AWVN: Impasse in CAO-overleg
Het CAO-overleg raakt in een algehele impasse door de voortdurende onduidelijkheid rond kabinetsplannen over onder meer prepensioen.
Volgens werkgeversorganisatie AWVN vallen er momenteel alleen kortdurende afspraken te maken met vakbonden. Ook worden veel bestaande CAO’s verlengd omdat nieuwe afspraken nauwelijks meer mogelijk zijn.
Tot eind juli dit jaar zijn er 224 nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten waarbij de AWVN betrokken was. Bijna de helft daarvan kent een looptijd van één jaar en 47 procent duurt korter. „Dat is extreem, want meestal geldt de helft van de CAO-afspraken een jaar en de andere helft twee jaar”, aldus AWVN-directeur H. van der Steen.
Van der Steen schat in dat circa 150 CAO’s die tot nu toe zijn afgesproken per 1 januari 2005 aflopen. „Ik ga er ook van uit dat 2005 het drukste jaar uit onze geschiedenis wordt en dat we zeker 500 CAO’s moeten vernieuwen.”
Volgens Van der Steen zitten de bonden stil zolang kabinetsplannen op het gebied van prepensioen, WW en WAO nog niet zijn uitgewerkt en nog door de Tweede Kamer moeten. „Het lijkt begrijpelijk, want de plannen van het kabinet zullen grote gevolgen hebben. In de huidige economische situatie mogen we echter niet stilzitten.”
Volgens de AWVN-directeur moeten werkgevers en bonden ondanks alle politieke onzekerheid nu juist afspraken maken om de productiviteit van werknemers te verbeteren. Zo wijst hij erop dat bedrijven met soepeler arbeidstijden beter pieken en dalen in het werk kunnen opvangen. Ook gaat de arbeidsproductiviteit omhoog als het ziekteverzuim omlaaggaat, helpt investeren in scholing en kan resultaatafhankelijke beloning het personeel motiveren.
„Dit jaar is een hoopvolle start gemaakt met afspraken op dit gebied, maar het moet nog veel beter”, aldus Van der Steen. Tot nu toe wist de AWVN in 16 procent van de CAO’s afspraken te maken over flexibeler werktijden, 17 procent over ziekteverzuim en reïntegratie en 14 procent over scholing.
Resultaatafhankelijke beloningen lijken al meer gewoon. In 57 procent van de CAO’s staan hierover afspraken. Dat komt voor een belangrijk deel door de centrale afspraak tussen werkgevers- en werknemersorganisaties om in 2004 alleen resultaatafhankelijke beloningen toe te staan.