Hoofdofficier Van Nimwegen vecht schorsing aan
De Rotterdamse hoofdofficier van justitie Marc van Nimwegen vecht de schorsing aan die het Openbaar Ministerie (OM) hem heeft opgelegd. Hij wordt ervan beschuldigd te hebben gelogen over een liefdesrelatie met een collega en een zwager te hebben voorgetrokken bij het verlenen van een opdracht. Maar volgens zijn advocaat Robert Hein Broekhuijsen kloppen de beschuldigingen niet en deugt de bewijsvoering niet.
Van Nimwegen zou vanaf 2011 een relatie met collega-hoofdofficier Marianne Bloos hebben gehad, maar volgens zijn advocaat was dat niet het geval en heeft Van Nimwegen daar dus niet over gelogen. Pas in 2014 heeft hij de top van het OM gemeld dat hij gevoelens had voor zijn collega en in 2016 dat ze een relatie hadden. Volgens Broekhuijsen bestonden er destijds nog geen regels binnen het OM over het melden van relaties op de werkvloer.
Het OM schorste Van Nimwegen donderdag na de publicatie van een rapport van een onderzoekscommissie. Dat Van Nimwegen een zwager zou hebben voorgetrokken bij de aanbesteding van een ICT-project heeft de commissie ook niet hard kunnen maken, stelt Broekhuijsen. Deze aanbesteding werd gedaan door een andere medewerker van het OM, maar Van Nimwegen was er niet bij betrokken en heeft er ook geen invloed op uitgeoefend.
Verder is bij het onderzoek naar Van Nimwegen en Bloos in strijd met eigen regels van het OM gebruik gemaakt van anonieme verklaringen en zijn privacyregels geschonden, zegt de advocaat.
De commissie begon vorig jaar op verzoek van de top van het OM aan het onderzoek, na een reeks publicaties in NRC Handelsblad over de relatie tussen Van Nimwegen en Bloos en andere problemen bij het OM. Beiden werden met buitengewoon verlof gestuurd. Het verlof van Bloos wordt verlengd. Zij zal niet terugkeren als hoofdofficier van het functioneel parket.