Verdachten beleggingsfraude ontkennen
De verdachten van de grootschalige beleggingsfraude bij Hollandsche Wind en Noordenwind wijzen alle beschuldigingen over oplichting, verduistering en witwassen van de hand. „Het was een goed concept, maar het is na mijn vertrek totaal geruïneerd”, zei vermeend kopstuk Stefan S. vrijdag bij de start van zijn strafzaak in Amsterdam.
De uit Doesburg afkomstige S. (36) is samen met Ronald de G. (62) uit Ede hoofdverdachte in het proces, waarvoor zeven dagen zijn uitgetrokken. De twee staan samen met vijf anderen terecht. De zaak kwam aan het rollen toen ING in oktober 2016 de FIOD alarmeerde. Honderden beleggers gingen het schip in.
Volgens justitie kozen S. en De G. bewust namen die sterk leken op die van HollandseWind van Eneco en de Vereniging Noordenwind in Leeuwarden. Ze zochten beleggers met belangstelling voor vastgoed en windenergie en staken de ingelegde miljoenen in eigen zak.
„Een verschrikkelijke en onterechte aanklacht”, zei Ronald de G. tegen de rechtbank, om zich daarna te beroepen op zijn zwijgrecht. „Er liggen stevige verdenkingen tegen u, u wordt genoemd als een van de grote mannen”, hield de voorzitter van de strafkamer hem voor. Maar De G. schudde slechts zijn hoofd.
S. sprak honderduit. Hij wees naar De G. en zei zich met name om de marketing te hebben bekommerd. „Ik zat niet in de directie en was niet bevoegd bij de bank”, benadrukte hij. Volgens de FIOD is S. echter bewust „onder de radar” gebleven.
De 70-jarige Angenus van der H. uit Ermelo zei op verzoek van De G. een bankrekening beschikbaar te hebben gesteld. „Zijn broer vroeg me hem te helpen weer iets op te bouwen.” Hij ontdekte „pas heel laat” dat hij werd misbruikt, zei hij. Naar de politie durfde hij niet, „vanwege bedreigingen”.
Justitie verwijt de zeven verdachten - drie waren vrijdag afwezig - met bijna 9 miljoen euro aan de haal te zijn gegaan. De strafeisen worden dinsdag verwacht. De uitspraak is eind juni.