CPB twijfelt over opheffen WAO-boete
Het Centraal Planbureau (CPB) zet vraagtekens bij de kabinetsplannen om de zogeheten Pemba-boete in een nieuw WAO-stelsel af te schaffen.
Werkgevers betalen sinds 1998 een hogere premie naarmate ze meer personeel in de WAO laten verdwijnen. Uit CPB-onderzoek blijkt dat de WAO-instroom bij werkgevers een jaar nadat ze de boete hebben gekregen, gemiddeld met circa 15 procent is gedaald.
Het kabinet wil in het nieuwe stelsel de WAO alleen toegankelijk maken voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt worden verklaard. Daarbij wil het de Pemba-boete afschaffen als de jaarlijkse instroom daalt tot 25.000 personen of lager. „Of dat verstandig is, valt in twijfel te trekken”, aldus CPB-onderzoeker P. Koning donderdag.
Koning spreekt van een kip-eidiscussie. „Want je schaft enerzijds de regeling af omdat de instroom daalt. Met als risico dat de instroom vervolgens weer stijgt, omdat mede door die regeling de instroom daalde.”
Volgens de CPB-onderzoeker heeft de Pemba-boete bij werkgevers het bewustzijn vergroot dat ze meer aan preventie tegen uitval door ziekte moeten doen. „Blijkbaar moeten werkgevers eerst geprikkeld worden. Vooral de kleinere bedrijven zijn door premieverhogingen wakker geschud. Grotere ondernemingen hadden de gevolgen van de Pemba meer zien aankomen en eerder preventieve maatregelen genomen.”
Het effect van de WAO-boete wordt volgens Koning makkelijk onderschat, omdat het enige tijd kost voordat de uitwerking van preventieve maatregelen te zien is. „De kans is dan ook groot dat over een paar jaar het effect nog wel groter is dan die gemiddeld 15 procent lagere instroom.”
MKB-Nederland noemt het CPB-onderzoek misplaatst en achterhaald. Coördinator sociaal beleid A. van Delft van de organisatie voor middelgrote en kleine ondernemingen wijst erop dat werkgevers vanaf dit jaar werknemers ook in hun tweede ziektejaar doorbetalen voordat deze voor de WAO in aanmerking komen.