Binnenland

Opperrabbijn Jacobs: Antisemitisme nooit weggeweest

Stoomtreinen en veewagons roepen onuitwisbare herinneringen bij hem op. In de rij staan voor het buffet doet hij niet meer. De Holocaust heeft Loek de Liever voor het leven getekend. Maar antisemitisme leeft nog steeds, zegt opperrabbijn Jacobs.

Laurens Sprakel
18 April 2019 21:52Gewijzigd op 16 November 2020 15:49
Opperrabbijn Jacobs en holocaustoverlevende De Liever spraken tijdens de abonneeavond over antisemitisme. beeld André Dorst
Opperrabbijn Jacobs en holocaustoverlevende De Liever spraken tijdens de abonneeavond over antisemitisme. beeld André Dorst

Staan gaat hem niet goed meer af. Daarom vertelde de Joodse Loek de Liever (79) woensdagavond zittend in het muisstille auditorium van de Erdee Media Groep zijn levensverhaal.

Al 2,5 jaar na zijn geboorte in Nijkerk moet het Joodse gezin De Liever onderduiken. Het is dan 1942. De Liever wordt weggebracht naar een pleeggezin in Amsterdam, op een fiets met autobanden. „Mensen zeggen weleens dat je niets onthoudt van je vroegste jaren. Dat is niet waar. Ik voel m’n achterste nog steeds”, grijnst De Liever. De overbuurman verklikt de ondergedoken De Liever voor het verradersloon van 7,50 gulden. „Ik weet wat het is om verraden te worden. Daardoor zal ik zelfs mijn ergste vijand nooit verraden.” Al snel staan er twee SS’ers met lange, leren jassen voor de deur.

Eenmaal in Kamp Westerbork aangekomen, moet De Liever in barak 35, ofwel het ‘weeshuis’, verblijven. In deze barak zitten allemaal kinderen „uit de onderduik.” Daar viert De Liever zijn vijfde verjaardag met een taart van oud brood en knolraapschillen. „Die taart was niet te eten. Jaren later zag ik in de Amersfoortse dierentuin dat zo’n zelfde taart een feestje voor de olifanten was”, vertelt hij grimmig.

ADorst-14396-Antisemitisme-04_web.jpg
Loek de Liever. beeld André Dorst

Veetransport

In september 1944 moet De Liever op veetransport naar concentratiekamp Bergen-Belsen. „De pikdonkere wagon was voorzien van een lege emmer voor je behoeftes, een paar oude brokken brood en wat water. De treinreis duurt tegenwoordig vier uur. Omdat soldatentransporten naar het Oostfront voorrang kregen, duurde de reis vier dagen.” De Liever verblijft ongeveer twee maanden in Bergen-Belsen.

Vanwege de uitbraak van tyfus worden de kinderen opnieuw op transport gezet. De bestemming is Theresienstadt. Daar komt het Rode Kruis langs en daarvoor wordt het kamp omgetoverd met gezellige nepcafés en -winkels. De Lievers gevangenispak gaat uit, de mooie kleren gaan aan. „Het Rode Kruis werd een rad voor ogen gedraaid. Toen de medewerkers het kamp verlieten, kreeg ik mijn gevangenispak weer aan.”

ADorst-14396-Antisemitisme-16_web.jpg
beeld André Dorst

De Liever overleeft de honger, dorst en vernedering. Maar na de Bevrijding is de lijdensweg nog niet voorbij. Op straat maakt De Liever nog vaak scheldpartijen en pesterijen mee. Ook de verhouding met zijn ouders is nooit goed geweest. Zijn moeder gelooft bij zijn terugkomst niet dat hij haar zoon is. Een oud litteken onder zijn voet bewijst dat hij het echt is. „Ik moest mijn sok ervoor uittrekken.”

Opperrabbijn Binyomin Jacobs noemt het „bijna genânt” om na De Lievers levensverhaal het woord van hem over te nemen. De geestelijk verzorger acht zijn ervaringen in de psychiatrie „zonde van de tijd. Ik haak liever bij het verhaal van Loek in. Want antisemitisme is nooit weggeweest.”

ADorst-14396-Antisemitisme-08_web.jpg
beeld André Dorst

Vooringenomenheid

Jacobs ageert tegen de vooringenomenheid van veel mensen. Mensen merken vaak op dat hij goed Nederlands spreekt. Waarop hij steevast reageert: „Maar ik ben ook Nederlander.” De media helpen niet mee bij die vooringenomenheid. Volgens Jacobs zetten zij de Joden vaak in een kwaad daglicht. „De media spreken van ”bezette gebieden” in Israël. Hoezo bezet? Het zijn betwiste gebieden. En de mensen die daar wonen, zijn al helemaal geen kolonisten.”

„Nu worden Joden weer in verband gebracht met de mazelenuitbraak. Bijvoorbeeld in Brooklyn. Maar wat de media niet vertellen, is dat er op andere plaatsen in Amerika veel grotere uitbraken zijn. Dat zijn plaatsen waar geen Joden wonen.”

ADorst-14396-Antisemitisme-10_web.jpg
Opperrabbijn Binyomin Jacobs. beeld André Dorst

Toch zijn het niet alleen de Joden die het moeilijk krijgen. De seculiere ontwikkelingen treffen ook christenen: „Onze orthodoxie wordt bestreden door het vrijheidsdenken. Maar ook een vrije opvoeding is een opvoeding. Ondertussen wordt er van gelovigen een scheef beeld geschetst. En dat is levensgevaarlijk. Want mensen zijn kuddedieren en praten elkaar snel na.”

Jacobs slaat een brug tussen antisemitisme en secularisatie. De Thora begint niet met de uittocht uit Egypte, de stichting van het Jodendom. „Vóór alles zijn we mensen. De mens moet beseffen dat hij geschapen is. Voor het brengen van die boodschap staan Joden en christenen naast elkaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer