De grootste zijn is voor FVD niet genoeg
Drie weken na de Statenverkiezingen rijst de vraag wat de stemmenwinst die FVD wist te boeken, deze partij (en ons land) heeft opgeleverd.
Als het om directe invloed van Thierry Baudet en de zijnen gaat, nog niet zo veel. Hun partij werd weliswaar in drie provincies de grootste (Zuid-Holland, Noord-Holland en Flevoland), maar of dit leidt tot een plek in het college van gedeputeerde staten is nog maar de vraag. In Noord-Holland zeer waarschijnlijk niet; voor de andere twee is het afwachten.
Voor wie het Nederlandse democratische systeem kent, verbaast dat niet. Want over welk politiek niveau je ook spreekt: gemeenteraad, Provinciale Staten of landspolitiek, de grootste partij worden is in ons coalitieland slechts van relatieve betekenis. Zeker, bij formaties neem je in dat geval meestal het voortouw. Maar wil je het beleid werkelijk beïnvloeden, dan is er meer nodig dan de grootste zijn. Dan zul je in de eerste plaats een politieke meerderheid moeten vinden voor jouw standpunten. En dat is vaak niet gemakkelijk.
Neem als voorbeeld de PvdA in 1977. De partij van Joop den Uyl behaalde tien zetels winst en werd met 53 Kamerzetels royaal de grootste. Toch belandden de sociaaldemocraten, door een koppige en veeleisende houding én door de radicaliteit van hun standpunten, niet in de regering. Overblufd door CDA en VVD stonden zij uiteindelijk werkeloos aan de kant.
Nationalisatie van de gezondheidszorg, afschaffing van de Eerste Kamer, een maximuminkomen van vijf keer het netto-minimumloon, de vorming van wijkraden met eigen financiële middelen? Niets, helemaal niets kwam ervan terecht. Voor zulke rabiate standpunten bestond eenvoudigweg geen meerderheid.
Drieënvijftig Tweede Kamerzetels heeft FVD nog niet in de wacht gesleept. Wel dertien Eerste Kamerzetels. Maar voor Baudet geldt hetzelfde als destijds voor Den Uyl: zolang er voor een immigratiestop, voor frequente en beslissende referenda en voor het blokkeren van elke vorm van klimaatbeleid geen politieke meerderheid is, zegt het feit dat Forum in veel provincies en in de Senaat de grootste is niet zoveel.
Spannende vraag is vooral hoe FVD zich de komende tijd gaat opstellen. Alleen door het doen van concessies en het sluiten van compromissen zal de partij in de praktische politiek verschil kunnen maken. Weinig of geen water in de wijn doen, zal betekenen dat haar invloed op het beleid gering of zelfs nul zal zijn.
Dom? Niet per se. Het kan een bewuste strategie zijn jezelf expres buiten spel te laten zetten en een underdogpositie in te nemen, om dan bij nieuwe Kamerverkiezingen nog meer winst te boeken.
Maar ook dan geldt weer die ‘hinderlijke’ Nederlandse basisregel: de grootste worden is niet genoeg. En dat Forum het, eventueel aangevuld met PVV, tot 76 zetels zal schoppen, ligt nu eenmaal niet in de lijn der verwachting.