Dodental Ghislenghien naar beneden bijgesteld
De Belgische autoriteiten hebben zondag het dodental van de gasexplosie vrijdag op het industrieterrein van het Waalse Ghislenghien naar beneden bijgesteld.
Berichten dat twee van de zwaargewonden in een ziekenhuis in Parijs waren bezweken, werden weer ingetrokken. Aangezien verscheidenen van de gewonden er slecht aan toe zijn, wordt niet uitgesloten dat het dodental later alsnog verder oploopt. Ook worden drie personen nog altijd vermist.
Rond de 120 mensen raakten vrijdag gewond. Dertig van hen zijn er ernstig aan toe. Dertien van de vijftien lichamen die op de plek van de ramp werden gevonden zijn nu geïdentificeerd. Onder de doden is een Fransman, een elektricien uit het Noord-Franse Valenciennes.
Koning Albert van België bracht zaterdagochtend een bezoek aan de rampplek. Hij kreeg een korte rondleiding en sprak daarna met nabestaanden en reddingswerkers. De koning werd vergezeld door minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael en minister van Defensie André Flahaut. Ook Bruno Van Grootenbrulle, burgemeester van Ath, het 10 kilometer noordoostelijker geleden stadje waar Ghislenghien bestuurlijk onder valt, bevond zich in het gezelschap. „Wij in Ath leven in een nachtmerrie”, zei hij.
Premier Guy Verhofstadt en minister van Volksgezondheid Rudy Demotte onderbraken hun vakantie en keerden terug naar België om de plaats van de ramp en de gewonden nog vrijdagavond te bezoeken. Verhofstadt noemde het de grootste ramp in België sinds 1967, toen 22 doden vielen bij de explosie van een tankwagen met vloeibaar gas. Hij riep de dag waarop de slachtoffers zullen worden begraven uit tot dag van nationale rouw.
Waardoor de explosie van vrijdag is veroorzaakt, is nog altijd niet duidelijk. Zeker is dat er een lek in de pijpleiding was geconstateerd. Rond 08.00 uur ’s ochtends alarmeerden bouwvakkers de brandweer omdat ze de leiding op het industrieterrein van Ghislenghien, zo’n 30 kilometer ten zuidoosten van Brussel, beschadigd hadden. Het ging om een grote leiding, van een meter doorsnee. De explosie deed zich voor toen de brandweer het gebied afzette om het lek te dichten. De precieze oorzaak is onbekend en vermoedelijk zeer moeilijk te achterhalen.
Onder de doden en gewonden zijn brandweerlieden en politiemensen die het lek onderzochten. Onder meer het hoofd van de plaatselijke brandweer, voor wie het zijn eerste werkdag was, kwam om.
De plaats van de explosie ligt vlak naast de snelweg E429 (A8) van Brussel naar Doornik. Volgens de Belgische televisie zijn mensen die op het moment van de ontploffing langsreden in hun auto verbrand. Ook twee nabijgelegen fabrieken vatten vlam en zijn grotendeels verwoest. De explosie was op kilometers afstand te voelen. „We dachten eerst dat het een aardbeving was”, zei een ooggetuige tegen de VRT-radio. „Er ontwikkelde zich een enorme vuurzee. Er was niets meer te zien behalve het vuur.” De explosie heeft een grote krater geslagen en in een omtrek van een halve kilometer is alles verbrand of gesmolten.