„OM verzweeg vernietiging bewijs moordzaak”
In het onderzoek naar de moord op Vincent Jalink in 2016 in Diemen heeft het Openbaar Ministerie (OM) anderhalf jaar lang verzwegen dat „cruciaal bewijsmateriaal” is vernietigd. Dat betoogde advocaat Hans Otto den Otter donderdag in een inleidende zitting in de strafzaak tegen moordverdachte Gideon G. (29).
De raadsman sprak van „kwalijk optreden” door het OM, „dat riekt naar misleiding”. Het OM meldde eind januari na een verzoek om tegenonderzoek naar op een pet aangetroffen DNA-sporen van G., dat het hoofddeksel al in april 2017 was vernietigd. Op de pet, gevonden in de omgeving van de moord, zaten behalve DNA-sporen ook schotresten.
Den Otter vroeg zich hardop af of de vernietiging van het bewijsmateriaal ooit aan het licht was gekomen als de verdediging niet om de contra-expertise had gevraagd. Volgens hem is zijn cliënt „tekort gedaan” in een eerlijke behandeling van zijn zaak. Hij vroeg de rechtbank de pet, die in de zaak een belangrijke rol vervult, uit te sluiten als bewijs. Ook verzocht hij een punt te zetten achter het voorarrest van zijn cliënt.
De aanklager zei dat het OM „transparant” is geweest over de gang van zaken rond de pet. Ook zei hij dat de gevonden DNA-sporen zijn bewaard en „beschikbaar” zijn voor tegenonderzoek. Hij verzette zich fel tegen beëindiging van het voorarrest van G.
Hoewel het volgens de rechtbank nog „te vroeg” was om een oordeel over de zorgvuldigheid van het OM te vellen, werd het voorarrest van G. wel opgeheven. Het betekent niet dat hij op vrije voeten komt. G. heeft nog een straf van zeven jaar uit te zitten voor het plannen van een liquidatie.
De 38-jarige Jalink werd op 28 mei 2016 voor de ogen van zijn 9-jarige zoontje doodgeschoten in Diemen, midden in een woonwijk. Jalink was organisator van grote feesten en een bekende van de politie.
De moordzaak wordt tegen de zomer inhoudelijk behandeld.