Aanslagen op christenen
Wie eenmaal een slechte naam heeft, krijgt allerlei beschuldiging toegeschoven. Veiligheidsadviseur Mowaffaq al-Rubaie schreef de aanslagen op de vijf christelijke kerken van afgelopen zondag in Irak toe aan al-Qaida. Maar kort daarop nam een tot heden onbekende groepering de verantwoordelijkheid voor de moorddadige actie op zich. Twijfel over de aansprakelijkheid voor de aanslagen maakt het resultaat niet minder ernstig: een aantal doden en tientallen gewonden.Veel van Saddam ’bevrijde’ Irakezen bleken al snel teleurgesteld. Er zat geen schot in het proces van wederopbouw. Waar de overheid onmachtig blijkt om orde en veiligheid te garanderen, komt de weg vrij voor een nieuw schrikbewind. Van moslims. Ruim een jaar geleden al zei een Assyrische predikant uit Irak in een gesprek met dit dagblad: Als moslims weer macht krijgen, vrezen wij zeer voor het welzijn van christenen.
Valt dit geweld tegen katholieken -voor het eerst specifiek tegen christenen- inderdaad het christendom vijandig gezinde moslims aan te wrijven? Opmerkelijk is dat de orthodoxe kerken ongemoeid bleven. Deze keuze van de terroristen kan geen toeval zijn. De orthodoxe religie is -hoe verschillend dan ook van de islam- veel meer de oorspronkelijk godsdienst van Irak. Terwijl de paus het beeld draagt van een buitenlandse indringer. Net als de Amerikanen.
De vraag is legitiem of al-Qaida echt schuldig is. Het lijkt er meer op dat tegenstanders van de aanwezigheid van buitenlanders in Irak -en dus ook van militairen- proberen de spanning op te drijven. Wie beschuldigingen uitspreekt, moet ze hard kunnen maken. Zelfs als het een groepering betreft die slecht bekendstaat.
Niemand weet hoeveel christenen er nog in Irak leven. Er bestaan katholieke kerken, die de paus erkennen, maar hun eigen etnisch karakter behielden: Chaldeeuws, Syrisch, Armeens en Grieks. En dan natuurlijk ook nog de Rooms-Katholieke Kerk. Daarnaast is er sprake van orthodoxe kerken: Syrisch, Armeens en Grieks. Met als import uit Egypte de Koptische Orthodoxe Kerk. Er is zelfs sprake van een Presbyteriaanse Kerk, die vijf gemeenten telt.
Saddam Hussein heeft zich beziggehouden met wat hij beschouwde als „etnische zuiveringen.” Die richtten zich tegen Assyrische christenen. Toch was er wel kerkelijk leven mogelijk. De situatie was enigermate vergelijkbaar met die in communistische landen achter het IJzeren gordijn. De mensen moesten zich aanpassen. Ze moesten de regering in alles tegemoetkomen en volgen. Christenen hadden het niet gemakkelijk onder Saddam.
Toch is het nuttig om onderscheid te maken tussen vervolging en het plegen van aanslagen. In allerlei landen is telkens sprake van geweld tegen christenen. Soms valt dat op rekening te schrijven van de overheid. Dat heet vervolging. Maar individuele groeperingen plegen aanslagen. Het is niet minder gevaarlijk voor christenen. Soms hachelijker. Omdat aanslagen onvoorspelbaar zijn. Ze maken het leven meer riskant en onzeker.
De seculiere pers beschouwt het feit dat de aanval zich tegen christenen keerde als een interessant detail. Sommige calvinisten zullen denken: Ach, het waren toch maar katholieken. Dat is de ware kerk niet. Toch valt de situatie in Irak niet los te zien van de strijd tussen de satan en de Koning van alle koningen, Jezus Christus, die uitloopt in de volheid van de tijd.
Zodra zich het geweld in Irak tegen christenen gaat keren, zullen meer mensen de mogelijkheid van emigratie overwegen. Westerse landen bleken de achterliggende jaren steeds terughoudender ten aanzien van het opnemen van buitenlanders. Nederland, met zijn rijke protestantse traditie, zou christenen die om hun geloof niet meer veilig zijn niet te gemakkelijk de deur moeten wijzen.