Van Hoof: Vrouwen niet voortrekken
Staatssecretaris Van Hoof van Defensie moet er niet aan denken om dames binnen de krijgsmacht positief te discrimineren. „Het vrouwzijn is geen reden om te worden voorgetrokken”, zei hij vrijdag in Den Haag tijdens een jubileumbijeenkomst van het Defensie Vrouwen Netwerk.
De voorzitter van het Netwerk dat tien jaar bestaat, Jolanda Bosch, wil dat de krijgsmacht vrouwen kansen biedt en uitzicht geeft op topposities.
Van de 50.000 militairen bij landmacht, marine, luchtmacht en marechaussee is dik 8 procent vrouw. Onder de 20.000 burgerambtenaren ligt het percentage vrouwen hoger: op 20. „Helaas vinden we van die in totaal 8000 vrouwen er maar drie of vier terug aan de top”, aldus Bosch. „Van de mensen aan de top, 100 generaals, 450 kolonels en 150 burgertopambtenaren, is nog geen 1 procent vrouw.” Bosch pleitte voor minstens 3 procent vrouwen aan de top in 2005.
Van Hoof liet vrijdag -op Wereldvrouwendag- weten grote moeite te hebben met een apart beleid voor vrouwen. „We maken bij Defensie geen onderscheid tussen welke groep of kenmerk dan ook. We benaderen, behandelen en respecteren iedereen op dezelfde manier.” Het beleid is er op gericht dat in het jaar 2010 van het personeel binnen de kazernemuren ongeveer 12 procent vrouwen is.
Het imago van de krijgsmacht als mannenbedrijf met machocultuur is volgens Van Hoof niet terecht. „Stoerheid krijg je niet met snorren, tatoeages en spierbundels. In een moderne organisatie word je afgerekend op je professionaliteit.” Hij zei verder dat Defensie niet goed kan functioneren zonder de bijdrage van vrouwen. „De aanwezigheid van vrouwen binnen een eenheid heeft een positieve uitwerking op de onderlinge verhoudingen, de sfeer en de samenwerking.”
Volgens DVN-voorzitter Bosch is een dialoog over de plaats van vrouwen binnen de krijgsmacht op z’n plaats. „Het moet verder gaan dan damestoiletten en
kindercrèches.”
De bevelhebbers van de verschillende krijgsmachtdelen lieten zich vrijdag niet in de kaart kijken. Volgens luitenant-generaal Berlijn van de Koninklijke Luchtmacht is de vrouw in het recente verleden te veel op een voetstuk gezet. „De eerste vrouwelijke F-16-vlieger was groot nieuws. Dat moet niet zo zijn.”