Kamp Amersfoort herdenkt „toevallige doden”
De jaarlijkse herdenking in Kamp Amersfoort in Leusden staat vrijdag in het teken van de ‘toevallige slachtoffers’. Mannen die in de Tweede Wereldoorlog bij razzia’s van de Duitse bezetter toevallig werden opgepakt en zo in het concentratiekamp terechtkwamen. „Ze waren op het verkeerde moment op de verkeerde plaats”, aldus Remco Reiding van het kamp.
Op 19 april 1945 droegen de Duitsers het gezag over het kamp over aan het Rode Kruis. In Kamp Amersfoort zaten in de oorlog ruim 35.000 Nederlanders gevangen. Voor een deel waren dat verzetsmensen, maar ook politieke gevangenen, Joden, zigeuners en zogenoemde asocialen. De leefomstandigheden waren erbarmelijk. Velen overleefden het kamp niet.
Tijdens de herdenking spreekt een oud-gevangene die werd opgepakt bij de grote razzia in Groningen, een vergeldingsactie in 1944 voor het doodschieten van een Duitsgezinde rechercheur. Ook nabestaanden van de Merwedegijzelaars en van de razzia in Putten spreken. Veel burgemeesters en de ambassadeurs van Duitsland en Rusland zijn vrijdag in Leusden.
De herdenking heeft vrijdag niet in maar tegenover het kamp plaats. Kamp Amersfoort is bezig met een grote verbouwing om de plek weer in de oude staat te herstellen. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd het kamp grotendeels afgebroken en vestigde de politie er een trainingscentrum. De 5,6 miljoen kostende verbouwing moet voor de 75e herdenking volgend jaar klaar zijn.