Ds. Zoutendijk: In postmoderne cultuur mag je je kwetsbaar opstellen
In een postmoderne cultuur mag je persoonlijk worden, aldus ds. A. J. Zoutendijk. „Het hoeft niet perfect en volledig. Stel je maar kwetsbaar op en zeg eenvoudig dat je gelooft.” In Utrecht had donderdagavond de ”G. van Leijenhorstlezing” plaats.
In de Mattheüskerk hield de afdeling Utrecht van reünistenvereniging RRQR de vierde G. van Leijenhorstlezing. Oud-leden van de christelijke studentenvereniging CSFR kunnen lid worden van de RRQR, die sinds 2017 disputen in iedere universiteitsstad kent.
De „Solumnivereniging” van het Utrechtse CSFR-dispuut Sola Scriptura had haar oud-leden Jos Wienen –nu burgemeester van Haarlem– en Andries Zoutendijk – inmiddels emeritus predikant van de Utrechtse Jacobikerk– gevraagd in te gaan op de vraag hoe christenen kunnen participeren in een seculiere samenleving die niet of nauwelijks weet heeft van het christelijke verleden.
Een lidmaatschap van een studentendispuut zoals Sola Scriptura is verrijkend, verdiepend en vooral vormend, klonk het donderdagavond. Studenten moeten zich na afronding van hun studie echter niet opsluiten in een kleine kring van gelijkgezinden, in zo’n „afgezonderde minizuil van het eigen gelijk.”
Bescheiden
Als oud-predikant van de Jacobikerk, een gemeente met veel studenten, weet ds. Zoutendijk wat het betekent een christelijk geluid te laten horen in een door en door seculiere omgeving. Volgens hem moet de kerkelijke stem worden gehoord, maar dan wel „in alle bescheidenheid.” De tijd dat vanuit de kerkelijke hoek waarheden en stelligheden richting maatschappij worden verkondigd, is volgens hem voorbij.
Ds. Zoutendijk wees op enkele missionair werkers die in plaats van hoog van de toren te blazen zich opvallend bescheiden en terughoudend opstellen. In een postmoderne cultuur past het persoonlijke woord, zo zei hij. „Laat de stelligheden achterwege en heb het maar over jezelf. In een postmoderne cultuur mag je persoonlijk worden. Het hoeft niet perfect en volledig. Stel je maar kwetsbaar op en zeg eenvoudig dat je gelooft. Zeg er ook bij dat je niet uit jezelf bent gaan geloven, maar dat God het is Die dat geloof geeft. Wees eerlijk en geef toe dat het volgen van Jezus ook het kruis betekent en dat ook jij daarvoor terugschrikt.”
Om de geseculariseerde Nederlander nog te bereiken, moet volgens ds. Zoutendijk niet alles worden verwacht van „uitgekiende missionaire projecten”, maar meer van „kwetsbare getuigenissen” – waarin niet meer de oude zekerheden, maar de „taal van het verlangen” doorklinkt.
Daklozen en vluchtelingen
Jos Wienen, de bedreigde en daarom zwaarbewaakte burgemeester van Haarlem, schetste hoe hard de samenleving na de Tweede Wereldoorlog is geseculariseerd. „Ik herinner mij dat ik als student geconfronteerd werd met de secularisatie door de vragen die de wetenschap stelt bij de historische betrouwbaarheid van de Bijbel en de van huis uit meegekregen geloofswaarheden. Ik overwon al die twijfels door enkel op Jezus Christus te focussen en eraan vast te houden dat er niemand is zoals Hij.”
Wienen is overtuigd CDA’er, omdat hij vindt dat versnippering in de christelijke politiek onverdedigbaar is. Als burgemeester functioneert hij in een seculiere omgeving. In al die „openlijke onchristelijkheid” ziet hij echter de „opvallende aanwezigheid” van enkele kerken in zijn stad. In enkele christelijke centra worden tot zijn vreugde en bewondering daklozen, vluchtelingen of anderszins maatschappelijk gemarginaliseerden opgevangen. Omdat Wienen wordt bedreigd, heeft hij vaak gelegenheid van zijn christelijk geloof te getuigen omdat journalisten hem daarnaar vragen. Hij besloot met te zeggen dat christenen in een niet-christelijke omgeving present moeten zijn met „dat unieke verhaal van geloof, hoop en liefde.”
De Haarlemse burgemeester werd door het Solabestuur benoemd tot erelid.