Wetenschap & techniek

Dilemma’s rond lichaam overledene

Voor onder meer geneeskundige doelen worden in Nederland jaarlijks honderden lichamen van gestorvenen onderzocht en ontleed. Mag een christen zijn lichaam ter beschikking stellen aan de wetenschap?

23 March 2019 17:58Gewijzigd op 16 November 2020 15:36
Nederland telt diverse monumenten ter nagedachtenis aan mensen die hun lichaam ter beschikking stelden aan de wetenschap. Foto: zo’n monument bij Yarden Crematorium in Groningen. beeld ANP, Dennis Beek
Nederland telt diverse monumenten ter nagedachtenis aan mensen die hun lichaam ter beschikking stelden aan de wetenschap. Foto: zo’n monument bij Yarden Crematorium in Groningen. beeld ANP, Dennis Beek

Hoe zit een kniegewricht in elkaar? Hoe ziet de dikke darm er precies uit? Hoe kun je het best een longoperatie uitvoeren? Om antwoord te krijgen op dit soort vragen ontleden bijvoorbeeld geneeskundestudenten op de anatomische afdelingen in de universitaire ziekenhuizen jaarlijks honderden menselijke lichamen. Sinds vorig jaar onderzoeken wetenschappers ook het ontbindingsproces van gestorvenen. Hun lichamen liggen begraven op een speciale begraafplaats.

Naar schatting 15.000 Nederlanders stellen, via een wilsbeschikking, hun lichaam ter beschikking aan de wetenschap. Dat betekent dat de kans bestaat dat hun lichaam na overlijden binnen 24 uur naar een universitair centrum wordt vervoerd. Jaarlijks onderzoeken anatomische afdelingen zo’n 800 lichamen. De overblijfselen worden (jaren) later gecremeerd, in anonimiteit.

Begraven

Je lichaam ter beschikking stellen aan de wetenschap? Ds. J. Van Amstel, emeritus predikant (CGK) in Ede, heeft daar grote moeite mee. „Ik snap dat de wetenschap meer wil weten over het menselijk lichaam. Maar persoonlijk durf en wil ik mijn lichaam daarvoor niet ter beschikking stellen. Mijn lichaam is eigendom van de Heere, in leven en in sterven. Dat belijden we ook in zondag 1 van de Heidelberger Catechismus. Al zal ik christenen die hun lichaam wel ter beschikking stellen aan de wetenschap, daar niet om veroordelen”, zegt de predikant. In zijn boek ”Meer dan verplegen” (1993) besteedt hij aandacht aan deze thematiek.

Voor ds. Van Amstel is een essentiële overweging dat Jezus Zelf is begraven. „Daarom wijs ik crematie en onderzoek aan overledenen af. We moeten Jezus volgen, ook in het graf. Daar ligt het lichaam tot de wederopstanding der doden.”

In gesprekken met studenten geneeskunde merkte ds. Van Amstel dat ook zij moeite ervaren met het snijden in overledenen. „Ze ervaren spanning en vragen zich af: Mag ik zo omgaan met het lichaam van een ander? Ze snijden niet zomaar even in dood materiaal. Het is wel een mens.”

Ook –delen van– je lichaam ter beschikking stellen voor orgaandonatie na overlijden vindt de predikant uit Ede te ver gaan. „Ik weet dat andere christenen dergelijke orgaandonatie als naastenliefde zien, toch houd ik ook hier principiële bezwaren.”

Zelf zegt ds. Van Amstel, mocht die situatie zich ooit voordoen, geen gebruik te willen maken van een orgaan van een overledene. „Mijn tijden zijn in Gods hand, ook het einde van mijn leven.”

Niet veroordelen

Of het principieel te verantwoorden is dat mensen hun lichaam ter beschikking stellen aan de wetenschap? „De Bijbel zegt er niets over. Ik zal christenen die beslissen dat hun lichaam na overlijden mag worden gebruikt voor onderzoek, zeker niet veroordelen”, zegt Hans Heikoop, die tot de reformatorische kring behoort. Hij is algemeen directeur van de Zorg Diensten Groep, die ongeveer de helft van de mortuaria in ziekenhuizen beheert. Als coördinator postmortale zorg van het Landelijk Team Forensische Opsporing was hij onder meer betrokken bij de repatriëring van de slachtoffers van de MH17-vliegramp.

