„Hij kan weer moed geven; soms door een enkel woord”
„Alle bijzondere dingen die we in de kerk halen om jongeren te trekken, helpen niet. Uiteindelijk lijkt de wereld hun toch meer te bieden. Maar in Jezus Christus wordt alles gevonden. Er is alleen zaligheid in Hem.”
Ds. N. P. J. Kleiberg, predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) te Veenendaal, zei dit woensdag tijdens de jaarlijkse zendingsmiddag in Doornspijk. De bijeenkomst had plaats in de -door hoge bomen omringde en daardoor redelijk koele- hervormde kerk in het Noord-Veluwse dorp.
Ds. Kleiberg sprak over Zacharia 8:23, waar het gaat over de heidenen die de slip zullen grijpen van een Joodse man. „Wat zullen wij de heidenen voor ogen stellen dat ze mee zullen gaan naar Gods huis?” vroeg hij zich af. Dat was in de tijd van Zacharia ook al zo. Er was geen sprake uitgegaan van het volk. Slechts een overblijfsel keerde uit Babel terug en de tempel was een puinhoop.
Het kan veranderen als God gaat spreken en heidenen gaan merken dat het om een eeuwige toekomst gaat, die in Jezus Christus is. „God gaf de belofte dat er van stad tot stad gesproken zou worden van dat ene nodige en dat de heidenen zouden komen. Het heerlijke van het zendingswerk is dat het Gods werk is. Er is alleen zaligheid in Jezus Christus, in Wie alles wordt gevonden. Dat kan de heidenen tot jaloersheid verwekken.”
De zendingsmiddag was geopend door ds. W. Roos, predikant van de Nederlandse hervormde gemeente (in hersteld verband) ter plaatse. Deze mediteerde over Psalm 142:4: „Als mijn geest in mij overstelpt was…”
Wie overstelpt is, zei de predikant, is niet goed meer in staat om na te denken en te overleggen. Daarbij richtte hij zich tot het volk van God, dat het ook niet altijd kan bekijken en vasthouden. „We zitten vaak in de gevangenis. Na elke godsontmoeting wordt het weer hetzelfde. Maar de Heere weet ervan als u overstelpt bent en niet meer kunt geloven, door eigen schuld. Hij kan weer moed geven. Dat gebeurt soms door een enkel woord. Zo kan het volk toch van kracht tot kracht voortgaan, wetend dat de Heere hen niet zal doen omkomen.”
Na de pauze voerde ds. W. J. Theunissen uit Melissant het woord. Hij nam zijn uitgangspunt in Ezechiël 47:9b: „en zij zullen gezond worden, en het zal leven, alles, waarhenen deze beek zal komen.”
Deze woorden hebben betrekking op de wateren die uit de tempel vloeien en zorgen voor leven, aldus de predikant. Ze duiden aan dat Israël weer een nieuwe toekomst tegemoetging, maar ook dat het beste nog komt: de eeuwigheid.
Van zichzelf is de mens onvruchtbaar. Ds. Theunissen: „Als God dat doet zien, komt er droefheid in het leven. Dan gaat zo’n ziel als een vervloekte over de wereld en kan hij in eigen waarneming niet meer bekeerd worden, want hij ziet Gods volmaaktheid. Er komt een heilige onverschilligheid over de eigen zaligheid. Maar als het niet meer kan, gaat het water weer stromen. Daar stroomt Christus de ziel in en zegt: „Zie, Ik ben uw heil.” Dan spreekt alles van Christus en kunnen we soms de blijdschap niet verwerken. Dan kennen we een ander leven en zijn we van een Ander. Wie dat leven kent, is niet als een dode vis die met de stroom meezwemt, maar die zwemt tegen de stroom in - thuis, op het werk en in de kerk, naar de Bron.”