsdienstvrijheid. Wat hebt u op dat punt bereikt?
Van Dalen: „Dat alle 150 EU-ambassadeurs nu weten hoe ze regeringen op dit punt moeten aanspreken. Toen ik in 2009 begon, was godsdienstvrijheid niet structureel aanwezig in het Europees buitenlandbeleid. SP-collega Dennis de Jong en ik hebben toen de EP-intergroep vrijheid van godsdienst en levensovertuiging opgericht. Die rapporteert jaarlijks over de situatie van godsdienstvrijheid wereldwijd. Verder geven wij als intergroep training op de terugkomdag van de ambassadeurs.
Ook heeft de EU een speciaal gezant hiervoor aangesteld. Diverse landen zijn daarin gevolgd. Godsdienstvrijheid is nu structureel onderdeel van het buitenlandbeleid.”
Ruissen: „SGP-Europarlementariër Belder en Van Dalen konden elkaar op dit gebied goed aanvullen. Van Dalen in de intergroep en Belder als lid van de commissie buitenlandse zaken. Het is mooi om in zulke onderwerpen schouder aan schouder te staan. Die lijn willen we voortzetten.”
Uw partijen trekken in het EP al 35 jaar samen op, terwijl ze op nationaal niveau gescheiden zijn. Wat is het geheim van de Europese samenwerking?
Ruissen: „Dat we dezelfde visie op de toekomst van de EU hebben, denk ik. Verder hebben we elkaar als christelijke partijen nodig, in een parlement van 751 leden.”
Van Dalen: „In meerdere provincies en gemeenten werken we ook samen.”
De ChristenUnie is in Den Haag coalitiepartij. Heeft dat ooit uw stemgedrag beïnvloed?
Van Dalen: „Poeh, eens even goed nadenken, hoor. Ik denk dat het één keer is voorgekomen. Dat ging toen over een voorstel over het toegestane percentage CO2-uitstoot van voertuigen in lidstaten. Ik heb anders gestemd, voor een hoger percentage, omdat Den Haag dat vroeg. Dat bewijst dat het verkiezingsprogramma uit 2014 een heel goed stuk was. Wel gaat er elke week iemand van ons naar de fractievergadering van de ChristenUnie in de Tweede Kamer. Zo houden we voeling.”
Over CO2 gesproken: de SGP staat anders in het klimaatdebat dan de ChristenUnie. Wat als u van mening verschilt?
Ruissen: „Inderdaad, beide partijen hechten aan zorg voor de schepping, maar werken dat anders uit. Zo zien wij als SGP nog wel toekomst voor kernenergie. Mocht dat tot ander stemgedrag leiden, dan moeten we daar niet krampachtig mee omgaan.”
Uit diverse publicaties over de samenwerking van ChristenUnie en SGP in het EP komt een nogal ontluisterend beeld naar voren. Hoe gaat u dat voorkomen?
Ruissen: „We zijn nu samen op campagne en werken goed samen. Onze drive is groot om een mooi en gezamenlijk team te vormen.”
CU-SGP: Ethiek steeds belangrijker in Brussel
De afgelopen jaren was ChristenUnie-SGP in het Europees Parlement lid van de Europese Conservatieven (ECR-fractie).
Hoe ziet u de toekomst van de ECR?
Van Dalen: „De ECR wordt steeds rechtser. De Britten vertrekken vermoedelijk en zijn eigenlijk alleen nog maar met brexit bezig. In 2016 hebben we de populistische Duitse AfD’ers nog uit de fractie gezet, maar dat zou nu niet meer zijn gelukt. In 2018 zijn de rechts-populistische Zweedse Democraten immers wel toegelaten, wat voor mij een teleurstelling was. Als de Britten weg zijn, zal het rechtse karakter sterker worden, omdat dan de Poolse PiS de dominante partij wordt.”
En dan klopt ook Forum voor Democratie nog eens aan de deur.
Van Dalen: „Voor mij is dat een brug te ver. Ik heb pas nog dat RD-interview (uit april 2016, red.) gelezen waarin ik met Baudet sprak over het EU-verdrag met Oekraïne. Daarin noemde hij de agressie van NAVO gevaarlijker dan Poetin. Hoe haal je het in je hoofd om zoiets te zeggen?”
Zou de Poolse PiS-partij binnen de ECR hem dat niet afleren? Die is zeer wantrouwend tegen Poetin.
Van Dalen: „Dat zou je zeggen. Maar PiS-delegatieleider Legutko heeft hem juist verwelkomd. Die is onvoldoende op de hoogte.”
Overweegt u een andere fractie?
Van Dalen: „Toen ik bij de luchtvaart werkte, zeiden we altijd: we hebben de radar volledig open staan.”
Wat wil de SGP?
Ruissen: „Hoe de ECR zich ontwikkelt, is ook voor ons een onzekere factor. Maar we gaan de ECR niet op voorhand uitsluiten. Het ligt eraan hoe de verhoudingen na de verkiezingen zijn. Onder de kiezers is rechts duidelijk in beweging. Voor ons is belangrijk dat er ruimte is voor onze politieke visie en ons christelijke geluid.”
Hoe groot is de kans dat u na de verkiezingen toch bij een andere fractie uitkomt?
Ruissen: „Dat is natuurlijk niet de inzet. Het kiezen van een fractie doen we in overleg met de ChristenUnie. Wat ons betreft kijken we samen bij welke fractie we onderdak zoeken. De intentie is dus: samen uit, samen thuis.”
Van Dalen veert op en roept: „Amen. Ik hoor: samen uit, samen thuis. Dat ondersteun ik.”