Drie-enig God
Efeze 2:18
„Want door Hem hebben wij beiden de toegang door één Geest tot de Vader.”
We moeten onze begeerten opdragen aan God, in de Naam van Christus. Dit heldert een zaak op die zich dagelijks voordoet, namelijk: tot Wie van de goddelijke Personen van de heilige Drie-eenheid moeten wij ons gebed richten? Tot de Vader, tot de Zoon, of tot de Heilige Geest?
Ik antwoord, dat gelijk de levende en waarachtige God, de grote en eeuwige Heere, Vader, Zoon en Heilige Geest, het enig voorwerp van goddelijke aanbidding is, zo moeten wij ons in onze aanbidding wenden tot de Vader, door de Zoon, door de Heilige Geest. Of dat wij onze begeerten opzenden tot God in Christus, door de Geest.
Om u dan helderheid te geven omtrent het voorwerp van het gebed, zal ik u aantonen dat God het enige voorwerp van onze aanbidding is, vervolgens dat wij Hem in Christus moeten aanbidden. Ten slotte, dat het door de Geest geschiedt.
God is dus het enige voorwerp van het gebed. Dit blijkt duidelijk uit de overweging van de natuur van God. Hij is het eerste, het grootste, het beste Wezen, de onafhankelijke, onbegrensde Schepper, Die aan alle andere wezens hun grenzen en palen stelt, van Wie zij afhankelijk zijn en aan Wie zij rekenschap moeten geven. De begeerte is zo de ziel van het gebed.
Ralph Erskine, predikant te Dunfermline (”Veertien preken over het gebed”, 1865)