Kloek Frans overzichtswerk over Gouden Eeuw
Je zou wensen dat dit kloeke boek in het Nederlands was verschenen, of desnoods in het Engels. Een toegankelijke encyclopedie in deze talen uitsluitend gewijd aan de Gouden Eeuw bestaat bij mijn weten immers niet.
Dat er nu een Franstalige dictionnaire van maar liefst 831 bladzijden over dit onderwerp in de boekhandel ligt, kunnen wij misschien opvatten als een aansporing om het niveau van het Frans op Nederlandse scholen op te krikken. Toch vrees ik dat op korte termijn weinigen hier te lande dit prachtige overzichtswerk zullen raadplegen.
De redacteuren van deze studie, twee gerenommeerde kenners van de zeventiende eeuw, zijn erin geslaagd een internationaal gezelschap van honderd academici bij hun onderneming te betrekken. Dat een van de redacteuren eigenhandig een derde van de lemma’s heeft weten aan te leveren, toont intussen aan dat de experts op dit gebied ook weer niet voor het oprapen liggen. Het boek bevat naast de hoofdmoot van 450 lemma’s, de bibliografie en uitvoerige registers, een nuttige inleiding op de Gouden Eeuw, een chronologie, een drietal kaarten en een katern met illustraties in kleur.
Inkijkje
De lemma’s zijn onderverdeeld in elf thema’s uiteenlopend van ”schone kunsten” tot ”steden en rivieren”. Tussen ”politiek” en ”wetenschap en technologie” prijkt met meer dan vijftig lemma’s het cluster ”godsdienst en theologie”. Aan de hand daarvan krijgen we een aardig inkijkje in de opbouw van dit boek. De clusters zijn overigens niet compleet; je moet zelf op het idee komen dat ook Jacobus Arminius en Johannes Coccejus theologen waren. Maar de redacteuren hebben, zo blijkt, hun best gedaan om een evenwichtige dwarsdoorsnede door de religieuze zeventiende eeuw te bieden.
Die balans blijkt bijvoorbeeld uit de aandacht voor de verschillende godsdienstige vormen die de Gouden Eeuw rijk was. Onder ”godsdienst en theologie” vallen stromingen als arminianisme, gereformeerde kerk, Moderne Devotie en Nadere Reformatie. Vervolgens ook personen zoals Antoinette Bourignon, Tieleman van Bracht, Franciscus Gomarus en Johannes van Neercassel. En ten slotte zijn er hoogtepunten uit de religieuze cultuur, waaronder emblemata, predestinatie, Statenbijbel en tolerantie. De ”Dictionnaire” laat een bonte stoet van religieuze mensen en groepen voorbijtrekken. Over keuzes valt altijd te twisten. Waarom de Franse jansenist Antoine Arnauld er per se in moest? Vooruit, hij is als vluchteling een poosje in de Republiek geweest.
Volkspredikant
Omdat de keuze een beredeneerde is, zou je verwachten dat elk lemma een groter historisch verhaal vertegenwoordigt. Sommige verhalen zijn wat smal. Waar Coccejus een prestatie van formaat heeft geleverd door een theologie te ontwerpen die compatibel was met de nieuwe filosofie van Descartes, geldt Voetius in dit boek vooral als de scholasticus die we niet moeten overschatten. Dat lijkt me een kwestie van perspectief. Voetius was als volkspredikant toch méér dan een stoffige theoloog en naar hem worden vandaag de dag nog scholen vernoemd.
Kortom, een degelijke en brede samenvatting van de Gouden Eeuw, de oogst van vijf decennia aan intensieve wetenschappelijke studie. Het Frans is nog toegankelijk ook. Nooit geweten dat een ”nature morte” zich laat vertalen als stilleven. En het bilaterale karakter wordt nog eens onderstreept door de toevoeging van de lemma’s ”Bière” (twee kolommen) en ”Vin” (maar liefst tien kolommen). In de Franstalige wereld zal het boek zeker verkopen.
Dictionnaire des Pays-Bas au Siècle d’Or, red. Catherine Secretan en Willem Frijhoff; CNRS Editions; 831 blz.; € 39,00.