Grens van 1967 was nooit meer dan bestandslijn
Het is niet zozeer het feit dát Israël zich verdedigt als wel de manier waarop waar de internationale gemeenschap moeite mee heeft. Deze conclusie hebben analisten de afgelopen weken getrokken na het vonnis van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag op 9 juli en een resolutie van de Algemene Vergadering van de VN op 20 juli. Israël bouwt de veiligheidsbarrière om de bevolking te beschermen tegen terreuraanslagen.
Het hof spreekt, evenals de Algemene Vergadering, in navolging van de Palestijnen steeds over „de muur”, hoewel slechts een klein gedeelte van de afscheiding uit een muur bestaat. Volgens veertien van de vijftien rechters van het ICJ, onder wie de Nederlander Kooijmans, heeft Israël de plicht te stoppen met „de constructie van de muur die wordt gebouwd in bezet Palestijns gebied, inclusief in en rond Oost-Jeruzalem.”
De internationale gemeenschap blijkt niet bereid te accepteren dat Israël zijn veiligheidsbarrière bouwt in het gebied dat het in 1967 in een verdedigingsoorlog veroverde, noch op de Westelijke Jordaanoever noch in Oost-Jeruzalem. Israël had het stelsel van muren en hekwerken moeten aanleggen binnen de zogenaamde Groene Lijn. Dat wil zeggen: binnen de grens van Israël voor de Zesdaagse Oorlog van 1967.
Maar over welke grens gaat het dan eigenlijk? Tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever heeft nooit een grens gelopen waarover Jordanië, dat in 1948 de Westoever bezette, en Israël het eens zijn geworden. Op 3 april 1949 tekenden beide landen op Rhodos een overeenkomst over bestandslijnen. „Het basisdoel van deze bestandslijnen is de lijnen te schetsen die de strijdmachten van de respectievelijke partijen niet mogen overschrijden”, aldus artikel 4 lid 2 van het akkoord. Dat het niet over grenzen maar over het afbakenen van wapenstilstandslijnen ging, blijkt ook uit artikel 6 lid 9. Daarin zeggen Israël en Jordanië de bestandslijnen vast te stellen „onder voorbehoud van” een toekomstige territoriale regeling of grenslijnen.
De landen trokken de lijn in de buurt van het gebied waar de troepen tegenover elkaar lagen. Jordanië ging er onder druk van Israël mee akkoord een strook land van 5 tot 8 kilometer op te geven in het noordelijk gedeelte van de Westoever. Jordanië kreeg in de buurt van Hebron een -weliswaar veel kleiner- stuk land van Israël. Bij het akkoord met Jordanië werd ook de terugtrekking van Irak uit de Westelijke Jordaanoever geregeld. Irak was een van de zes Arabische landen die Israël aanvielen in 1948.
Het bleek een uiterst ongelukkige scheidingslijn. Arabische boeren konden hun land niet meer bereiken. Het was voor Arabische infiltranten mogelijk Israël binnen te vallen en aanslagen uit te voeren. Terrorisme tegen Israël kwam namelijk ook al voor tussen 1949 en 1967, toen Israël de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook nog niet bezet had en Oost-Jeruzalem, de Tempelberg incluis, geheel in handen van de moslims was.
In de stad Jeruzalem liep de scheiding dwars door het centrum van de stad, tussen het Joodse gedeelte en het Arabische gedeelte in. Jordaniërs stonden de Joden niet toe hun heilige plaatsen in de Oude Stad van Jeruzalem te bezoeken. De bestandslijn gaf Israël een uiterst smalle taille van ruim 13 kilometer bij Herzliya en dus moeilijk te verdedigen buitengrenzen. Kortom, de ligging van de voorlopige grens van voor 1967 droeg niet bij aan de stabiliteit in het Midden-Oosten. Integendeel, ze bevorderde de spanningen.
Dat het een catastrofale lijn was deerde de partijen aanvankelijk niet. Ze geloofden namelijk dat het een tijdelijke grens zou zijn, in afwachting van de vaststelling van een betere, definitieve grens. Maar die regeling bleef uit. Nu echter verwachten de Palestijnen, de Arabische staten en andere landen dat Israël zich achter deze lijn terugtrekt. De terugtrekking achter die lijn zou dan de magische formule zijn waardoor vrede in het Midden-Oosten ontstaat.
Eén Israëlische premier is een keer bereid geweest die eis van terugtrekking grotendeels te respecteren. Tijdens de besprekingen tussen Israëliërs en Palestijnen in Camp David in juli 2000 en in januari 2001 in Taba, was premier Ehud Barak bereid tot een terugtrekking uit vrijwel de hele Gazastrook en uit meer dan 90 procent van de Westelijke Jordaanoever. Voor het op de Westoever kwijtgeraakte land zouden de Palestijnen elders territoriale compensatie krijgen. De Palestijnse leider Yasser Arafat sloeg het aanbod af. Het waren niet de grenscorrecties waar hij moeite mee had. Hij wilde dat de Palestijnen ook recht zouden krijgen terug te keren naar Israël (binnen de grenzen van 1967) en hij weigerde Joodse claims op de Tempelberg te erkennen. Israël kon daar niet mee akkoord gaan: de massale komst van Palestijnse vluchtelingen zou het einde betekenen van de Joodse staat en de Tempelberg is altijd de belangrijkste heilige plaats geweest in het Jodendom.
Wat zou er gebeuren als Israël zich nu terugtrok naar posities binnen de Groene Lijn en daar de veiligheidsbarrière bouwde? De gevolgen zouden catastrofaal zijn. Vierhonderdduizend Israëliërs wonen nu eenmaal aan de andere zijde van deze lijn - of men het leuk vindt of niet. Zij zullen buiten de barrière wonen en geen of nauwelijks bescherming genieten. Het is onmogelijk deze mensen in een kort tijdsbestek binnen de grenzen van 1967 te plaatsen. Daarvoor heeft Israël noch de huizen, noch de fondsen.
De muur zal door het centrum van Jeruzalem lopen in plaats van door Abu Dis, zoals nu het geval is. Aangezien Israël niet akkoord kan gaan met de terugkeer van Palestijnse vluchtelingen of met het opgeven van de Tempelberg kan de terugtrekking niet in het kader van een vredesakkoord plaatsvinden. Dat betekent dat de staat van oorlog tussen Israël en de Palestijnen ook na een terugtrekking blijft bestaan. Israël zal zich in een veel kwetsbaarder positie bevinden. Om maar één voorbeeld te noemen: het zal gemakkelijk zijn voor Palestijnse terreurgroepen om passagiersvliegtuigen neer te schieten die op de luchthaven Ben Gurion landen en opstijgen.
De lijn zal bijdragen aan spanning en bloedvergieten, met waarschijnlijk grotere aantallen slachtoffers aan beide kanten dan ooit tevoren.