CBS: Bezoek aan kerk daalt verder
Het kerkbezoek in Nederland daalt gestaag. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag. Volgens het CBS ging in 1997 nog bijna een kwart van de volwassenen minstens één keer per maand naar de kerk. In 2003 was dat aantal afgenomen met 4 procent en kerkte nog maar eenvijfde deel van de Nederlanders regelmatig. Ds. M. A. Kempeneers, christelijk gereformeerd predikant te Elburg, is niet verrast: „Als je goed om je heen kijkt, zie je het gebeuren. Toch blijf je ervan schrikken.”
Ouderen gaan vaker naar de kerk dan jongeren, aldus het CBS. „Vooral jongeren laten het tegenwoordig afweten.” In de leeftijdsgroep van 18 tot 45 jaar is een op de zeven kerkleden een regelmatige kerkbezoeker; van de 65-plussers is een op de drie mensen dit nog. Ds. Kempeneers kan wel enkele „rationele redenen” noemen die dit verschil zouden kunnen verklaren. „Als eerste zal de jeugd meer nog dan ouderen betrokken zijn op het aardse. De wereld trekt en de wereldse invloed is groot. Geld is er genoeg en het aanbod is aantrekkelijk voor de mens. Ouderen kennen ook zeker de verleidingen, alleen zullen zij ook meer kennis hebben gemaakt met teleurstellingen in het leven. Zij zullen zich ook meer bezighouden met de echte levensvragen.”
Andere oorzaken zijn volgens ds. Kempeneers het ontbreken van ware kinderen van God en een oppervlakkige prediking. „De jeugd ziet om zich heen steeds minder wat het is om God te vrezen. De meerwaarde van een leven met Christus zien zij niet in het leven van veel volwassenen.” De predikant tekent hierbij aan dat hij ook jongeren ziet die wel serieus betrokken zijn op de prediking en die biddend naar de kerk gaan.
Volgens het CBS bleef het aantal kerkleden vrijwel gelijk. Sinds 1993 rekent 58 procent van de bevolking zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering. Rooms-katholieken vormen de grootste groep, met 30 procent. Daarna volgen de „Nederlands hervormden” met 14 procent; 6 procent van de Nederlanders is gereformeerd (het CBS maakt, verwarrend genoeg, slechts onderscheid tussen „katholieken”, „Nederlands hervormden” en „gereformeerden”). Zo’n 8 procent van bevolking rekent zich tot de „overige kerkelijke gezindten”, waaronder de islam.
Ook onder moslims neemt het bezoek aan gebedshuizen af. Het Sociaal en Cultureel Planbureau bracht twee weken geleden naar buiten dat het moskeebezoek van in Nederland woonachtige Turken en Marokkanen drastisch terugliep. In 1998 ging nog 44 procent van de Turken en 38 procent van de Marokkanen naar de moskee. In 2002 waren die percentages gedaald tot 35 en 23.
Gereformeerden komen in het onderzoek van het CBS als de trouwste kerkgangers naar voren. Bijna de helft van hen kerkt wekelijks of vaker. Onder de Nederlands hervormden is dit aantal beduidend minder: een op de vijf hervormden gaat minstens één keer per week naar de kerk. Hekkensluiter zijn de rooms-katholieken. Van hen gaat een op de tien met deze regelmaat naar de kerk.