Laestadiaans in Veenendaal
Voor zover bekend telt Nederland twee west-laestadianen. Voor Finse laestadiaanse predikers is het geen verhindering om twee keer per jaar naar Nederland te komen. „Het spreekt toch voor zich dat je als kerk zorgdraagt voor je schapen?”
De gemeenschapsruimte van wijkcentrum De Eglantier in Veenendaal is voor enkele dagen omgebouwd tot kerkzaal. Op de tafel voorin, bedekt met een wit kleed, staan een karaf met water en drie glazen gereed. Annemieke Pasma en zoon Tobias laden de koffer met Finse en Engelstalige zangbundels en Bijbels uit. Als alles gereed ligt, neemt Annemieke plaats op een van de stoelen, om alvast wat gezangen te lezen.
Kwart voor tien arriveren de gasten uit Finland: prediker Seppo Parviainen en zijn vrouw Eeva, de jongere Risto Laukkanen en Hannu Hautakangas met zijn echtgenote Heidi. Ze hebben de nacht doorgebracht in een hotel in Ede. Jacob en Alicia, neef en nicht, logeren bij de familie Pasma. Hij is softwareontwikkelaar in New York, zij verpleegkundige in het universitaire Minnesota Medical Center in Minneapolis. Ze zijn voor de gelegenheid vanuit Amerika overgekomen naar Veenendaal.
Terwijl Parviainen en Laukkanen bepalen welke preek van Laestadius deze morgen zal worden gelezen, knopen de vrouwen hun hoofddoekje om. Dan kan de dienst beginnen, met het zingen van een piëtistisch gezang uit de liedbundel Virsikirja ja Hengellisiä Laulaja.
Wandelstaf
Nadat Hautakangas een gebed uit een laestadiaans gebedenboek heeft gelezen en de elf aanwezigen opnieuw een gezang hebben gezongen, gaan de kerkgangers uiteen. Voor deze morgen hebben de Finnen preek 49 uit de vierde postille met nagelaten werk van Laestadius uitgekozen, over 2 Petrus 3:18. Tobias leest in de grote zaal de Nederlandse versie voor zijn drie landgenoten. De overige bezoekers verhuizen naar een belendend vertrek, om daar dezelfde preek in hun eigen taal te lezen. Overjarig koren waarin de negentiende-eeuwse Zweedse opwekkingsprediker ernstig waarschuwt tegen het steunen op verstandelijke kennis of in het verleden ontvangen genade.
Na twintig minuten is het gezelschap weer bijeen in de grote zaal. Als nog een gezang is gezongen, neemt Laukkanen het woord. Hij zal deze zaterdagmorgen de prediking verzorgen. Vanmiddag is er opnieuw dienst. Morgen wederom twee keer. In de morgensamenkomst zal dan het heilig avondmaal worden bediend.
De Finse prediker begint met een persoonlijk getuigenis. De verkondiging gaat deze morgen over de zaligsprekingen. Parviainen leest het Bijbelgedeelte, Laukkanen past daarna vers voor vers toe. Bevindelijk en ernstig, waarbij hij zo nu en dan refereert aan een uitspraak van Laestadius. Hij sluit af met de woorden: „Ik heb gesproken wat de Vader me voor dit moment te spreken gaf.” Dan is het moment aangebroken voor schuldbelijdenis en vergeving. De aanwezigen omhelzen elkaar op kuise wijze, fluisteren wat hen bezwaart, waarna de een de ander vergeving aanzegt. „In Jezus’ Naam, door Jezus’ bloed.” Het ritueel wordt aangeduid als ”de wandelstaf”. Belijdenis van zonde voor God en de naaste en het ontvangen van vergeving maken het mogelijk om welgemoed de reis naar Sion te vervolgen.
Cultuurverschil
In huize Pasma staat de tafel gedekt. Annemieke en echtgenoot Dirk hebben een cateraar een overvloedige maaltijd laten bezorgen. Annemieke is nog vol van de samenkomst. „Ik vind het zo bijzonder dat jullie elke keer weer bereid zijn om naar ons toe te komen.” Parviainen glimlacht en maakt een afwerend gebaar. „Het spreekt toch voor zich dat je als kerk zorgdraagt voor je schapen?”
Na de maaltijd nemen de bezoekers plaats in de voorkamer, waar zoals gebruikelijk ”gezelschap” zal worden gehouden. De bejaarde Finse lekenprediker heeft de leiding. Hij leest enkele verzen uit Mattheüs 6 over het bidden, en vraagt vervolgens alle aanwezigen iets te vertellen over hun eigen gebedsleven en -ervaringen. Na anderhalf uur sluit hij het gesprek af met wat persoonlijke opmerkingen en pastorale adviezen.
Hautakangas, van professie ingenieur, is de enige van de Finse delegatie die vloeiend Engels spreekt. Niet alleen door zijn managementfunctie bij een internationale onderneming, maar ook dankzij zijn Amerikaanse vrouw, afkomstig uit Minnesota. Twintig jaar geleden volgde ze hem naar Finland. „Een groter cultuurverschil is nauwelijks denkbaar”, lacht ze. In haar jeugd bestond de gemeente van Kingston uit vijf gezinnen. Vaak was er geen prediker beschikbaar en werd in de samenkomst uitsluitend een preek gelezen. De gemeente van het Finse Tampere, waar haar man een van de oudsten is, telt meer dan 700 zielen. In Kingston is het aantal kerkgangers intussen ook uitgegroeid tot meer dan 500. „De meeste laestadianen hebben grote gezinnen, vandaar.” De west-laestadiaanse gemeente van Helsinki, waartoe rondreizend prediker Risto Laukkanen behoort, omvat zo’n 1200 zielen.