Wetenschappers en studenten gaan „zorgvuldig” om met lichamen, zegt Heikoop. „Beroepshalve komt ik regelmatig op een anatomische afdeling. Mijn indruk is dat mensen daar piëteitsvol met de lichamen omgaan. Toen een student een kniegewricht ontleedde, was de rest van het lichaam afgedekt. Ook valt het me op dat de lichamen niet zo herkenbaar zijn. Dat komt omdat de beharing wordt verwijderd én gelaatstrekken van een overledene veranderen.”

Nieuwsgierige jeugd

Dat wetenschappers het ontbindingsproces van enkele begraven mensen bestuderen, kan hij goed begrijpen. „Wetenschappers doen dat niet puur uit nieuwsgierigheid, maar willen de politie helpen meer zicht te krijgen op het tijdstip van overlijden van een moordslachtoffer.”

Meer aarzelingen heeft hij bij wetenschappelijk onderzoek naar ontbindingsprocessen bij lichamen bovengronds – zoiets gebeurt in Europa voorzover bekend nog niet. „Zo’n onderzoek zou dan omgeven moeten zijn met allerlei waarborgen. Je moet te allen tijde voorkomen dat bijvoorbeeld nieuwsgierige jeugd komt kijken bij de plek waar die lichamen liggen.”

Een been voor 1300 dollar

Er ontstond eind vorig jaar beroering toen bleek dat universitaire ziekenhuizen in Nederland voor onderwijsdoeleinden in tien jaar tijd honderden hoofden kochten van omstreden commerciële bedrijven in de VS. Na berichtgeving van tv-programma Nieuwsuur besloten het Amsterdam UMC (locatie AMC) en het Rotterdamse Erasmus MC te stoppen met die aankoop. Invoering van lichaamsdelen is overigens niet verboden.

Agressief

Prof. dr. Freek Dikkers, hoofd van de KNO-afdeling van het AMC, zei in Nieuwsuur dat hij niet wist dat het Amerikaanse bedrijf Science Care, dat wereldwijd lichaamsdelen verkoopt, „agressief aan het werven is in verpleeghuizen en hospices.” Hij noemde het „onacceptabelals Science Care alleen maar gaat zitten jagen” met slogans als „u kunt uw begrafeniskosten voorkomen.” Science Care verkoopt aan ziekenhuizen bijvoorbeeld een been voor 1300 dollar (1150 euro). Nieuwsuur meldde dat het erop lijkt dat sommige van die Amerikaanse bedrijven (zogeheten bodybrokers) „allesbehalve respectvol met de stoffelijke overschotten omgaan.” Weduwe Marie Gallegos in het tv-programma: „Ik breek mijn hoofd over de vraag: Wanneer zijn de lichaamsdelen van mijn man een soort auto-onderdelen geworden?”

Om niet

In Nederland past het bieden van financiële prikkels voor het afstaan van het lichaam of delen daarvan niet, schreef minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) recent in een brief aan de Tweede Kamer. „Donoren staan hun lichaam of lichaamsmateriaal af als altruïstische (onbaatzuchtige, JV) daad.”

In de toekomstige Wet zeggenschap lichaamsmateriaal wil de minister expliciet vastleggen dat lichaamsdelen „om niet” moeten worden afgestaan. Alleen noodzakelijke kosten mogen worden vergoed. De minister wil in 2020 de nieuwe wet aan de Tweede Kamer voorleggen.

Ook in de al bestaande Wet op de lijkbezorging, waarin het afstaan van complete lichamen is geregeld, wil De Jonge duidelijker aangeven dat het verboden is om geld te geven voor een aan de wetenschap beschikbaar gesteld lichaam. Zo wil de minister voorkomen dat bijvoorbeeld arme mensen in de verleiding worden gebracht om –ondoordacht– het lichaam van een geliefde te verkopen.

Zorgvuldig

Toch betekent dat alles niet dat de minister op dit terrein commerciële activiteiten tussen universitaire ziekenhuizen en bedrijven in de ban doet. „Ons land kent geen absoluut verbod op commerciële activiteiten met lichaamsmateriaal. Universiteiten werken soms samen met commerciële bedrijven, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen. De medisch-wetenschappelijke vooruitgang die met die samenwerking wordt bereikt, kan van grote maatschappelijke waarde zijn.” Wel wil de minister in de nieuwe Wet zeggenschap lichaamsmateriaal verankeren dat er „zorgvuldig en respectvol” met lichaamsmateriaal wordt omgegaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer