Burgemeester Van Egmond: Beeld Dordtse synode gauw geromantiseerd
De Synode van Dordrecht had plaats in de politieke context van een strijd om de macht. „We zijn geneigd om de geschiedenis en desnoods het geloof voor ons karretje te spannen.”
Burgemeester J. van Egmond van Reimerswaal opende dinsdag in de Johanneskerk in het Zeeuwse Kruiningen een herdenkingsavond ter gelegenheid van 400 jaar Synode van Dordrecht. De avond was belegd door de plaatselijke protestantse gemeente en hersteld hervormde gemeente.
„We zijn gauw geneigd ons beeld van de geschiedenis rond de synode te romantiseren en zaken en mensen heiliger te maken dan ze in werkelijkheid waren”, stelde de burgemeester. „Of we proberen de geschiedenis en desnoods het geloof voor ons karretje te spannen en op een manier weer te geven die ons het beste uitkomt. Uit angst om macht te verliezen, zijn mensen in staat om te manipuleren. Dat was 400 jaar geleden niet anders dan nu.”
Dankbaarheid
Van Egmond zei ook dat de synode mooie dingen heeft voortgebracht, „waaraan we met dankbaarheid terugdenken.” Tegelijk leert deze gebeurtenis in de ogen van de burgemeester dat de geschiedenis, buiten en binnen de kerk, geschreven wordt door mensen van vlees en bloed. „Mensen die streven naar het goede, maar ook struikelen over de macht.”
Ze wees erop dat kerk en politiek in de zeventiende eeuw nauw met elkaar verbonden waren. Die situatie is veranderd door de scheiding van kerk en staat. „Een verworvenheid die we mogen koesteren”, vond de burgemeester, die overigens stelde dat de synode in de totstandkoming daarvan een rol heeft gespeeld.
Uitverkiezing
Ds. L. den Breejen, hervormd emeritus predikant te Delft, schetste het historisch kader van de strijd om de uitverkiezing. „We kunnen het ons vandaag in ons seculier geworden Nederland nauwelijks voorstellen dat een kerkelijke twist over de leer van de uitverkiezing zo’n impact kan hebben op de samenleving.”
Volgens de predikant is er van een echte eenheid binnen de Nederlandse gereformeerde kerken nooit sprake geweest. „Al vanaf het begin waren er verschillen van inzicht. Die discussies gingen bijvoorbeeld over de belijdenisgeschriften en de kerkorde.”
De strijd begon met het academisch dispuut tussen de hoogleraren Gomarus en Arminius, dat gehouden werd in 1604 aan de Leidse Universiteit. Ds. Den Breejen: „Zij verschilden van mening over de vraag waarin de zekerheid van het geloof ligt. Arminius erkende dat God de mens om Christus’ wil uit genade verlost, maar dat die mens ook zelf moet kiezen. Gomarus moest van de vrije wil van de mens niets hebben. Verlossing moet in zijn ogen helemaal alleen van God komen. Gewone gelovigen beseften dat deze discussie ging over hun identiteit en gingen zich roeren.”
Johan van Oldenbarnevelt probeerde de rust te herstellen door gesprekken te organiseren tussen de strijdende partijen, aldus ds. Den Breejen.
„De arminianen dienden een zogenoemde Remonstrantie in, waarna de gomaristen met een Contraremonstrantie kwamen. Van Oldenbarnevelt koos partij voor de remonstranten en prins Maurits voor de contraremonstranten. Uiteindelijk moest Van Oldenbarnevelt de strijd met zijn leven bekopen.”
Na lang „touwtrekken” kwam de Nationale Synode er. Volgens ds. Den Breejen heeft de synode geen gladgepolijste theologie nagestreefd. „Wel werden de Dordtse Leerregels opgesteld en sprak de synode een oordeel uit over de dwalingen en de houding van de remonstranten. Ook werd besloten te komen tot een nieuwe Bijbelvertaling. De remonstranten oordeelden later dat deze Statenvertaling het enige goede was dat de Dordtse synode had opgeleverd.
Troost
Ds. J. R. van Vugt, hersteld hervormd predikant te Kruiningen, besprak de pastorale insteek van de Dordtse Leerregels. Hij deed dat in een lezing met als thema ”Verkiezing en volharding”.
„Het pastoraat is de liefdevolle zorg voor de gemeente van Jezus Christus”, aldus ds. Van Vugt. De Kruiningse predikant zei vervolgens dat de vraag kan opkomen of het besluit van de dubbele predestinatie dan niet moet worden gezien als hardvochtig en onwetenschappelijk. Volgens de plaatselijke predikant klopt echter juist in de Dordtse Leerregels het liefdevolle hart van God. „In Hem ligt de zaligheid vast. De gelovigen kunnen zeker zijn van hun verkiezing. Het is de Heilige Geest Die hen verzekert van het eeuwige leven. De verkiezingsleer is daarom een troost voor alle gelovigen.”