Opinie

Rutte niet tegenhouden als hij naar Europa wil

De in 2013 overleden NRC-columnist J. L. Heldring zou er waarschijnlijk om geglimlacht hebben: het woensdag door Clingendael gepresenteerde onderzoek naar de effectiviteit van de Nederlandse vertegenwoordiging in de EU. Dit in opdracht van de Tweede Kamer geschreven rapport bevestigt tot op zekere hoogte wat hij regelmatig betoogde, namelijk dat ons buitenlands beleid al zeker een eeuw lang een aantal constanten vertoont.

Hoofdredactie
18 April 2019 13:10Gewijzigd op 16 November 2020 15:48
Rutte, beeld ANP, Bart Maat
Rutte, beeld ANP, Bart Maat

Daartoe behoorden volgens Heldring onder meer een moralistische toon en een uit legalisme voortkomend respect voor volkenrecht. Vergelijkbare elementen noemt ook Clingendael. Nederland krijgt in Europa veel gedaan, aldus het instituut, maar is weinig empathisch naar andere landen, hamert sterk op regels en heeft daardoor bij anderen geen grote gunfactor.

Toegegeven, van een feitelijk meten van de effectiviteit is in dit onderzoek geen sprake. Het gaat slechts om de indruk van 62 door Clingendael bevraagde ervaringsdeskundigen. Anderzijds: het beeld dat door deze diplomaten, bestuurders en anderen geschetst wordt, roept bij ieder die het nieuws volgt veel herkenning op. Want speelden bij het fiasco rond de pulskorvisserij niet exact die elementen die in dit rapport genoemd worden? Nederland rekte de regels ten behoeve van de eigen vissers maximaal op, maar had weinig oog voor de belangen van andere naties.

Rest de vraag wat we met een dergelijk onderzoek aankunnen. Niet zo heel veel, valt te vrezen. Want als de manier waarop Nederland zich in de EU opstelt inderdaad verband houdt met al meer dan een eeuw aanwezige constanten in ons buitenlands beleid, dan ligt een snelle wijziging daarvan niet voor de hand.

En als het zo is dat een sterk verdeelde Tweede Kamer onze bewindslieden regelmatig naar Brussel stuurt met een scherp afgebakende en defensieve agenda, dan stuur je ook dat niet met een enkele vingerknip bij.

Op één punt is het Clingendaelrapport in elk geval leerzaam. In de perceptie van ervaringsdeskundigen is de invloed die Nederland momenteel, ondanks ons legalisme en gebrek aan inlevingsvermogen, in Europa nog wel degelijk heeft, voor een groot deel te danken aan de persoon van Rutte. Hij is in de EU zeer gezien, loopt op het Brusselse toneel al lang mee en krijgt verhoudingsgewijs veel voor elkaar. Zou hij niet meer in het Torentje zitten, dan zou dat voor de effectiviteit van het Nederlandse buitenlandse beleid een groot verlies zijn. Een verlies dat enigszins gecompenseerd zou kunnen worden als ”onze Mark” zijn carrière voort zou kunnen zetten op een hoge Europese post.

Blijkbaar moet Nederland, als het de komende jaren in Europa tenminste nog íéts gedaan wil krijgen, zijn premier niet vastketenen aan het Binnenhof, maar hem juist alle ruimte geven om daar bovenuit te stijgen en een groter speelveld te zoeken.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer