Herzieners werken zorgvuldig
De Stichting Herziening Statenvertaling werkt zorgvuldig. Het hoofddoel is de Statenvertaling toegankelijker te maken, stelt drs. I. A. Kole in reactie op kritische opmerkingen over de herziening op deze pagina.
Sinds de presentatie van de deeluitgave (met twaalf bijbelboeken in herziene versie) van de Stichting Herziening Statenvertaling op 5 juni, zijn er enkele reacties verschenen. Niet in de vorm van een bespreking, maar meer in de vorm van enkele opmerkingen. We beperken ons nu tot de reacties van respectievelijk mevrouw dr. I. van Hardeveld en de heren drs. W. J. de Wit en L. M. P. Scholten, allemaal cirkelend rond de vraag van welke bron de herzieners uitgegaan zijn.We zijn, ook na overleg met de heer L. M. P. Scholten, bij de herziening uitgegaan van de hedendaagse uitgave van de Statenvertaling (de editie van Ravesteijn van 1657), de schooleditie van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS). Omdat in die uitgave al de veranderingen die volgens de GBS aangebracht moeten worden, verwerkt zijn.
Bij de afweging van de herziening worden de oorspronkelijke Statenvertaling en de kanttekeningen veel geraadpleegd, en daarnaast ook de Hebreeuwse en Griekse grondtekst en andere vertalingen, zodat er een verantwoorde herziening gemaakt wordt.
De genoemde zorgvuldigheid wordt in acht genomen door de herzieners, de leden van de resonansgroepen en door het bestuur bij het vaststellen van de herziene tekst. Bij twijfel handhaven we de bestaande tekst.
Bij de herziening zijn de uitgangspunten van de Statenvertaling gehandhaafd, namelijk een brontekstgerichte en concordante vertaling, gebaseerd op dezelfde groepen handschriften die onze vaderen gebruikten.
Dat de GBS ons initiatief afwijst, weten we. We delen echter beide wel de overtuiging dat er na meer dan 350 jaar wat moet gebeuren. De GBS heeft lijsten met de verklaring van verouderde woorden en dergelijke achter in de GBS-bijbeluitgaven opgenomen. Wij brengen de correcties direct in de tekst aan. Verder worden, in verband met de verstaanbaarheid van de tekst, ook zinsconstructies en lange zinnen aangepast.
Bij de herziening gaan we uit van zeven criteria die het uitgangspunt vormen voor de herziening. Dat loopt van eenvoudige spellingscorrecties tot verandering van een enkele minder juiste vertaling. Dat laatste is gezien de voortgaande kennis van de oude bijbeltalen en archeologische vondsten meer logisch dan verontrustend. We voelden ons meermalen gesterkt door de constatering dat de kanttekeningen bij de Statenvertaling een alternatief boden dat ook onze voorkeur had.
In deze bijdrage gaan we niet in op allerlei opmerkingen die bij bepaalde herziene teksten gemaakt zijn. Anders vervallen we in dezelfde casuïstiek als de genoemde personen, al of niet aangeduid met veronderstellingen alsof er sprake zou zijn van nieuwere exegetische inzichten die via de herziening bewust verwerkt zouden worden. We willen de verstaanbaarheid van de tekst van de Statenvertaling verbeteren.
We stellen ons voor op een later tijdstip, als er een aantal besprekingen verschenen is, op een aantal inhoudelijke opmerkingen dieper in te gaan.
We hopen dat de Statenvertaling ook gelezen en onderzocht zal worden door de komende generatie jongeren, „want u meent daarin het eeuwige leven te hebben; en die zijn het die van Mij getuigen” (Johannes 5:39).
De auteur is secretaris van de Stichting Herziening Statenvertaling.