Driehonderd jaar ministaatje Liechtenstein
Al 300 jaar functioneert Liechtenstein als zelfstandig ministaatje in Europa. Wat weten we van het landje, zijn geschiedenis, zijn koningshuis en zijn buitenlandse betrekkingen? En hoe ziet de toekomst eruit? Die lijkt rooskleurig: Liechtenstein staat er goed voor en de familie is nog steeds de rijkste vorstelijke familie van Europa.
Liechtenstein is een prachtig landje in de Alpen, ingeklemd tussen Oostenrijk en Zwitserland. De grens tussen Zwitserland en Liechtenstein wordt gevormd door de daar nog niet bevaarbare Rijn. Het staatje telt maar liefst 32 bergen die minstens 2000 meter hoog zijn, waarvan de Vordere Grauspitz met 2599 meter de hoogste is. De helft van het vorstendom bestaat uit bergen. En toch heeft het landje een buitengewoon zacht klimaat, juist dankzij zijn ligging tussen bergketens en in het Rijndal. ’s Winters is het nooit onder de -15 graden. En ’s zomers schommelt de gemiddelde temperatuur tussen de 20 en de 28 graden. Ook valt er gemiddeld minder neerslag dan in de rest van de Alpen. Daardoor zijn wijnteelt, groente- en fruitteelt er mogelijk.
Liechtenstein beslaat 160 vierkante kilometer (30 minder dan Schiermonnikoog) en telt 38.000 inwoners (in 1950 waren het er nog 13.700). Het laatste kind werd in 2014 in het vorstendom geboren, want sindsdien is de gynaecologieafdeling gesloten en komen de meeste kinderen in ziekenhuizen in Zwitserland ter wereld. De hoofdstad is Vaduz met 5450 inwoners, hoewel Schaan met bijna 6000 groter is. De officiële taal is Duits en er zijn elf gemeenten. De Zwitserse frank is de munteenheid.
Ruim 78 procent van de bevolking rekent zich tot de Rooms-Katholieke Kerk. Tot 1997 viel de kerk in Liechtenstein onder het Zwitserse bisdom Chur, maar paus Johannes Paulus II heeft toen het aartsbisdom Vaduz opgericht. Er zijn twee protestantse kerken in het vorstendom.
Banden met de buren
Op 23 januari 1719 tekende keizer Karel VI van het Duits-Oostenrijke Rijk een oorkonde waarin hij het graafschap Vaduz en de heerlijkheid Schellenberg verhief tot een rijksvorstendom. Dat betekende dat het een zelfstandig vorstendom binnen het Duitse keizerrijk werd. Tot 1919 maakte Liechtenstein deel uit van het douaneverdrag met Oostenrijk. Maar Oostenrijk speelde een grote rol in de Eerste Wereldoorlog en daardoor kon Liechtenstein bijvoorbeeld zijn textielproducten niet exporteren. Het volk verkeerde destijds in grote armoe. Toen Oostenrijk na de oorlog uiteenviel en een republiek werd, wendde Liechtenstein zich tot Zwitserland. In 1919 werd er een unie met dat land gesloten. En nog steeds is Liechtenstein innig verbonden met Zwitserland; economisch, maar ook financieel. De laatste banden met Oostenrijk werden in 1938 verbroken, toen Oostenrijk zich via de Anschluss bij het Duitse Rijk van Hitler aansloot. De toenmalige vorst Frans Jozef II verhuisde toen definitief van Oostenrijk naar Vaduz (hij was de eerste Liechtensteinse vorst die daadwerkelijk in het landje resideerde) en de vorstelijke familie oriënteerde zich voortaan op Zwitserland.
Officieel is Liechtenstein neutraal, net als Zwitserland. Toch is het lid van de Europaraad (1978) en tekende het menig internationaal verdrag. In 1990 werd het land lid van de Verenigde Naties. Ook is het lid van de Wereldhandelsorganisatie, en dat is niet voor niks want Liechtenstein telt wel mee als het gaat om internationale firma’s, zeker op financieel en bancair gebied. Met de Europese Unie heeft Liechtenstein een speciale binding, maar het is geen lid. Het behoort ook tot de zogenaamde Schengenlanden.
Heel bijzonder is dat Tsjechië het laatste land is dat Liechtenstein erkende als zelfstandig land. Dat gebeurde pas in 2009 en had te maken met het bezit van de vorstelijke familie van Liechtenstein. Voor de Tweede Wereldoorlog bezat de familie veel land en bos in Tsjechoslowakije. Dat werd na de oorlog onteigend. De familie heeft na 1989 vele rechtszaken gevoerd om bezit terug te krijgen. De kwestie kwam zelfs ter behandeling voor het Internationaal Gerechtshof. De familie heeft de rechtszaak verloren.
Soldaten
De buitenlandse relaties verliepen in het verleden wel vaker moeizaam. Liechtenstein was sinds het Congres van Wenen (1814/1815) lid van de Duitse Bond en viel dus onder het keizerrijk van de vele Duitse staten. Dat betekende dat elk land, hoe klein ook, in oorlogstijd soldaten moest leveren. In 1866 streden Pruisen en Oostenrijk tegen elkaar. Dat was funest voor de eenheid van de Duitse Bondsstaten. Liechtenstein was verbonden aan Oostenrijk en koos dientengevolge voor dat land. Dat kon de Pruisische kanselier Otto von Bismarck niet verkroppen. Hij was woedend en vond dat Liechtenstein met zijn 6000 inwoners deel moest nemen aan de oorlog.
Vorst Johann II wilde niet dat zijn eigen mensen tegen de Pruisen, eveneens Duitsers, moesten vechten. Daarom bedacht hij dat het beter zou zijn om zijn soldaten aan de Italiaanse grens te stationeren. Men vreesde namelijk een Italiaanse inval.
In de Landdag, het parlement, werden felle debatten gevoerd. Velen vonden dat Liechtenstein zich buiten de broederstrijd moest houden, maar Oostenrijk was van mening dat de vorst woord moest houden en zijn contingent voor bewaking beschikbaar moest stellen. Het leger van tachtig man zwierf vervolgens zes weken door de Alpen, door sneeuw en in wind.
Eindelijk kregen ze de Italianen in het vizier, maar tot strijd kwam het niet. Het leger keerde heelhuids terug, merkwaardig genoeg met één man meer! Het raadsel is nooit opgelost, maar kennelijk is er een Oostenrijkse officier overgelopen. Daarna, in 1868, hief vorst Johann II het leger op. Vanwege de kosten, maar zeker ook omdat hij nooit meer in zo’n politiek dilemma terecht wilde komen.
Het was een besluit dat niet kon rekenen op begrip van het volk. Maar het heeft Liechtenstein in de Eerste Wereldoorlog gered: niemand durfde het legerloze landje aan te vallen, dat zou wel erg laf zijn. Overigens bleef de laatste soldaat, Andreas Kleber, die pas in 1939 in de leeftijd van 95 jaar stierf, altijd een bezienswaardigheid.
Zelfstandigheid
In 1938, op 25 juli, werd Frans Jozef II de nieuwe vorst. Hij was in 1906 geboren en werd genoemd naar keizer Frans Jozef van Oostenrijk, die zijn peetoom was én zijn oudoom. Zijn moeder was aartshertogin Elisabeth van Oostenrijk, die oom moest zeggen tegen de keizer. Pas toen hij zeventien jaar was, kwam hij met zijn ouders voor de eerste maal in het vorstendom, dat toen door een ver familielid geregeerd werd, vorst Johann II. Die regeerde maar liefst 71 jaar.
In 1927 was er een bijzonder grote overstroming van de Rijn in het vorstendom die een nieuw meer heeft achtergelaten. Johann II, die in Wenen woonde, stuurde zijn achterneef Frans Jozef naar het land om poolshoogte te nemen. Frans Jozef werd als nieuwe vorst meteen in het diepe gegooid, want in 1938 marcheerden de nazi’s al Oostenrijk binnen. En dat leidde tot de verhuizing van het vorstenhuis naar Liechtenstein.
Zijn inhuldiging tijdens Pinksteren 1939 werd een grote demonstatie van aanhankelijkheid. Zo’n grote toestroom, van wel 10.000 mensen, had men in het land nog nooit beleefd. Het volk stond, net als de vorst, pal voor de zelfstandigheid van het land.
In Liechtenstein is de vorst bevoegd om juist op dat gebied, de zelfstandigheid van het land, in te grijpen, ondanks de aanwezigheid van een parlement en partijen. Het is immers aan de familie Liechtenstein te danken dat het land bestaat. Ooit, over een periode van eeuwen, verkreeg de familie het land stukje bij stukje en wist het te beschermen tegen vijanden. Zo werd het in 1719 een zelfstandig land, altijd beschermd door deze zeer rijke familie.
Frans Jozef heeft veel betekend voor zijn land. Hij gebruikte feesten en feestdagen als een manier om de eenheid van het volk te waarborgen. Zo kwam er een nationale feestdag, 15 augustus (de dag voor de verjaardag van de vorst), die nog elk jaar groots gevierd wordt en zeker dit jaar bij het 300-jarig bestaan. Ook Maria Hemelvaart werd een nationale feestdag. En toen hij op 7 maart 1943 trouwde met de Tsjechische gravin Georgina von Wilczek werd dat natuurlijk ook groots gevierd. Buitenlandse kranten berichtten er uitvoerig over, want zo’n sprookjeshuwelijk midden in de oorlog was nieuws: een vorstenhuis en zijn volk, die zo nauw met elkaar verbonden waren, was wel wat anders dan nazi-Duitsland. Georgina wist meteen de harten te veroveren; ze richtte de Rode Kruisafdeling Liechtenstein op, wat nodig was. Ook stichtte ze een tehuis voor gehandicapten.
Het paar kreeg een zoon, Hans Adam. Tot vreugde van de Liechtensteiners, want nu was er een troonopvolger. Er werden nog drie zoons en een dochter geboren. Ze gingen allemaal in Vaduz naar school.
De Russen
In mei 1945 stond Frans Jozef voor een groot dilemma. De Russen, die als bevrijders het oosten van Europa bestormden en heel Oostenrijk innamen, stonden voor de grens met Liechtenstein. Maar soldaten van het eens zo roemruchte 1e Russische Nationale Leger, die met de Duitsers tegen Stalin hadden gevochten, waren als vluchteling de grens met Liechtenstein overgestoken. De vorst en zijn regering hielden voet bij stuk: de Russen mochten hun land niet in. Dat hebben de Russen dan ook niet aangedurfd.
In oktober 1989 stierf de vorstin, die diep beweend werd door een ieder. De vorst was toen al ziek, maar na de dood van zijn geliefde vrouw ging zijn gezondheid hard achteruit. Hij stierf vier weken later, op 13 november 1989. Frans Jozef had 51 jaar geregeerd. Zijn oudste zoon, die al een poosje regent was, volgde hem op als vorst Hans Adam II.
Conflicten
Officieel regeert Hans Adam II (74) nog steeds. Hij heeft echter veel conflicten gehad met zijn volk, en vooral met de Landdag, over de economische aanpak en hoe het land geregeerd moet worden. Als bedrijfseconoom wilde hij zijn land als een bedrijf leiden. Zelfs dreigde hij de monarchie af te schaffen.
Ook in zijn optreden was hij vaak onhandig en wist hij zich geen raad met zijn houding. Steeds meer werd duidelijk dat hij totaal ongeschikt is. Uiteindelijk werd het raadzaam geacht de vorst niet meer in directe zin te laten optreden, maar de regering over te laten aan zijn zoon, die sinds 2004 regent is. Erfprins Alois von und zu Liechtenstein doet dat op voortreffelijke wijze.
Toch is het weleens lastig dat Liechtenstein twee vorsten heeft, want Hans Adam doet nog steeds graag uitspraken, ook op politiek gebied. Zo heeft hij op de laatste nationale feestdag verklaard dat Liechtenstein altijd bereid is vluchtelingen op te vangen. Zo’n politieke uitspraak moet hij toch echt aan regering en parlement overlaten.
De toekomst van Liechtenstein lijkt voorlopig verzekerd: prins Alois (50) is al 26 jaar gehuwd met prinses Sophie van Beieren (51) en het paar heeft drie zoons en een dochter. Het land staat er goed voor en de familie is nog steeds de rijkste vorstelijke familie van Europa.