„Ik heb de natuur te leen van mijn kinderen dus ik moet er goed voor zorgen”
Meer dan 10 procent van zijn 52 hectare landbouwgrond zaait akkerbouwer Martin de Ruiter (54) uit Strijen dit jaar in met bloemenzaad. De insecten zijn er blij mee. Anderhalve hectare staat straks vol met allerlei soorten groenten die door burgers zelf geoogst zullen worden. „Zodat ze weer weten waar het eten vandaan komt.”
Of de Coöperatie Collectief Hoeksche Waard ook een boer kent die biddag houdt én bloemrijke akkerranden heeft? Voorzitter Janneke Zevenbergen kan hem niet vinden, maar stelt voor om De Ruiter te interviewen. „Een zeer enthousiaste boer met hart voor de natuur en de landbouw.”
Daar is geen woord van teveel gezegd. Aan tafel met uitzicht op de nu nog kale akkers, blijft De Ruiter maar praten. Hij denkt wel te weten waarom er geen reformatorische boer te vinden was. „Hier in de Hoeksche Waard zijn dat vaak de wat ouderwetsere boeren. Ze vinden het misschien wel mooi wat ik hier allemaal doe, maar zelf beginnen ze er niet aan.”
Waarom zaait de bedrijfsleider dan wel 5,5 hectare dure, vruchtbare grond in met bloemzaad? „Ik zeg altijd: de natuur heb ik tijdelijk te leen van mijn kinderen. Daar moet ik goed voor zorgen.
We spuiten nu 90 procent minder beschermingsmiddelen op onze gewassen dan dertig jaar geleden. Toch kwam een klein deel nog in de sloot terecht. Om dat te voorkomen vroeg het waterschap of agrariërs tegen vergoeding een strook van minimaal drie meter langs de sloot wilden inzaaien met bloemen of kruidenrijk gras. Zo ontstaat er een buffer die bestrijdingsmiddelen tegenhoudt zodat ze niet in de sloot terechtkomen. Ik heb gelijk al de akkers ingetekend. Mijn baas, tegelijkertijd mijn beste vriend, staat daar volledig achter.”
De Ruiter kan zich niet voorstellen dat het slecht gaat met de insecten in de Hoeksche Waard. „Er staat ’s zomers zo’n 500 kilometer akkerrand in bloei. Ik heb zelf stukken tot wel 50 meter breed vol staan met bloemen. Mijn zoon durft dat veld niet in, zoveel gezoem en gebrom van insecten is er te horen.”
Luishaarden
Al die insecten zorgen er ook voor dat De Ruiter niet meer hoeft te spuiten tegen luis. „Pas ontdekte ik een grote plek in de aardappelen met veel luis. Vier dagen later was er niets meer van te zien. Insecten uit de bloemenvelden loeren op zulke luishaarden en vreten zich daar helemaal vol.”
De agrariër vindt het niet eerlijk dat boeren keer op keer de schuld krijgen van de achteruitgang van de insectenstand. „Als mensen ziek zijn, gaan ze naar de dokter en krijgen ze medicijnen. Als planten ziek zijn, zouden wij ze geen medicijnen mogen geven? Voor sommige bestrijdingsmiddelen betaal ik 300 euro per liter. Denk je echt dat ik dat overvloedig zal gebruiken?”
Hongersnood
Biologisch boeren is voor De Ruiter geen oplossing. „Als er nergens meer in Europa gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden, is de kans op een hongersnood groot. Daar ben ik vast van overtuigd. Als er dan een ziekte in de tarwe uitbreekt, kan die niet worden gestopt. Dan is er geen tarwe en dus ook geen brood.”
De agrariër houdt zelf geen biddag, maar vindt wel dat er meer aandacht moet komen voor het dagelijks brood. „Kinderen kunnen alles vertellen over een smartphone, maar waar hun eerste levensbehoefte vandaan komt, weten ze niet.”
Met zijn bedrijf Beleef het en Eet het! probeert De Ruiter daar iets aan te doen. „Dat is in 2015 eigenlijk per ongeluk gestart toen ik met mijn sperziebonen bleef zitten. Een oproep op Facebook om gratis te komen plukken, werd 2600 keer gedeeld. De zaterdag erna zag het zwart van mensen. Nu komen er elke zomer duizenden mensen zelf hun groente oogsten voor 50 cent per kilo. Prachtig!”
Project Hoeksche Randen
Volledige naam: Hoeksche Randen voor natuurlijke plaagregulatie en bloemrijke akkerranden in de Hoeksche Waard.
Gestart: in 2003.
Deelnemende agrariërs: 70.
Coördinatie: Coöperatie Collectief Hoeksche Waard (CCHW).
Oppervlakte: ongeveer 152 hectare akkerranden met een totale lengte van bijna 500 kilometer inclusief 5 hectare vogelakkers (kleine percelen speciaal ingericht voor overwinterende akkervogels).
Jaarlijkse vergoeding per hectare: 2150 euro voor bloemenranden (eenjarig), 1700 euro voor nieuw in te zaaien graskruidenranden (meerjarig), 1.400 euro voor graskruidenranden van 2 jaar of ouder, 700 euro voor grasranden (meerjarig) en 2.400 euro voor vogelakkers die de winter overstaan.
Bekostiging door: overheden zoals Europese Unie, provincie Zuid-Holland, gemeente Hoeksche Waard, waterschap Hollandse Delta en sponsors zoals Rabobank, FarmFrites, Van Iperen groeispecialist, CZAV en vele anderen.
Resultaat: het gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen luis in graan en aardappelen is met ruim de helft afgenomen. De kwaliteit van het oppervlaktewater is verbeterd. De randen hebben een grote aantrekkingskracht op wilde bijen en andere insecten. Alle randen voorzien in voedsel en dekking voor boerenlandvogels. >>cchw.eu