Palestijnse agenten mogen zich bewapenen
Israël gaat de Palestijnse Autoriteit toestemming geven om een deel van de politieagenten in de Palestijnse gebieden uit te rusten met vuurwapens. Dat hebben medewerkers van de Israëlische veiligheidsdienst donderdag gezegd.
De Palestijnse Autoriteit wil al langer een deel van de agenten bewapenen, maar tot nog toe hield Israël dat tegen. Het laatste verzoek van premier Ahmed Qurei is nu toch ingewilligd. De Palestijnse Autoriteit stelt dat de huidige patrouillerende ongewapende agenten niet opgewassen zijn tegen de vaak zwaarbewapende strijdgroepen die de orde handhaven.
De Israëlische minister van Defensie, Shaul Mofaz, zei na eerdere gesprekken over de bewapening van Palestijnse agenten dat als Israël daar toestemming voor geeft, het alle wapenvergunningen individueel wil controleren.
In 2001 ontbond Israël de Palestijnse politiemacht omdat die betrokken zou zijn bij aanslagen. Qurei richtte een nieuwe ordedienst op, maar die patrouilleert ongewapend.
De Israëlische premier Sharon sprak donderdag tegen dat Israël van plan is de nederzetting Maale Adumim uit te breiden. De premier zei dit tijdens een ontmoeting met de Amerikaanse gezant Abrams, zo meldde een bron rond de besprekingen.
De krant Ma’ariv meldde eerder dat de wijk tot aan de poorten van Oost-Jeruzalem zou worden volgebouwd. De Verenigde Staten hadden hun verontrusting uitgesproken over de bouwplannen. Maar Sharon zou aan Abrams hebben laten weten dat er zeker geen concrete maatregelen zijn genomen voor de uitbreiding van Maale Adumim, met 28.000 inwoners de grootste Joodse kolonie op de Westelijke Jordaanoever.
Zes gewapende Palestijnen hebben donderdag een abrupt einde gemaakt aan een persconferentie van drie Palestijnse ministers in Beit Hanoun in de Gazastrook, enkele uren nadat het Israëlische leger zich had teruggetrokken uit de stad. De ministers werden gedwongen Beit Hanoun te verlaten.
De gewapende mannen in legeruniform droegen hoofdbanden van de al-Aqsa Martelaren Brigades. Ze bezetten het podium in het gemeentehuis waar de persconferentie werd gehouden en droegen de ministers op te vertrekken. „Waar waren jullie de afgelopen 37 dagen, toen wij leden onder de invasie?” vroeg een van de extremisten. „Waarom kwam er niemand van de regering? We willen jullie hier niet. Vertrek nu of je zult het ergste meemaken.”
De actie illustreert de groeiende onvrede onder de Palestijnen over hun regering, die volgens hen ondoeltreffend en corrupt is. De ministers kwamen bekendmaken dat de Palestijnse regering een commissie heeft samengesteld om de vernielingen in Beit Hanoun in ogenschouw te nemen en compensatie uit te keren. Het publiek reageerde kwaad en zei dat de delegatie veel praatte, maar niets deed.
Het Israëlische leger voert in Beit Hanoun sinds juni operaties uit omdat er vanuit het gebied raketaanvallen op het dichtbijgelegen Israëlische Sderot werden uitgevoerd. De militairen maken boomgaarden met de grond gelijk, vernielen waterputten en walsen huizen plat. Enkele uren nadat het leger zich na de laatste operatie had teruggetrokken, schoten Palestijnen weer zes raketten af op Israël. Volgens het leger kwamen ze terecht op braakliggend terrein en veroorzaakten ze geen schade of slachtoffers.
De VN-hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) trok donderdag negentien medewerkers uit de Gazastrook terug vanwege de onveilige situatie in het gebied. Drie weken geleden haalde de organisatie ook al een deel van haar personeel weg. UNRWA benadrukte dat de terugtrekking maar tijdelijk is. Negentien andere buitenlandse hulpverleners blijven in de Gazastrook.