Is verzoening door voldoening nog van deze tijd?
De vraag in de kop wordt de laatste tijd vaak hardop gesteld. Overal hoor je tegenwoordig de bewering dat wie de dood van Christus als voldoening (satisfactie) duidt te juridisch is, te veel de taal van een transactie hanteert, een boodschap verkondigt die niet meer te verkopen is aan moderne mensen.
Denk eens aan Joram van Klaveren – gereformeerd vrijgemaakt opgegroeid, maar moslim geworden. Een van de grootste nadelen van het christelijk geloof was voor hem de gedachte dat God pas vergeeft nadat er betaald is, voldaan is. Allah, de god van de islam, is anders: die vergeeft vrijuit, zonder voldoening. Is dat niet veel mooier? Van Klaveren schreef er een boek over: ”Afvallige”.
Of denk eens aan ”Het vergeten evangelie” van een andere voormalige vrijgemaakt gereformeerde, Reinier Sonneveld. Hij is geen moslim geworden, maar zegt toch precies hetzelfde als Van Klaveren: God vergeeft zonder voldoening te eisen. Wie beweert dat er slechts verzoening door voldoening is, zegt iets „onbijbels, heidens, blasfemisch”, aldus de harde woorden van Sonneveld.
Kortom, zeggen velen, er bestaan westerse weerstanden. Wij denken veel minder juridisch over relaties dan vroeger. Veel meer persoonlijk. Daarom heeft de satisfactieleer op zijn minst aanvulling nodig, als je het Evangelie nog wilt uitleggen aan de gemiddelde Nederlander. „Zeggen dat Jezus Gods toorn aan het kruis droeg en nooit zeggen: ‘Ik weet dat dit afgrijselijk klinkt in de oren van veel mensen vandaag’, is een vorm van belediging”, zegt Stefan Paas.
De spannende vraag luidt: Is de satisfactieleer inderdaad zo slecht communiceerbaar? Kun je moderne mensen niet laten zien hoe de aloude invalshoek relevant is? Deze vragen mogen we stellen, want de manier waarop je de Bijbelse boodschap brengt, is van groot belang. Paulus bracht het Evangelie op een andere manier aan Joden dan aan niet-Joden. Blijkbaar moeten ook wij nadenken over hoe we aan westerse mensen vertellen dat Christus plaatsvervangend de straf van God droeg.
Elke visie op de dood van Christus spreekt de hoorders van het Evangelie op een andere manier aan. Als je benadrukt dat Christus Victor (overwinnaar) is, dan beschouw je de mens vooral als toeschouwer. Als je over Jezus spreekt als de ideale mens, dan spoor je de mens aan om Zijn voorbeeld na te volgen. Als je het lijden van Christus omschrijft als mede-lijden met de mensheid, zie je je gesprekspartner als slachtoffer van treurig leed. Als je zegt dat Jezus gekomen is omdat God liefde is, dan breng je over dat ieder mens een parel is in Gods hand.
En nu komt de vraag: hoe spreek je de ander aan als je zegt dat Jezus aan het kruis de straf van God gedragen heeft? Dan zeg je met zoveel woorden: Jij bent een schuldige zondaar. Christus stierf om het menselijke zondeprobleem radicaal en voorgoed aan te pakken.
Deze manier van aanspreken is, verrassend genoeg, heel bevrijdend. Want als ik mijzelf nu eens niet als een parel zie? Dan is het Evangelie blijkbaar niet voor mij bedoeld. Of als ik geen slachtoffer ben? Geen activist, geen toeschouwer? Als ik vind dat ik geen medelijden verdien? Als ik er niet in slaag om Jezus na te volgen? Dan blijf ik in de kou staan. Dan is het christelijk geloof blijkbaar voor andere mensen en niet voor mij. Maar een zondaar – dat ben ik ook! Dus weet ik zeker dat een evangelie voor zondaren ook aan mij is gericht. De satisfactieleer communiceert, anders gezegd, het Evangelie niet door aan te sluiten bij de (toch nog) goede kanten van de mens, maar precies bij de teleurstellende, beschamende, schuldige kant van ons allemaal, namelijk dat we zondaar zijn. De grote verrassing van het Evangelie is niet dat God parels redt, maar zondaren.
„Ja, maar mensen vinden het niet leuk om als zondaar aangesproken te worden.” Dat is waar. Als je liever parel bent dan zondaar, wil je het Evangelie niet relevant vinden. Maar dan moet je ook toegeven dat het Evangelie jou blijkbaar beter kent dan jij jezelf wilt kennen. Ik zou mij schamen voor een Evangelie waarbij ik niet eerlijk over mijzelf zou moeten zijn.
De auteur is hersteld hervormd predikant. In deze rubriek worden antwoorden gegeven op vragen over het christelijk geloof.