Ingedaald
Dirk en Annemieke waren in de eerste jaren van hun huwelijk randkerkelijk. Zo nu en dan bezochten ze de dienst in een hervormde gemeente. Het sterven van een dochtertje gaf een geestelijke ommekeer in hun leven. Ze sloten zich aan bij de vergadering van gelovigen in hun toenmalige woonplaats. Door buren, een Nederlandse man die getrouwd was met een Finse vrouw, leerden ze het laestadianisme kennen. Na de verhuizing van de buren naar Finland bleven de contacten met de laestadianen bestaan. „We bezochten conferenties van west-laestadianen in Duitsland. Op zondag gingen we gewoon naar de dienst van onze eigen gemeente.”
In 2005 veranderde dat voor Annemieke. „Tijdens een samenkomst in het huis van een Duitse laestadiaanse vrouw sprak de Finse prediker heel indringend over het lijden van de Heere Jezus. Op een gegeven moment zei hij: „Blijf niet zo ver van dat kruis af staan. Kom dichterbij. Zo dichtbij dat je de bloeddruppels van de Heere Jezus in je hart kunt opvangen.” Dieper dan ooit tevoren besefte ik hoe zondig ik ben en hoe heilig de Heere Jezus is. Dat ontroerde me heel diep. Ik sprak er met niemand over, maar de prediker had iets aan me gemerkt. Voor we naar huis gingen, legde hij zijn hand op mijn schouder en zei: „Jij mag geloven dat al jouw zonden vergeven zijn in de Naam van de Heere Jezus, door Zijn bloed.” Op weg naar huis besefte ik voor het eerst wat dat werkelijk betekent. Het was nooit ingedaald in mijn hart. Toen dat gebeurde, veranderde mijn hele leven.”
Gastvrij
Ze ging Zweeds leren en bezoekt nu geregeld bijeenkomsten van laestadianen in Lapland. Over onderdak hoeft ze zich nooit zorgen te maken. „Gastvrijheid is voor de laestadianen een vanzelfsprekendheid. Onbekende mensen ontvangen je of je de koning zelf bent.” Op zondag luistert ze samen met Tobias via een telefoonverbinding naar de dienst van de firstborn laestadianen in het Amerikaanse Minnetonka. „’s Middags luister ik soms mee met de gemeente in het Zweedse Knivsta.”
Tobias, werkzaam bij een marketingbureau in Veenendaal, nam in 2007 deel aan een vakantiebijbelschool van west-laestadianen in Minneapolis, bestemd voor jongeren die belijdenis willen doen. Het jaar erna ging hij opnieuw, nu met zijn ouders. „Tijdens een samenkomst had ik dezelfde ervaring als mijn moeder.”
Dirk kerkt nog steeds bij de vergadering van gelovigen. Hij heeft groot respect voor de laestadiaanse predikers, maar de opvatting dat ware gelovigen elkaar namens de Heere Jezus de zonden kunnen vergeven, wijst hij af. „Dat kan alleen de Heere Jezus Zelf.”
„Daar ben ook ik van overtuigd”, zegt Annemieke. „Als Tobias bij mij komt om vergeving te vragen, getúíg ik er alleen maar van dat de Heere Jezus zijn zonden vergeven heeft.”
Eenheid
Voor zover ze weten, zijn ze de enige west-laestadianen in Nederland. Misschien zelfs de enige laestadianen. De door hen georganiseerde samenkomsten, in april en oktober, trekken wel enkele oud gereformeerde sympathisanten, onder wie een echtpaar uit Stavenisse. Dat organiseerde de laestadiaanse conferentie die eerder dit jaar in Hardinxveld-Giessendam werd gehouden. „Met die mensen voelen we ons hartelijk verbonden.”
Wat Tobias vooral aanspreekt in de laestadiaanse voorgangers, is hun directheid. „Ze preken persoonlijk en concreet over zonde en genade. Dat brengt de boodschap heel dichtbij. Ik heb heel wat kerken bezocht, maar dit vind ik nergens anders zo.”
„Bij ons wordt echt uit het hart naar het hart gesproken”, bevestigt Annemieke. „Daardoor worden gewetens geraakt.”
Belangrijk is voor Tobias ook de uniformiteit in leer en leven. „Voor belangrijke beslissingen kan ik raad vragen aan een van de oudsten. Die overleggen zo nodig met andere oudsten, desnoods met de raad van oudsten in Lapland. Daardoor is er altijd een grote eenheid in de adviezen die gegeven worden. Ook het lezen van een preek van Laestadius aan het begin van de samenkomsten bevordert de eenheid, maar de belangrijkste reden ligt in het feit dat de Heilige Geest in de gemeenten woont. Hij is het Die ons leidt. Omdat de Heilige Geest niet verandert, leven wij op dezelfde wijze als de gemeente waarop de Heilige Geest werd uitgestort.”
Dit is deel 2 van een tweeluik over laestadianen. Het eerste artikel verscheen vrijdag 26 april.
Lees ook:
Lars Levi Laestadius, apostel van de Sami (rd.nl, 30-04-2019)
Ook Finland heeft een Biblebelt (rd.nl, 07-11-2018)
Zorg over kerk in Finland, maar hoop ligt buiten mensen (rd.nl, 07-06-2018)
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx