Promovendus Stoorvogel: Laat theologische opleidingen echte predikers afleveren
In de opleiding van predikanten wordt te weinig aandacht besteed aan de overdracht van de boodschap, zegt promovendus Henk Stoorvogel. „Laten de predikantsopleidingen echte predikers afleveren.”
Stoorvogel (41) promoveert vrijdagmiddag aan de Universiteit Twente op een proefschrift over de veranderkracht van preken. De voorganger van de evangelische gemeente Vrije Evangelisatie Zwolle en medeorganisator van de mannenweekenden De 4e Musketier studeerde toegepaste communicatiewetenschap in Twente en theologie in Leuven. In Twente kreeg hij elf jaar geleden de vraag promotieonderzoek te komen doen. „Dat wilde ik wel, als het maar over preken mocht gaan. Het leverde aan deze seculiere universiteit een bijzondere match op.”
Stoorvogel ‘testte’ een jaar lang bij een grote groep respondenten uit zijn gemeente in Zwolle wat kleine veranderingen in preken bewerkstelligen. „Twee identieke preken, maar de ene keer met verhalen of humor en de andere keer niet. Wat zijn dan de effecten bij de hoorder?”
Vervolgens vroeg de voorganger vijftien mensen uit de volle breedte van kerkelijk Nederland –„van Gereformeerde Gemeenten tot charismatisch”– naar preken die van beslissende invloed waren in hun leven. „Ze konden er allemaal minimaal één en maximaal zeven noemen. Twee dingen waren in zo’n preek van belang: dat die aansloot bij het proces waarin iemand op dat moment zat, én dat de prediker oude waarheden op een vernieuwende manier wist te brengen.”
Kloof
Tot slot vroeg Stoorvogel vijftien ervaren predikanten uit de volle kerkelijke breedte naar hun ervaringen met „impactvolle” preken. „Zij gaven aan dat ze in die preken de kloof tussen de Bijbel toen en de situatie nu wisten te overbruggen. Maar er werd ook duidelijk dat in hun opleiding veel te weinig aandacht was besteed aan de communicatieve kant van de preek: de compositie, de stijl, de verwoording, de voordracht. Er is veel aandacht voor exegese en hermeneutiek, de waarheid, maar hoe die waarheid vervolgens moet worden gecommuniceerd, dat is onderbelicht.”
Dus bepleit de promovendus meer aandacht voor de retorica in de homiletiek (preekkunde). „Ik weet dat er saaie of slechte preken zijn die toch aanspreken. God kan met een kromme stok een rechte slag slaan. Maar dat ontslaat predikanten niet van de taak op de best mogelijke manier te preken. Vorm en inhoud zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als ik saai over God spreek, denken jongeren dat God saai is.”
Spurgeon
Volgens Stoorvogel moet er al bij de selectie voor het predikantschap naar dit aspect gekeken worden. „Dat deed Spurgeon ook. Strenge selectie aan de poort: hoe is je stem, hoe kijk je uit je ogen, praat je niet binnensmonds? In de praktijk wordt de predikant toch vooral beoordeeld op de kwaliteit van zijn preek en z’n leiderschap. Juist die twee aspecten krijgen in de theologische vorming maar summier aandacht. Laten opleidingen echte predikers afleveren.”
En voorgangers die dat niet in zich hebben? „Ik begeleid in trainingen veel predikers. De ervaring is dat middelmatige predikers enorme sprongen voorwaarts kunnen maken.”
Wordt de prediking zo niet iets maakbaars? Stoorvogel: „Het maakt mij juist heel bewust van de verantwoordelijkheid die je hebt qua inhoud en communicatie. Het houdt me juist supernederig. Ik heb echt niet het gevoel dat ik daar zondags wel even ga staan om mensen te veranderen. Ik voel me in het proces van het maken en houden van een preek helemaal afhankelijk van Gods Geest. Iedere keer is het weer een sprong in het diepe, een ervaring van alles of niets. Dat helpt me om dicht bij God te blijven.”