Parlementaire enquête neemt wrok in Groningen niet weg
Opluchting. Maar ook argwaan. Die klinken door in reacties op het nieuws dinsdag dat de Tweede Kamer een parlementaire enquête organiseert over de gaswinning in Groningen.
„Als ik oud-minister Kamp of huidige minister Wiebes ergens in beeld zie verschijnen, dan draait mijn maag om.” De frustratie bij Bert Hoffman (35) uit het Groningse dorp Holwierde borrelt woensdagmorgen al snel op. Met zijn opmerking vertolkt hij zijn afkeer van ministers die betrokken zijn bij het hoofdpijndossier rond de gaswinning en aardbevingen in Groningen.
Hoffman vertrok in 2016 met zijn gezin uit zijn door scheuren aangetaste woning in het dorpje Bierum (gemeente Delfzijl). „Op Bevrijdingsdag. Ons vertrek voelde als een bevrijding.”
Sarcasme
Ergens kan Hoffman, vader van drie kinderen, waarderen dat de Tweede Kamer via een parlementaire enquête het naadje van de kous wil weten. Toch sluipt er al gauw sarcasme in zijn verhaal. Het zint hem niet dat de parlementaire enquête op zijn vroegst in 2020 wordt gehouden. „Daar houd ik een nare bijsmaak aan over. Het kan dus nog jaren duren voordat precies duidelijk wordt waar de overheid heeft gefaald.”
Zeker een paar jaar geleden ging Hoffman zwaar gebukt onder slepende procedures rond schadevergoedingen. Nog altijd knaagt de onzekerheid. Frustrerend vindt hij het stilleggen van een versterkingsoperatie in de regio. „Wij Groningers willen eindelijk eens duidelijkheid.”
Strijden
Dat de gaswinning onderwerp wordt van een parlementaire enquete is „heel goed”, zegt ds. J. van der Wal, predikant van de vrijgemaakt gereformeerde kerk in Appingedam en geestelijk verzorger in het aardbevingsgebied.
„Laat de onderste steen maar boven komen. Ik ben vooral benieuwd wat de topmannen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij gaan zeggen. Die zijn verantwoordelijk voor de gaswinning.”
Onder gedupeerde Groningers treft de predikant veel onzekerheid. Die grenst soms zelfs aan wanhoop. „Het gaat niet alleen om scheuren in woningen. Veel mensen zijn vooral ontdaan door de afhandeling van de schade. Ze hebben het gevoel dat ze voor elke euro moeten strijden. Funest is ook de onrust rond herstelprojecten. De ene keer zegt een inspecteur dat een huis moet worden versterkt. Later blijkt uit een of ander computermodel dat de woning toch veilig zou zijn. Dat alles maakt mensen moedeloos. Ze krijgen het gevoel dat de overheid de boel aan het traineren is. Burgers worden ook moe van de veelheid aan overheidsinstanties waarmee ze van doen krijgen. Ze zien door de bomen het bos niet meer.”
In gesprekken probeert de predikant vooral een luisterend oor te bieden. „Ik kan hun vragen over herstelprojecten niet oplossen. Maar mensen mogen wel hun verhaal bij me kwijt. Ik hoop dat ze dan in ieder geval denken: Ik word begrepen.”
Soms komen Bijbelse noties ter sprake. „Denk aan psalm 8 en psalm 24. Daaruit blijkt dat de aarde en alles wat daar leeft van de Heere is.”
Roken
Zelf ervaart de predikant de onzekerheid ook. „Mijn woning heeft weliswaar geen schade opgelopen, maar de vraag is of het huis aardbevingsbestendig is. Misschien wordt mijn woning binnen een paar jaar platgegooid. Daarom ben ik niet van plan extra onderhoud te plegen. De gaskraan kan worden dichtgedraaid, maar daarmee is niet gezegd dat het risico op aardbevingen meteen afneemt. Zo schrokken velen van de krachtige aardbeving vorig jaar in het Groningse Zeerijp.”
De predikant beseft dat gaswinning Groningers ook veel welvaart bracht. „Ik trek wel eens de vergelijking met roken. Dat was vroeger heel gewoon en werd gepromoot. Ik hield ooit zelfs een spreekbeurt over tabak. Nu weten we hoe schadelijk roken is. Kinderen halen het niet in hoofd daar een spreekbeurt over te houden.”