Burger en provincie om tafel voor mooie omgeving
Het team sociale kwaliteit van de provincie Overijssel ontvangt jaarlijks zo’n 350 subsidieverzoeken van gemeenten, maatschappelijke organisaties, ondernemers, dorpsverenigingen en sportclubs. Ze hebben ideeën om hun omgeving leuker te maken.
De oude school heeft z’n tijd gehad. Voor de basisschool met 340 leerlingen moet er hoognodig een nieuw gebouw komen. Daar zijn ze het in Geesteren, gemeente Tubbergen, wel over eens. „Maar dan liefst multifunctioneel, zodat allerlei geledingen in ons dorp er gebruik van kunnen maken”, vertelt Gerard Wermelink van de lokale klankbordgroep.
Rosalie Bosman, adviseur bij de provincie Overijssel, luistert belangstellend. Het team sociale kwaliteit houdt spreekuur op landgoed Schuilenburg bij Hellendoorn. ”Kom maar op met die mooie plannen”, staat er uitnodigend op een bord bij de ingang. In bijna drie jaar tijd voerde het team circa 400 gesprekken. De ideeën variëren: van projecten die de lokale leefbaarheid versterken, zoals een dorpsplan of een activiteit voor ontmoeting, tot grote regionale projecten die eenzaamheid van ouderen tegengaan en activiteiten die kinderen uitdagen tot meer buiten bewegen.
De nieuwe school in Geesteren moet een centrale ontmoetingsplek voor het hele dorp worden, bepleit Wermelink. „Voor kinderen, voor jongeren, voor ouderen, voor de muziekvereniging, voor cultuur en sport. Geesteren telt ruim 4200 inwoners en heeft een vrij uitgebreid verenigingsleven. We denken nu goed na wat we als dorp willen, ook in combinatie met het bestaande dorpshuis, dat bijna elke avond bezet is.”
Buitenstaander
De klankbordgroep neemt een bureau in de arm, dat het denkproces begeleidt. „We hebben even een buitenstaander nodig die er verstand van heeft en een plan helpt opstellen”, zegt ambtenaar Bianca Menderink van Tubbergen, die met Wermelink is meegekomen. Het team sociale kwaliteit heeft daar mogelijk 15.000 euro voor beschikbaar.
„Mooi om te horen dat het dorpshuis zo goed loopt. In sommige dorpen is het juist een probleem om de programmering op gang te houden”, zegt Bosman. De spreekuurgesprekken geven haar „een beter beeld van wat men wil dan wanneer je alleen via email contact hebt.” Wermelink denkt er ook zo over. „Ik kom niet even geld ophalen, ik leg graag uit waar we mee bezig zijn. De provincie weet dan meteen dat het bedrag goed wordt besteed.”
De wensen van Geesteren worden samen met andere aanvragen besproken met collega’s die werken binnen het beleidsteam sociale kwaliteit, zegt programmaleider Margreet Hogenkamp. „Ieder van ons heeft een andere invalshoek. De een heeft een juridische achtergrond, de ander kent de zorgsector goed. Als een idee niet voor subsidie in aanmerking komt, proberen we aanvragers meestal wel in contact te brengen met andere initiatiefnemers, organisaties of bedrijven, zodat ze op een andere manier verder kunnen om hun plan te realiseren.”
Met Geesteren komt het wel goed, verwachten Hogenkamp en Bosman. „Het dorp is al aardig ver, de aanvraag is vrij concreet. Als ze het projectplan officieel indienen, kunnen ze over twee weken het geld op de bankrekening hebben staan.”
Dorpsondersteuner
De volgende bezoeker van het spreekuur meldt zich: Gerard Oosterik uit Saasveld. Het dorp met 1600 inwoners in de gemeente Dinkelland krijgt een dorpsondersteuner, een aanspreekpunt en vraagbaak voor sociaal-maatschappelijke initiatieven, die ook vrijwilligers en mantelzorgers gaat bijstaan. Geld voor het experiment is er via de gemeente al. De dorpsraad zou nog graag extra willen investeren in begeleiding om de functie in de opstartperiode „echt body te geven.”
Ook Oosterik vindt het prettig dat de aanvraag niet via formulieren en internet wordt afgehandeld. „Ik vertel liever zo m’n verhaal.”
Budget voor nieuwe initiatieven
Op sociaal terrein heeft de provincie geen wettelijke taak meer. Voor jeugdzorg en de uitvoering van de Wet op de maatschappelijke ondersteuning zijn gemeenten tegenwoordig verantwoordelijk. Provinciale Staten van Overijssel hebben jaarlijks wel een budget van 3,4 miljoen euro voor maatschappelijke initiatieven. Woordvoerster M. Hogenkamp: „Ze houden graag binding met het maatschappelijk middenveld in de provincie. De initiatieven zijn ook ondersteunend voor de provinciale kerntaken voor wonen, ruimtelijke kwaliteit en natuur. Leefbaarheid is ook een provinciaal belang.”
„Lang niet altijd gaat het tijdens de spreekuren om geld”, aldus Hogenkamp. „Initiatiefnemers zijn ook op zoek naar kennis en ervaringen van anderen. Inmiddels hebben we een heel netwerk opgebouwd. We kunnen ze dus helpen.”
serie Provinciaal
In de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen een serie over kerntaken van de provincies. Deel 5: leefbaarheid.