Opinie

Wees de naaste voor medemens ver weg

Armoede is een wereldwijd probleem. Bij hulpverlening moeten we niet groots denken. Wij kunnen de wereld niet veranderen, maar kunnen de wereld van een gezin wel degelijk perspectief bieden.

Kees-Jan Hooglander
19 February 2019 11:02Gewijzigd op 16 November 2020 15:20
Armoede kan leiden tot een armoedefuik. Wie hier in gevangen zit, komt niet meer op eigen kracht uit de armoede.  beeld AFP, Mohamed Abdiwahab
Armoede kan leiden tot een armoedefuik. Wie hier in gevangen zit, komt niet meer op eigen kracht uit de armoede.  beeld AFP, Mohamed Abdiwahab

Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft, daalt al decennialang. Toch bedraagt hun aantal nog steeds 767 miljoen, waarvan 385 miljoen kinderen. Dat zijn duizelingwekkend veel mensen.

Armoede is een veel complexer probleem dan alleen maar een gebrek aan inkomen. Wie in armoede leeft, zit verstrikt in allerlei vormen van sociale uitsluiting die ook nog eens op elkaar inwerken en elkaar versterken. Enerzijds is er de materiële kloof: mensen vinden geen betaalbare, kwaliteitsvolle woning, stellen doktersbezoek uit en vinden moeilijk werk. Hun kinderen lopen een groter risico op schoolachterstand. Die materiële uitsluiting vormt de buitenkant van armoede. De binnenkant van armoede gaat over de menselijke gevolgen: gebrek aan zelfvertrouwen, schaamte, een negatief zelfbeeld.

Er zijn diverse factoren aan te wijzen die tot armoede kunnen leiden. Zo bepaalt de geografische ligging van een land in zekere mate de kans op armoede en gebrek. Hierbij valt te denken aan gebieden die gevoelig zijn voor aardbevingen, droogte, vulkaanuitbarstingen, overstromingen en orkanen. Door opeenvolgende rampen vermindert de veerkracht om de klap die een catastrofe geeft op te vangen en kan algemene armoede ontstaan.

Corruptie

Er zijn ook menselijke oorzaken voor armoede. Corruptie is hierbij een term die al snel opduikt en aanleiding is tot een groeiende kloof tussen arm en rijk. Maar ook machtswellust, die zich kan uiten in oorlog en geweld, waarvan de bevolking de dupe wordt en in armoede wordt gestort.

Ook multinationals en andere bedrijven verrijken zich vaak over de rug van de armen. Het is mede te danken aan de globalisering, die van de wereld één grote wereldmarkt wil maken en verwacht dat iedereen daar beter van wordt. Helaas zijn er ook Nederlandse voorbeelden te noemen. Een Nederlands bedrijf biedt in Ethiopië werk aan vele arme Ethiopiërs, dat is prachtig. Maar bij onderzoek naar de jaarrekening blijkt dat het bedrijf door slimme trucs geen cent belasting in Ethiopië afdraagt.

Een ander voorbeeld is China. Jarenlang heeft het Westen geprobeerd Afrika te helpen. De bevoogdende houding ten aanzien van het afhankelijke Afrika en de herinnering aan het koloniale verleden maken westerlingen vaak niet de meest geliefde hulpverleners. Nee, dan China. Dat bemoeit zich niet met binnenlands bestuur, stelt geen vragen bij mensenrechten maar behandelt de Afrikaan in zijn ogen als gelijkwaardige zakenpartner. China brengt infrastructuur en handel, en krijgt daar de felbegeerde grondstoffen voor terug. Dat Afrika hierbij de uiteindelijke verliezer is, en de waardevolle grondstoffen voor een habbekrats naar China ziet verdwijnen, wordt niet als schrijnend ervaren.

Toch is de bijdrage aan armoede vanwege menselijk handelen vele malen groter in de arme landen zelf dan vanwege de egocentrische houding van het Westen.

Armoede kan leiden tot een ”armoedefuik”. Wie hierin gevangenzit, komt niet meer op eigen kracht uit de armoede. Als iemand bijvoorbeeld net genoeg grond heeft om zijn gezin in leven te houden, kan hij geen enkele tegenslag opvangen. Mocht er tegenslag komen en hij kan alleen een klein stukje land verkopen om nu in leven te blijven, dan zal hij het volgende oogstseizoen nog minder opbrengst hebben. Het perspectief is een negatieve spiraal van steeds grotere armoede.

Toegewijd christen

Hoe is een land er economisch bovenop te helpen? Daarvoor is helaas niet één methode. Op allerlei gebied is hulp nodig en een goede coördinatie ervan is onontbeerlijk. Landen kunnen op nationaal en internationaal niveau geholpen worden. Drie zaken zijn dan essentieel.

Goed bestuur is onontbeerlijk. Zo was in Ethiopië lange tijd een bestuur dat in alle lagen gecorrumpeerd was. Cruciaal is dan dat de overheid in dat land bereid is corruptie aan te pakken. In Ethiopië is dat nu zichtbaar. Dr. Abije Ahmed is een toegewijd christen die corruptie in zijn land wil uitroeien. Hij riskeert zijn leven, maar het is wel een van de wegen uit de armoede.

Daarnaast moet een goede infrastructuur steden en industrie ontsluiten en toegang geven tot een afzetmarkt. Ook wat betreft elektra en internet zijn dit voorzieningen die een land met grote stappen vooruit helpt.

Ook het op de juiste manier impulsen geven aan de basisvoorzieningen van onderwijs en gezondheidszorg helpt een land op de langere termijn vooruit. Hierbij hoort dan ook een goed werkend overheidssysteem, dat alleen kan draaien als ook het belastingstelsel op orde is.

Strijkstok

Op nationaal niveau worden grote projecten vaak via overheden gefinancierd. Bekend is de vraag of het geld dan wel goed terechtkomt, en terecht. Bij bilaterale steun van overheid naar overheid is de kans inderdaad aanwezig dat er geld aan de strijkstok blijft hangen. Veel hangt af van de bestuurders van het land waar de hulp geboden wordt. Anderzijds is het wel zo, zoals de Somalische minister Hassan Sheikh Mohamud eens zei: „Ja, we zijn corrupt, ja, we zijn incompetent, ja, er is veel wetteloosheid. Maar er is maar één Somalische regering, en als je ons niet als een regering behandelt, zullen we ook nooit een regering worden.”

Een voorbeeld van een land dat er weer bovenop gekomen is, is Rwanda. Het land was begin jaren negentig van de vorige eeuw verscheurd door de stammentwisten tussen Hutu’s en Tutsi’s, twee bevolkingsgroepen in Rwanda. Toen ik daar in 1995 kwam als hulpverlener vanuit ZOA, was er geen enkele overheidsinstantie die goed functioneerde. Mede door de hulp van ZOA kwam er een kantelpunt van uitzichtloze ellende naar een periode van hoop en wederopbouw. Sindsdien is het goed blijven gaan in Rwanda. De regering zette een nieuw beleid in en dat is cruciaal geweest voor de vooruitgang in dit land.

Kleinschalig

Mensen hebben bij hulpverlening ver weg de neiging groots te denken. En in dit werk kun je dan snel moedeloos raken. Het is echter goed om kleinschalig te werken. Wij kunnen de wereld niet veranderen, maar de wereld voor een gezin wel. Zo kan een leven in armoede en moedeloosheid veranderen in een leven met perspectief. Hebben we het voorbeeld van de Heere Jezus niet aan onze kant? Te midden van het grote volk Israël koos Hij twaalf mannen uit. Een klein groepje, waaruit uiteindelijk de wereldwijde christelijke kerk is ontstaan. We moeten daarom niet in de eerste plaats kijken naar het resultaat van ons handelen. Dat lijkt zich soms in de marge af te spelen. We worden geroepen om te doen wat onze hand vindt om te doen. God kan er grote dingen door werken. Wees getrouw in het kleine.

Hoe zit het met onze verantwoordelijkheid? Hoe geven we vorm aan ons leven met de Heere? Juist door de armen en verdrukten te gedenken. Door op te komen voor het recht van de rechtelozen. Door ons in te zetten voor de meest kwetsbaren (Micha 6:8). Het lijkt me duidelijk uit deze Bijbelse gegevens dat onze verantwoordelijkheid juist ligt bij het goed doen en opkomen voor (de rechten van) onze naaste in nood, ook als dat ver weg is.

De auteur is adjunct-directeur van het noodhulpteam van ZOA. Dit artikel is een samenvatting van de lezing die hij op 14 februari hield voor studentenvereniging Depositum Custodi.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer